ECA/06/29
Luxemburg, 24 oktober 2006
In haar jaarverslag over 2005 meldt de Europese Rekenkamer dat de
Commissie aanzienlijke vooruitgang boekt bij het invoeren van haar
nieuwe boekhoudsysteem, maar constateert zij dat de interne controles
voor de meeste EU-uitgaven zowel binnen de lidstaten als bij de
Commissie tekortschieten, en signaleert zij een hoger foutenpercentage
in de onderliggende verrichtingen
De invoering van de boekhouding op transactiebasis door de Commissie
is flink gevorderd. De Rekenkamer heeft geconcludeerd dat de
geconsolideerde rekeningen over 2005 van de algemene begroting van de
EU (totale verrichte betalingen 104,8 miljard EUR) de financiële
situatie van de Europese Gemeenschappen per 31 december 2005 en de
resultaten van het begrotingsjaar op alle materiële punten getrouw
weergeven, doch maakt bij deze verklaring een voorbehoud vanwege
onjuiste bedragen op de balansen en een inconsistente toepassing van
de afsluitingsprocedures.
Ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende
verrichtingen geeft de Rekenkamer slechts voor de EU-ontvangsten,
vastleggingen, administratieve uitgaven en pretoetredingsstrategie een
goedkeurende verklaring af, met uitzondering van Sapard. Voor het jaar
2004 wijst de controle van de Rekenkamer uit dat het geïntegreerd
beheers- en controlesysteem (GBCS), mits naar behoren toegepast,
doeltreffend werkt bij het beperken van onregelmatige
landbouwuitgaven. Voor het grootste deel van de uitgaventerreinen
- landbouw, structurele acties, intern beleid en externe maatregelen -
kan de Rekenkamer wederom geen goedkeurende verklaring inzake de
wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen afgeven vanwege
blijvend hoge foutenpercentages. Deze situatie is te wijten aan
gebreken in de interne controle, met name in de lidstaten, bij de
uitgaven in gedeeld beheer, maar ook bij rechtstreeks door de
Commissie beheerde uitgaven, zoals intern beleid. De Rekenkamer trof
bewijs aan dat de interne controles op veel begrotingsterreinen
onvolledig of ontoereikend worden uitgevoerd, zowel in de lidstaten
als bij de Commissie.
De president van de Rekenkamer, de heer Weber, verklaarde gisteravond
tijdens de vergadering van de COCOBU: "Over het geheel genomen is de
situatie [omtrent de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende
verrichtingen] sinds het afgelopen jaar niet ingrijpend veranderd. Dit
houdt echter niet in dat alle, of zelfs maar de meerderheid van de
betalingen ten laste van de EU-begroting fouten vertonen, of dat dit
kan worden opgevat als een aanwijzing dat er sprake zou zijn van
fraude. Wel betekent het dat, te oordelen naar de resultaten van het
gedetailleerde controlewerk van de Rekenkamer, zij te vaak fouten met
een financiële impact aantreft om te kunnen concluderen dat alles in
orde is. De onderliggende reden voor het optreden van de meeste fouten
is het feit dat de begunstigden - landbouwers, lokale autoriteiten,
projectmanagers - hogere bedragen declareren dan waarop ze recht
hebben. De verklaring hiervoor varieert van eenvoudige onachtzaamheid,
fouten of onbekendheid met de complexe regels tot vermoedelijke
pogingen tot fraude ten nadele van de EU-begroting. Het is echter de
verantwoordelijkheid van de Commissie, de begroting zo te beheren dat
het risico van onregelmatigheden wordt beperkt door preventieve
maatregelen en controles die naar behoren worden uitgevoerd."
Het actieplan 2006 voor een geïntegreerd internecontrolekader van de
Commissie zou, mits naar behoren uitgevoerd, de komende jaren
aanzienlijke vruchten moeten afwerpen. De Rekenkamer zal de resultaten
van het actieplan evalueren wanneer de betrokken maatregelen zijn
getroffen en de impact ervan kan worden beoordeeld.
Te hoge declaraties of niet-subsidiabele uitgaven blijven op de meeste
terreinen van EU-uitgaven nog steeds onopgemerkt
De Rekenkamer concludeert dat het terrein van de landbouwuitgaven
(48,5 miljard EUR) over het geheel genomen nog steeds materiële fouten
vertoont, zoals landbouwers die te hoge bedragen declareren of niet
aan hun verplichtingen voldoen. In de nieuwe lidstaten is het GBCS nog
niet volledig werkzaam, met het risico dat te hoge declaraties
onopgemerkt blijven. Voor de 44 % van de landbouwuitgaven die niet
door het GBCS worden bestreken - zoals olijfolie,
plattelandsontwikkeling en uitvoerrestituties - is het risico van
onregelmatigheden nog steeds hoog en blijven de controles
ontoereikend.
Wat de structurele acties betreft (32,8 miljard EUR) blijft de
boodschap van de Rekenkamer evenals in voorgaande jaren: ontoereikende
controlesystemen - met tekortschietende dagelijkse beheerscontroles
door de autoriteiten van de lidstaten - leiden tot te hoge betalingen
en niet-subsidiabele uitgaven, doordat fouten in declaraties door
begunstigden niet worden voorkomen of gecorrigeerd. De door de
Rekenkamer verrichte controle van de door de Commissie in 2005
afgesloten programma's uit de periode 1994-1999 bracht, ondanks de
verrichte afsluitende controles, een materieel foutenpercentage aan
het licht. Verder sloot de Commissie zonder gegronde redenen bepaalde
programma's af, terwijl met de afsluiting van andere programma's
buitengewone vertraging werd opgelopen. De procedures voor het melden
van terugvorderingen en het toepassen van financiële correcties
functioneren niet naar behoren.
Intern beleid (8,0 miljard EUR) wordt rechtstreeks door de Commissie
beheerd. Ondanks het materieel foutenpercentage dat de Rekenkamer in
de betalingen aan de begunstigden aantrof - het ging onder meer om het
tweemaal in rekening brengen van kosten, te hoge opgave van gemiddelde
kosten en niet-inachtneming van de subsidiabiliteitscriteria - daalde
het aantal door de Commissie verrichte controles achteraf met nagenoeg
50 %. De terugvorderingsprocedures in geval van overtredingen verlopen
steeds trager en sanctiemechanismen zijn veelal ontoereikend.
Externe maatregelen (5,0 miljard EUR) is nog een terrein dat de
Commissie rechtstreeks beheert. De Rekenkamer stelde vast dat de
uitgaven bij de Commissie en de delegaties veelal wettig en regelmatig
zijn, maar ontdekte een materieel foutenpercentage bij de
projectuitvoerende organisaties, dat onder meer niet-subsidiabele
uitgaven en niet-inachtneming van contractuele procedures betrof. Deze
organisaties hadden ontoereikende systemen en ontbeerden een integrale
benadering van toezicht, controle en audit.
Ten aanzien van de pretoetredingsstrategie (3,0 miljard EUR)
concludeert de Rekenkamer dat de uitgaven wettig en regelmatig zijn,
behalve bij Sapard, waarvoor de door de Rekenkamer gecontroleerde
verrichtingen aanzienlijke fouten vertoonden. De Commissie dient
verbetering te brengen in het toezicht op de nationale systemen.
Ontoereikende controles doen afbreuk aan het doeltreffend functioneren
van de EU
De president van de Rekenkamer, de heer Weber, concludeerde: "In de
loop der jaren heeft de Rekenkamer herhaaldelijk gewezen op de
noodzaak tot het verbeteren van controlesystemen, hetgeen dikwijls
werd opgevat als het opvoeren van het aantal controles. Het is echter
van cruciaal belang, de kwaliteit en betrouwbaarheid van de huidige
systemen zo te verbeteren dat de controles op alle bestuursniveaus
deskundig en zorgvuldig worden uitgevoerd. Wij allen zouden
ernaar moeten streven dat de Europese Unie haar begroting doeltreffend
beheert op basis van duidelijke, passende voorschriften."
www.eca.europa.eu
PERSINLICHTINGEN Europese Rekenkamer Dienst externe betrekkingen
Tel. (352) 4398-45410 GSM (352) 621-363 103 press@eca.europa.eu
Noot aan de redacteur
De Europese Rekenkamer is de extern controleur van de Europese Unie.
Als onafhankelijke instelling van de Europese Unie is zij gevestigd te
Luxemburg.
De Rekenkamer brengt elk jaar in oktober haar jaarverslagen uit met
betrekking tot het voorgaande begrotingsjaar: één jaarverslag heeft
betrekking op de algemene begroting van de Unie, het andere betreft de
Europese ontwikkelingsfondsen.
De algemene begroting is de voornaamste begroting van de Europese
Unie, die de ontvangsten of 'eigen middelen' en de uitgaven omvat,
onderverdeeld in vijf belangrijke terreinen: landbouw;
structuuruitgaven; intern beleid, met inbegrip van onderzoek; externe
maatregelen (ontwikkelingshulp) en pretoetredingsstrategie. Een zesde
terrein wordt bestreken door de administratieve uitgaven van de Unie
zelf. Deze terreinen zijn ook wel bekend als rubrieken van de
financiële vooruitzichten.
Hoofdbestanddeel van de jaarverslagen vormen de
betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer (Déclaration d'Assurance,
DAS) en de toelichting daarbij. Deze omvatten jaarlijkse conclusies
over i) de betrouwbaarheid van de rekeningen, en ii) de wettigheid en
regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.
De verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen geeft aan in
hoeverre de rekeningen (de jaarrekening) een volledig en juist beeld
geven van de financiële resultaten over het jaar, alsmede van de
activa en passiva aan het eind van het jaar.
De verklaring over de wettigheid en regelmatigheid van de
onderliggende verrichtingen geeft aan in welke mate de aan de
rekeningen ten grondslag liggende verrichtingen inzake de ontvangsten
en betalingen - betalingen aan landbouwers, lokale autoriteiten,
ontwikkelingsprojecten - juist zijn berekend en voldoen aan de
desbetreffende regelgeving.
De verklaringen van de Rekenkamer kunnen zijn: i) goedkeurend - de
Rekenkamer concludeert dan op basis van haar controlewerkzaamheden dat
de rekeningen betrouwbaar, en de onderliggende verrichtingen wettig en
regelmatig zijn; of ii) met voorbehoud - de Rekenkamer heeft dan
bewijs van onjuistheden aangetroffen, of een materieel
foutenpercentage in de onderliggende verrichtingen.
Fouten met betrekking tot de wettigheid of regelmatigheid treden op
wanneer begunstigden ofwel te hoge bedragen declareren, ofwel
anderszins niet voldoen aan de verplichtingen die zij moeten nakomen
om EU-steun of -subsidie te ontvangen. Op grond van bewijs van een
materieel of onaanvaardbaar hoog foutenpercentage zal de Rekenkamer
haar verklaring van een voorbehoud voorzien.
De Rekenkamer baseert haar verklaringen op analyses en controles van
systemen, alsmede op controles van statistisch representatieve
steekproeven van onderliggende verrichtingen. Dit houdt in het
verzamelen van rechtstreeks bewijs inzake de juistheid en fysieke
realiteit van de verrichting bij de eindbegunstigde.
De interne controle bestaat uit de reeks procedures en processen
(zoals controles) aan de hand waarvan de Europese Unie haar begroting
uitvoert en beheert, en waarborgt dat middelen naar behoren en volgens
de voorschriften worden geïnd en besteed. De controleprocedures - die
zijn bedoeld om fouten te voorkomen, of op te sporen en te
corrigeren - vallen onder de verantwoordelijkheid van de Commissie en,
in het geval van gedeeld beheer, van de lidstaten of begunstigde
landen. De interne audit maakt deel uit van de interne controle en
helpt te waarborgen dat de systemen naar behoren werken.
Het GBCS (geïntegreerd beheers- en controlesysteem) is het systeem dat
EU-lidstaten geacht worden toe te passen voor bepaalde aspecten van de
landbouwuitgaven, die thans ongeveer 56 % van de totale uitgaven
uitmaken. De vereisten van de regeling zijn vastgelegd in een
verordening: men moet databases bijhouden en werken met identificatie
van land en dieren, en met gecoördineerde controles. Op niet onder het
GBCS vallende uitgaven zijn andere systemen van toepassing.
European Union