Rechtbank Alkmaar


Uitspraak in kinderpornozaak

De Alkmaarse rechtbank heeft vandaag in een zaak over kinderpornografie de verdachten veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen en werkstraffen. Aan de verdachte J.K. werd 9 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 240 uur werkstraf opgelegd. Zijn echtgenote C.R. kreeg 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 180 uren werkstraf en haar vader T.R. 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 120 uren werkstraf.

De verdachten J.K. en C.R. exploiteerden in een vennootschap onder firma een aantal pornografische internetsites. Op deze sites en op cd-roms van het bedrijf werd behalve gewone pornografie ook kinderpornografie aangetroffen. T.R. was geen vennoot, maar hij verrichtte wel activiteiten voor de vennootschap.

Van kinderpornografie is sprake als het gaat om een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand is betrokken die kennelijk de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt. Voor 1 oktober 2002 gold een kennelijke leeftijdsgrens van 16 jaar. Van enkele meisjes is door onderzoek in Brazilië en Rusland de identiteit en dus ook de leeftijd bekend geworden. Een aantal andere meisjes is anoniem gebleven, van hen moest de leeftijd worden geschat. In de praktijk blijkt het uitermate moeilijk te zijn om een verantwoorde schatting te maken.

Van slechts drie meisjes is bewezen dat zij in de periode van februari 2000 tot en met 30 september 2002 jonger waren dan 16 jaar toen de fotoâs werden gemaakt. Van vijf andere meisjes heeft de rechtbank dit niet bewezen verklaard. Met ingang van 1 oktober 2002, twee dagen voordat de politie de woningen en kantoren van de verdachten doorzocht, werd de wettelijke leeftijdsgrens verhoogd naar 18 jaar. Dat had tot gevolg dat afbeeldingen van meisjes ouder dan 16 en jonger dan 18 jaar van de ene dag op de andere strafbaar werden. De rechtbank heeft bewezen verklaard dat op 1, 2 en 3 oktober 2002 een aantal van dergelijke afbeeldingen nog steeds op internet of in een computer van de vennootschap stond.

De verdachten verweerden zich door te stellen dat zij hadden vertrouwd op mededelingen van de buitenlandse leveranciers van de fotoâs dat de gefotografeerde meisjes de vereiste leeftijd hadden. Uit Oost-Europa waren zelfs kopieën van identiteitsbewijzen meegestuurd. De rechtbank heeft dit verweer verworpen. Van de onderzochte kopieën van identiteitsbewijzen bleek het merendeel vervalst. Daarnaast hebben de verdachten zelf verklaard dat zij zich professioneel richtten op een publiek dat jonge modellen zoekt. Bovendien heeft de rechtbank uit diverse e-mails afgeleid dat zij bereid waren op dat punt risico te nemen.

Bij de strafmaat heeft de rechtbank laten meewegen dat de verdachten zich beroepshalve hebben bezig gehouden met de verspreiding van pornografie. Dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee om te zorgen dat zij geen kinderpornografie verspreiden. Daarom hadden zij niet mogen afgaan op mededelingen van leveranciers en hadden zij niet blind kunnen vertrouwen op fotokopieën van documenten. Verder heeft meegewogen dat de omvang en ernst van de zaak uiteindelijk minder is gebleken dan het onderzoek aanvankelijk deed vermoeden.

De rechtbank heeft rekening gehouden met de lange duur van het onderzoek, van oktober 2002 tot oktober 2006. Een groot deel van die periode hebben er beslagen gelegen op de bankrekeningen en op de woning van J.K. en C.R.. De in beslag genomen servers, computers en honderden cd-roms worden niet teruggeven aan de verdachten.

Einde bericht

LJ Nummer

AZ0743

Bron: Rechtbank Alkmaar
Datum actualiteit: 24 oktober 2006 Naar boven