Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DN. 2006/3204
datum : 24-10-2006
onderwerp : Verslag 58e jaarvergadering Internationale Walvisvaartcommissie (IWC)
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen het verslag van de 58ste jaarvergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC).


1. Inleiding
De 58ste jaarvergadering van de IWC vond plaats in St. Kitts and Nevis van 16 tot en met 20 juni 2006. Hieraan voorafgaand vonden tussen 26 mei en 13 juni de vergaderingen plaats van het wetenschappelijk comité en de diverse werkgroepen. De belangrijkste agendapunten voor de jaarvergadering waren met name de stemverhoudingen tussen de lidstaten van de commissie (de pro-walvisvaartlanden en beschermingsgezinde landen), de verdere besprekingen over een herzien beheerregime (Revised Management Scheme, RMS), de toekomst van de IWC, de wetenschappelijke walvisvangst, de commerciële walvisvangst en het voortbestaan van het beschermingscomité ( zie ook Kamerstukken 2005-2006, 30 300 XIV, nr. 90).

De algemene inzet van de Nederlandse delegatie was erop gericht de walvisjacht onder controle te krijgen. Omdat de beschermingsgezinde landen wederom recht tegenover de walvisvarende landen bleken te staan, is het niet gelukt juridisch bindende afspraken te maken. Dit is ten nadele van de walvis, aangezien de ongecontroleerde walvisjacht doorgaat. Nederland acht het van groot belang dat alle aangesloten landen bij de IWC aangesloten blijven teneinde samen zo spoedig mogelijk tot een duurzame oplossing komen.

Onderstaand verslag geeft een indruk van de belangrijkste ontwikkelingen tijdens de 58ste jaarvergadering van de IWC.


2. Stemverhoudingen binnen de IWC

Balans
Van de inmiddels 70 aangesloten landen namen er 67 deel. Landen die niet aanwezig waren en/of de contributie niet hadden betaald, hadden geen stemrecht. Het waren spannende stemmingen. De stemverhoudingen verschuiven ten gunste van pro-walvisvarende landen, waardoor het steeds lastiger wordt het beschermingsgezinde karakter van de IWC te waarborgen. Voor de eerste keer sinds de oprichting van de IWC waren de pro-walvisjagende landen in staat een resolutie, waarvoor slechts enkelvoudige meerderheid nodig is, aan te nemen. Wezenlijke veranderingen van het verdrag of bijvoorbeeld het beheersregime vergen een ¾ meerderheid. Er is dan ook voorlopig geen sprake van dat pro-walvisjagende landen de écht wezenlijke stemmingen in hun voordeel kunnen beslechten.

Geheime stemmingen
Japan bracht de wens naar voren om de stemmingen voortaan geheim te laten verlopen. Japan is ervan overtuigd dat enkele landen, die tijdens openbare stemmingen met de beschermingsgezinde landen meestemmen, dan met de pro-walvisvaart landen zullen meestemmen. Deze stemming ging voor Japan verloren met 30 voor en 33 tegen (waaronder Nederland).

'St. Kitts & Nevis' verklaring
Dit jaar hebben de pro-walvisvarende landen voor het eerst in jaren een stemming in de IWC gewonnen. De 'St. Kitts & Nevis' verklaring werd aangenomen: 33 voor en 32 tegen. Deze was ondertekend door 30 Partijen, waaronder Japan, Noorwegen en IJsland. De verklaring bevat twee kernpunten: een constatering dat de IWC heeft gefaald in haar doelstelling om tot een besluit over het beheer van de walvissen te komen, en een oproep om binnen de IWC meer nadruk te leggen op het gebruik van de walvissen. Dit impliceert dat dit ten koste gaat van de nadruk op de bescherming van de walvissen. De stemming had overigens een symbolisch karakter, aangezien er voor implementatie van dit voorstel een wijziging van het beheersregime noodzakelijk is.


3. De patstelling binnen de IWC en het herzien beheerregime (RMS)

Beschermen of gebruiken?
Het hoofdprobleem in de IWC is de diepe verdeeldheid over een herzien beheersregime voor de verschillende soorten walvissen (RMS). Deze verdeeldheid verhinderde ook dit jaar duidelijke besluiten ten aanzien van een duurzaam beheer en bescherming van walvissen. De Partijen vonden geen uitweg in de discussie over een pakket van afspraken over een op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd, breed gedragen, duurzaam en effectief beheersregime. De belangrijkste drie onderwerpen van het RMS zijn: 1) de beperking van de wetenschappelijke walvisvaart, 2) de toekomst van het moratorium en 3) een strikt nalevingsregime.

De beschermingsgezinde landen eisen dat er eerst een eind komt aan de wetenschappelijke walvisvangst, terwijl de pro-walvisvarende landen eerst een einde aan het moratorium willen maken alvorens zij hun wetenschappelijke programma's wensen te staken. Deze impasse is niet in het belang van de walvisstand, aangezien er vanwege de wetenschappelijke jacht, maar ook de commerciële jacht in toenemende mate walvissen worden gevangen.

Het belang van een hernieuwd beheersregime (RMS) Het aantal geschoten en op een andere wijze gedode walvissen is dit jaar het hoogst sinds het stoppen van de commerciële walvisvaart. Het is duidelijk dat het aantal gedode dieren vele malen hoger is, dan er op dit moment onder een RMS mogelijk zou zijn.
Mede hierdoor (en door het toenemende risico dat de walvisvarende landen als gevolg van de bestaande patstelling uit de IWC stappen en dan echt ongecontroleerd kunnen gaan jagen), is vanuit een wetenschappelijk gefundeerd beheers- en beschermingsoogpunt een goede, betrouwbare RMS te verkiezen boven de eigenstandig bepaalde jacht zoals die nu plaatsvindt en recentelijk sterk is uitgebreid. Een stringente voorwaarde daarbij is natuurlijk een waterdichte, betrouwbare en controleerbare RMS. Zolang die niet gegarandeerd is, zou in elk geval het moratorium volledig moeten worden gehandhaafd.


4. Japanse inzet voor normalisatie van de IWC Om een Ministeriële Conferentie te laten slagen, is het van groot belang dat alle bij de IWC aangesloten landen ook aangesloten blijven. Alleen dan kan een duurzame oplossing worden bereikt. Door het gebrek aan progressie beginnen enkele aangesloten partijen te twijfelen aan het nut van de IWC en verliest de organisatie aan geloofwaardigheid. De beschermende landen raken moedeloos, omdat ondanks het moratorium Japan, Noorwegen en IJsland op walvissen jagen en bovendien buiten de IWC om hun eigen 'duurzame' vangstquota bepalen. De walvisjagende landen ondermijnen de status van de IWC als dé autoriteit van het duurzaam beheer van de walvissen. Zij willen niet langer wachten op een duurzaam beheersregime en gaan af op hun eigen wetenschappelijke onderzoek met betrekking tot de walvisstand.

Op de 57ste jaarvergadering van de IWC in Ulsan (2005) diende Japan een eigen voorstel voor een RMS in, omdat eerder niet tot overeenstemming kon worden gekomen over een RMS-voorstel. Dit voorstel was toen voor de meerderheid van landen, waaronder Nederland, onacceptabel en werd ruim afgewezen. In 2006 kondigde Japan vervolgens aan een proces op te starten met het doel de IWC te 'normaliseren'. Volgens Japan functioneert de IWC niet en heeft het ook geen zin om nog tijd en moeite in een organisatie te steken, waar geen vooruitgang in zit. Japan wil ook geen wetenschappelijke informatie meer delen met de overige aangesloten partijen, totdat de organisatie wel weer functioneert.

De door Japan bepleitte oplossing is gelegen in hun voorstel voor 'normalisatie' van de organisatie. Hierbij moet wat Japan betreft de focus opnieuw gelegd worden op het initiële doel van de IWC, zoals is vastgelegd in de overeenkomst International Convention for the Regulation of Whaling (ICRW). Alle IWC-leden werden uitgenodigd deel te nemen in dit proces tijdens een conferentie in Japan.

De betekenis van de term 'normalisatie' was voor veel landen onduidelijk en had voor beschermingsgezinde landen een negatieve bijsmaak. Indien Japan het gevoel heeft dat ook deze poging tevergeefs is om vooruitgang te boeken binnen de IWC, bestaat er een kans dat het land besluit de IWC te verlaten. Het is niet ondenkbaar dat dit voorbeeld gevolgd zal worden door andere pro-walvisvarende landen en dat de jacht daarmee volledig oncontroleerbaar wordt.


5. Nederlandse inzet voor een Ministeriële Conferentie

Noodzaak doorbreken impasse
Nederland heeft tijdens de vergadering, conform het besprokene tijdens het AO 14 juni 2006, meerdere keren gepleit voor de noodzaak om te komen tot een politiek proces. Door de duur van de patstelling kan deze waarschijnlijk alleen op politiek niveau worden doorbroken. Nederland ziet zich, gezien de verloren stemming bij de 'St. Kitts & Nevis' verklaring en het recente voornemen van IJsland om de commerciële walvisvaart te hervatten, gesterkt in deze overtuiging.

Steun Ministeriële Conferentie
Het politieke proces zou wat Nederland betreft de vorm moeten krijgen van een Ministeriële Conferentie, aansluitend aan de aankomende IWC. De agenda zou moeten worden beperkt tot de kern van de discussie in de IWC: de wetenschappelijke walvisjacht, de toekomst van het moratorium, en een effectief nalevingsmechanisme. Er blijkt steun voor dit voorstel. Frankrijk, Spanje, Italië, Mexico en Zweden hebben openlijk hun steun toegezegd. De Verenigde Staten zagen ook de potentie van het voorstel. Dat is belangrijk want zij zijn volgend jaar gastheer van de 59e IWC vergadering en lijken de meest aangewezen partij om deze conferentie op ministersniveau te organiseren. Naast de genoemde Partijen, hebben ook maatschappelijke organisaties, zoals WWF-International, aangegeven waarde te hechten aan een Ministeriële Conferentie.


6. Stand van zaken m.b.t. inhoudelijke onderwerpen

Wetenschappelijke walvisvangst
Het verdrag van de IWC geeft ruimte aan landen om zelf vergunningen af te geven voor de vangst van walvissen voor wetenschappelijk onderzoek, zonder voorafgaande goedkeuring van de IWC. Japan en IJsland maken hiervan gebruik. IJsland vangt jaarlijks ongeveer 35 dwergvinvissen. Japan zoekt steeds de uiterste grens van het verdrag op, waarbij het land voorbij gaat aan het voorzorgsprincipe. Nederland heeft gepleit voor een sterk RMS met sterke inperking van het onderzoek (zeker voor wat betreft de meer bedreigde soorten) en voor bindende afspraken en controle hierover onder IWC verantwoordelijkheid.

JARPA-II
Japan is met het nieuwe onderzoeksprogramma JARPA-II gestart, dat in de Antarctische wateren en noordelijke wateren van de Grote Oceaan plaatsvindt.

De doelen die Japan met dit programma zegt na te streven zijn 1) het monitoren van het Antarctisch ecosysteem, 2) inzicht verkrijgen in competitie tussen walvissoorten en hiervoor managementdoelen ontwikkelen, 3) verklaren van tijdelijke en ruimtelijke veranderingen in populatiestructuren en 4) het verbeteren van de managementprocedure voor de Antarctische dwergvinvispopulaties. Onder JARPA-II wil Japan jaarlijks 850 Antarctische dwergvinvissen, 50 bultrugwalvissen en 50 vinvissen vangen. In de westelijke wateren van de Grote Oceaan wil Japan jaarlijks 150 dwergvinvissen, 50 Bryde's walvissen, 50 sei walvissen en 10 sperm walvissen vangen. Volgens Japan is deze uitbreiding van quota en soorten nodig, omdat er meer informatie nodig is over de mogelijke invloed van walvissen op visserijbelangen. De beschermingsgezinde landen hebben grote bezwaren tegen de uitvoering van dit onderzoek. Er bestaat naar de mening van deze landen geen noodzaak om walvissen te doden voor dit soort ecosysteem onderzoek; er zijn voldoende alternatieven voorhanden.

Commerciële walvisvangst
Noorwegen is van plan op commerciële gronden op grotere schaal dwergvinvissen te gaan vangen en nu voor het eerst ook in internationale wateren. Het vangstquotum dat Noorwegen gebruikt, wordt berekend door de NAMMCO (North Atlantic Marine Mammal Commission). Deze berekening benadert de grenzen van het voorzorgsprincipe en is niet afgestemd met de IWC. Met deze erkenning van NAMMCO door Noorwegen wordt de status van de IWC als dé autoriteit op het gebied van duurzaam walvisbeheer verder ondermijnd.

Beschermingscomité van de IWC
Het beschermingscomité richtte zich op de prioriteitsgebieden verontreiniging van walvisvlees (aangetroffen door de autochtone walvisjacht van Russische bevolkingsgroepen) en scheepsbotsingen met walvissen. Er werd specifiek aandacht besteed aan dierenwelzijn en humane dodingmethodes. Japan gaf aan het beschermingscomité niet te erkennen en vond dit comité exemplarisch voor het niet functioneren van de IWC. Japan is van mening dat dit comité te eenzijdig op de bescherming van walvissen is gericht en niet op duurzaam beheer en benutting van deze dieren, conform de dubbele doelstelling van het verdrag. Japan zal geen wetenschappelijke informatie delen totdat de organisatie wel weer functioneert.

Reservaten
Net als voorgaande jaren presenteerden Brazilië en Argentinië een voorstel om een walvisreservaat in te stellen in de Zuidelijke Atlantische Oceaan. Voor dit voorstel is een ¾ meerderheid van de stemmen nodig. Naar aanleiding van de ontstane discussie en de geconstateerde verdeeldheid is het voorstel niet ter stemming gebracht.

Japan bracht het voorstel om een paragraaf over dwergvinvissen in het besluit over het walvisreservaat in de Stille Zuidzee te verwijderen. Doel hiervan was om de jacht op dwergvinvissen binnen dit reservaat mogelijk te maken. Deze stemming ging verloren voor Japan: 32 voor en 33 tegen (inclusief Nederland). Het voorstel van Japan om een einde te maken aan het reservaat in de Zuidelijke Oceaan (alle wateren ten zuiden van de 60ste zuiderbreedtegraad) heeft het evenmin gered: 28 voor en 33 tegen.

Frankrijk deelde mee een reservaat voor zeezoogdieren in willen stellen rondom de Franse Caribische eilanden: het Franse deel van St. Maarten, St. Barthélemy, Guadeloupe, Marie Galante en Martinique.

Greenpeace
Nederland heeft met een aantal andere landen een resolutie ingediend, waarin in algemene bewoordingen wordt gesproken over de veiligheid op zee en over het belang voor eenieder daar naar te streven. Deze resolutie had tot doel een mogelijke resolutie van Japan te voorkomen, waarin gevraagd zou worden de accreditatie van Greenpeace als waarnemer bij de IWC in te trekken. Aanleiding hiervoor waren de incidenten die zich op 8 januari jl. hebben voorgedaan tussen schepen van de Japanse autoriteiten en Greenpeace. Nederland had een speciaal belang bij deze kwestie, aangezien de schepen van Greenpeace onder Nederlandse vlag varen.


7. Vervolg inzet Nederland

Inzet Nederland
De walvisjacht bestaat en breidt zich uit, buiten de controle van de IWC om. We moeten tot een totaalpakket van maatregelen komen, om zo de gehele walvisvangst onder controle te krijgen. Nederland blijft tegen de walvisjacht. Daarom wil ik alle partijen aan tafel houden en blijf ik nadrukkelijk openstaan voor dialoog. Nederland wil namelijk voorkomen dat landen uit de IWC stappen en de IWC niet meer respecteren als dé autoriteit op het gebied van duurzaam walvisbeheer. Nederland zet zich daarom in om met alle betrokken partijen, voor- en tegenstanders van de walvisjacht, bindende afspraken te maken over de toekomst van het moratorium, het beperken van de wetenschappelijke walvisvangst en het naleven van gemaakte afspraken. Tegelijkertijd zal Nederland zich blijven inzetten voor het tot stand brengen van een Ministeriële Conferentie, omdat dit de enige manier lijkt te zijn om tot een daadwerkelijke doorbraak te komen. De Verenigde Staten hebben toegezegd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van een Ministeriële Conferentie gekoppeld aan de jaarvergadering van de IWC in Anchorage, Alaska in 2007.

Komende acties
Met de Verenigde Staten is afgesproken bilateraal nader overleg te voeren. Dit staat gepland voor november aanstaande. Recentelijk zijn de walvisbeschermende landen uitgenodigd om op 17-18 februari 2007 in Washington bij elkaar te komen.

Nederlandse Antillen
Het Nederlands Koninkrijk onderzoekt de mogelijkheden om een walvisreservaat rondom de Nederlandse Antillen in te stellen.


8. Recente ontwikkelingen
Op 17 oktober jl. heeft IJsland aangekondigd de commerciële walvisjacht te zullen hervatten. In de periode tot augustus 2007 wil IJsland 30 dwergvinvissen en 9 visvissen vangen. Hiermee negeert IJsland het tijdelijk moratorium dat in 1986 onder het IWC is ingesteld.

IJsland heeft in 1992 de IWC verlaten, om vervolgens in 2003 weer toe te treden. IJsland deed dat onder voorwaarde dat het zich niet aan het moratorium hoefde te verbinden. Overigens heeft Nederland toentertijd, tezamen met 16 andere landen die Partij zijn bij de IWC, formeel geprotesteerd tegen dit voorbehoud van IJsland.

Nederland is door dit besluit erg teleurgesteld. De vinvis is een bedreigde diersoort en bovendien ben ik van mening dat er voor IJsland geen daadwerkelijke noodzaak bestaat om deze dieren te bejagen. In reactie op de aankondiging heeft Nederland het initiatief genomen voor een gezamenlijke demarche van beschermingsgezinde landen tegen IJsland. Daarin zullen de plannen van IJsland worden afgewezen en wordt IJsland opgeroepen het moratorium te respecteren.


9. Volgende jaarvergaderingen
De vergadering in 2007 zal worden gehouden in Anchorage, Alaska in de periode van 4 tot en met 31 mei. De IWC jaarvergadering valt hiermee vlak voor de 14e bijeenkomst van partijen (CoP) bij het CITES verdrag dat van 3 tot 15 juni 2007 in Den Haag plaatsvindt. De IWC stemde in met het aanbod van Chili om de jaarvergadering in 2008 te organiseren.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman