Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : TRCJZ/2006/3329
datum : 24-10-2006
onderwerp : Dierenhandel op internet
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van de feitelijke vragen gesteld door de vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ingezonden 19 oktober jl., over de dierenhandel op internet, kan ik u het volgende melden.

1
Bent u bekend met het rapport 'Gevangen in het net' van het International Fund for Animal Welfare (IFAW) en het feit dat IFAW in een maand tijd op Nederlandstalige websites meer dan 500 wilde dieren en dierproducten te koop heeft gevonden en meer dan 150 websites die met uitsterven bedreigde dieren aanbieden, waarvan niet duidelijk is of de handel legaal is illegaal is? Wat vindt u van de bevindingen in het zojuist verschenen rapport? Bent u daarnaast bekend met de artikelen 'Dierensmokkel groeit op internet' en 'Bedreigde dieren als handelswaar'?

Ja. De bevindingen in het rapport zijn uiteraard reden tot zorg. In de beantwoording hieronder zal ik aangeven op welke wijze deze zorg al heeft geleid tot concrete maatregelen. Anderzijds ben ik ook blij met de aandacht die het genereert voor de illegale handel, ook die op internet. Immers gebleken is dat illegale handel veelal door particulieren plaatsvindt die niet goed op de hoogte zijn van het illegale karakter van hun handelen. Door meer aandacht voor deze illegale handel, ook vanuit NGO's als het IFAW, kunnen mensen bewust worden gemaakt van wat wel en niet is toegestaan en kan dat er op zich al toe leiden dat een verbeterde naleving van deze regelgeving wordt bereikt. Ook mijn inzet is er op gericht door middel van voorlichting, overleg met providers en handhaving te komen tot een verbeterde naleving van de regelgeving.


2 en 3
Wat is uw standpunt over de handelwijze van de organisatie achter de site www.botjes.nl, waarvan IFAW vermoedt dat ze niet voor elk dier een aparte vergunning heeft maar een vergunning voor verschillende dieren gebruikt? Bent u bereid de organisatie achter de website www.botjes.nl nader te onderzoeken op eventuele illegale handelspraktijken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer? Kent u de website www.jungleworld.nl en de reptielenverkooplijst die daarop te vinden is? Klopt het dat de handel in diverse van deze dieren, zoals de groene leguaan en de brilkaaiman, verboden is? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen om deze handel aan te pakken?

Voor dieren die behoren tot soorten die strikte bescherming nodig hebben zijn EG-certificaten nodig om deze binnen de EU te koop aan te bieden en te verhandelen dan wel anderszins voor commerciële doeleinden te gebruiken. Dergelijke certificaten worden alleen verleend voor dieren die aantoonbaar in gevangenschap zijn gefokt en geboren. Soorten waar het hier om gaat zijn opgenomen op Bijlage A bij de CITES Basisverordening. De brilkaaiman behoort tot deze categorie strikt beschermde soorten.

Dieren die behoren tot soorten die een minder strikte bescherming nodig hebben behoeven op dit moment nog geen individuele vergunning of certificaat. Wel dient men te kunnen aantonen dat men deze dieren in de Gemeenschap heeft gekocht of, in sommige gevallen, met een invoervergunning in de Gemeenschap heeft ingevoerd. Het betreft hier soorten die zijn opgenomen op de Bijlagen B, C of D bij de CITES Basisverordening.

Het is overigens op zich toegestaan om meerdere dieren op één certificaat in te voeren, zo lang het om dezelfde soort gaat.

Over individuele gevallen kan ik me niet publiekelijk uitlaten. Dit in verband met opsporingsbelangen en de privacy van verdachten. Ten algemene kan ik u wel meedelen dat ik de Algemene Inspectiedienst (AID) opdracht heb gegeven, naast de bestaande activiteiten, nader onderzoek te verrichten naar de internethandel. Verder ontwikkelt het dienstonderdeel opsporing van de AID haar internetrecherche steeds verder. Met een zoekmachine zullen testen uitgevoerd worden om het toezicht en de opsporing te ondersteunen. De Criminele Inlichtingen Eenheid van de AID bekijkt regelmatig sites waar de handel inheems/uitheems plaatsvindt. Mogelijke overtredingen worden uitgezet in de regionale inspecties van de AID of er worden signalen afgegeven aan regionale en interregionale milieuteams.

4
Hoe verklaart u dat het aantal processen-verbaal dat de AID opmaakt voor illegale handel via internet in vergelijking met het enorme illegale aanbod op internet dat IFAW heeft aangetroffen zo laag is: maar zeven in 2005 en over de eerste 8 à 9 maanden van 2006 maar twee?

Zoals ook blijkt uit het IFAW onderzoek zijn veruit de meeste advertenties afkomstig van particulieren. Dit wordt mij ook bevestigd door de AID. Bovendien is niet al het aanbod van particulieren per definitie illegaal. Er kunnen ontheffingen zijn verleend of er kan sprake zijn van gekweekt materiaal. Bij de AID worden sites bekeken en een inschatting gemaakt van mogelijk illegale handel op internet alvorens tot actie wordt overgegaan. Veelal wordt de provider benaderd en verzocht om de advertentie te verwijderen. Zoals ook wordt onderkend in het rapport van de IFAW zijn particulieren zich vaak niet bewust dat zij illegaal handelen. Een goede voorlichting, onder meer door of via de desbetreffende providers, kan hierin verbetering brengen. Mijn inzet is daarop gericht. In dergelijke gevallen is goede voorlichting een geschikter middel dan strafrechtelijke handhaving om een verbeterde naleving van de CITES-regelgeving te bewerkstelligen. Daarnaast wordt de handhavingscapaciteit door de AID met name ingezet bij opsporing van de professionele illegale handel in dieren. Gelet op het bovenstaande is het relatief lage overtredingspercentage verklaarbaar. Dit betekent dus niet dat er geen handhaving plaatsvindt, maar er wordt op andere dan strafrechtelijke weg een verbeterde naleving verzekerd.

5 en 6
Op welke wijze is illegale dierenhandel via internet aan te pakken: is de bestaande wet- en regelgeving hiervoor voldoende, zodat de aanpak vooral kan bestaan uit handhaven? Zo neen, waarom niet en welke extra wet- en regelgeving is nodig voor een adequate aanpak en bent u bereid deze te entameren?
Bent u bereid om met uw collega's in het kabinet de wet- en regelgeving dusdanig aan te passen aan de nieuwe technologieën en media opdat deze handelaren zich niet langer kunnen verschuilen op het internet? Zo ja, op welke (korte) termijn gaat u maatregelen nemen zodat we voordat we als Nederland voorzitter zijn van de CITES-conferentie deze handel uit Nederland geweerd hebben. Zo neen, kunt u dan aangeven waarom u geen maatregelen wenst te nemen en daarmee dus deze illegale handel laat voortbestaan?

Ik ben voornemens te komen tot een integrale handhavingsstrategie (programmatisch handhaven) op het terrein van de natuurwetgeving (Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet) die bestaat uit voorlichting en afstemming met overkoepelende organisaties, heldere en uitvoerbare wet- en regelgeving, administratieve controles, fysieke controles en bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving. Strafrechtelijke handhaving alleen is hier geen toereikend instrument. Veelal zijn de personen die op internet dieren te koop aanbieden of kopen onbekend met de terzake geldende regelgeving. Het geven van voorlichting vormt een effectieve methode om een eerste, belangrijke stap te zetten richting een verbeterde naleving. Op deze wijze blijft er een kleinere groep van personen over waartegen straf- en bestuursrechtelijke kan worden opgetreden. Het streven is om in de loop van 2007 zo'n integrale handhavingsstrategie tot stand te brengen. Daarin zal zeker ook de handhaving van de CITES-regelgeving (inclusief de internethandel) aan de orde komen.

De opsporing van illegaal gedrag op internet brengt overigens bijzondere problemen mee. Deze hebben onder andere te maken met de ruime mogelijkheden die gebruikers op internet hebben om zich aldaar anoniem en bijna onzichtbaar op te houden en zich snel te verplaatsen.

De laatste jaren zijn reeds vele initiatieven genomen om het nationale en internationale wettelijke kader aan te passen aan de situatie op grensoverschrijdende netwerken zoals internet. Zo zijn er bevoegdheden voor politie en justitie gekomen om bij aanbieders van telecommunicatiediensten (zoals internet providers) gegevens op te vragen omtrent de herkomst van bepaalde berichten op internet en de identiteit van de personen daarachter. De uitoefening van dergelijke bevoegdheden door de Nederlandse overheid houdt evenwel op bij de grens. Om grensoverschrijdend te kunnen opsporen zijn dus mogelijkheden en regels voor internationale samenwerking en rechtshulp met andere staten vereist. Ook op dat vlak is veel verbeterd. Ik wijs op het zogenoemde Cybercrime verdrag van de Raad van Europa, op het belang waarvan ook het IFAW-rapport wijst. Nederland is partij bij dit verdrag en heeft zijn wetgeving daaraan aangepast. De staten-partijen bij dit verdrag hebben zich verplicht elkaar over en weer bij te staan bij strafrechtelijk onderzoek in computernetwerken. Dit kan ook van belang zijn voor de opsporing van de plegers van illegale wildhandel.

Tot slot wil ik wijzen op de bijzondere positie en verantwoordelijkheid die internet providers hebben bij de doorgifte en verspreiding van illegale informatie, bijvoorbeeld op het terrein van de wildhandel. Ook deze bijzondere positie heeft recentelijk uitdrukking gevonden in de Nederlandse wet, mede op basis overigens van de Europese Richtlijn inzake elektronische handel. Providers die illegale aanbiedingen zoals hier aan de orde doorgeven via hun sites en daarvan kennis dragen, maken zich schuldig aan strafbaar medeplegen of medeplichtigheid (van in dit geval een economisch delict: overtreding van artikel 13 Flora- en faunawet). In beginsel kunnen zij daarvoor dus worden vervolgd. In de praktijk vindt er overleg plaats met providers - bijvoorbeeld vanuit opsporingsdiensten of internetmeldpunten - om hen te bewegen de doorgifte van de illegale berichten te stoppen en het strafbare materiaal van hun site te halen. Dit is de zogenoemde 'notice and take down' procedure. Dit is een effectief middel. De mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de provider is hier een stok achter de deur.

Ik zet mij ervoor in de voorlichting, ook die richting de providers te verbeteren en ook afspraken te maken met de providers, zodat zij op hun beurt op hun websites goede voorlichting geven.

7 en 8
Wordt in de begroting voor 2007 fiks bezuinigd op het aantal controleurs bij de AID? Zo ja, kunt u een specificatie geven van de bezuinigingen en wat dat betekent voor de opsporing en handhaving van illegale handel in dieren en producten daarvan op internet? Hoeveel fte waren het afgelopen jaar belast met de handhaving van Convention on International Trade in Endangered Species (CITES)? Kunt u een overzicht geven van de expertise van de controleurs die werkzaam zijn bij de AID?

Nee, dat is onjuist. Voor 2006 werd 12.320 uur gepland voor CITES handhaving en 4.900 uur voor handhaving inheems Flora -en faunawet. Voor kennisoverdracht ruim 10.000 uur. Daarnaast is ook het Dienstonderdeel Opsporing (DO) op dit terrein actief. Dit onderdeel is belast met grote opsporingsonderzoeken. Er wordt door de AID geïnvesteerd in kennisoverdracht naar andere handhavers zoals douane en politie. In het kader van de pre-accessie van nieuwe lidstaten heeft de AID ook haar expertise op dit terrein overgedragen aan nieuwe lidstaten. Er zijn convenanten met douane en politie voor kennisoverdracht vanuit de AID. Voor 2007 zijn dezelfde uren beschikbaar gesteld.

9
Bent u bereid de handhaving van de AID op het gebied van illegale dierenhandel via internet (met enkele fte's) uit te breiden? Zo neen, waarom niet?

Zoals hierboven aangegeven heb ik de AID opdracht gegeven nader onderzoek te verrichten naar de internethandel. Gelet op het aantal beschikbare uren voor handhaving van CITES-regelgeving, ga ik er vooralsnog van uit dat dit binnen het aantal daarvoor toebedeelde uren kan plaatsvinden.


10 en 11
Welke acties gaat u in internationaal verband nemen om de grensoverschrijdende illegale internethandel in dieren aan te pakken? Wordt de handhaving van handel op internet in andere landen aangepakt? Zo ja, op welke manier? Zo neen, kunt u een overzicht geven van de resultaten van de handhaving van de CITES in andere landen en dan met name in de Verenigde Staten en Engeland?

In Europees verband wordt de werkwijze van de verschillende lidstaten besproken om ervoor zorg te dragen dat de handel via internet, die op zich niet is verboden, op legale wijze plaatsvindt. Ook binnen CITES staat handel via internet hoog op de agenda.

Er zijn lidstaten die op dit moment in overleg met de providers een melding plaatsen op de relevante sites waarin wordt aangegeven dat er voor bepaalde soorten EG-certificaten of in- respectievelijk (weder-)uitvoervergunningen vereist zijn. Dit is één van de mogelijkheden om public awareness te creëren. Wanneer potentiële kopers gewezen worden op de eisen aan legale handel via internet en het risico dat men loopt wanneer men illegaal koopt, kan dit al een verbetering in de naleving opleveren. Duidelijke informatie is een eerste en belangrijke stap. Zoals aangegeven zijn mijn inspanningen er ook op gericht om - in samenspraak met de providers - maatregelen te nemen die gericht zijn op een verbeterde voorlichting aan en via de providers.


12
Wat is uw mening over de uitspraak van de woordvoerster van de AID, dat de omvang van handel via internet bij de AID niet bekend is? 1) Is die bewering juist? Zo ja, bent u bereid in navolging van de IFAW zelf onderzoek te doen naar de aard en omvang van deze handel? Zo neen, waarom niet?

De AID heeft aandacht voor de illegale internethandel en krijgt daarop steeds beter zicht. Dit blijkt ook uit de maatregelen die al zijn genomen en de nieuwe initiatieven die nog worden genomen door de AID. Het is inderdaad wel zo dat het la stig is om aan te geven wat de exacte aard en omvang van de internethandel is. Ook het rapport van de IFAW bevestigt dit.
Om die reden zal de AID, in het kader van programmatisch handhaven, volgend jaar een project starten om beter zicht te krijgen op de aard en omvang van de overtredingen van de CITES regelgeving. De illegale internethandel wordt in dit onderzoek meegenomen.


13 en 14
Wat is uw mening over het verhandelen van legale diersoorten op internet? Heeft u inzicht in het onderscheid tussen professionele fokkers en particulieren? Bent u bereid stappen te ondernemen om de handel op internet in bijvoorbeeld honden, katten en andere kleine huisdieren aan banden te leggen? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Welke verwachtingen heeft u ten aanzien van de gevolgen van deze handel via internet voor het voortbestaan van deze dieren en hun dierenwelzijn?

Bedrijfsmatige handelaren en fokkers van honden of katten vallen onder het Honden- en kattenbesluit en hebben zich te houden aan de daarin gestelde voorschriften. Deze handelaren en fokkers dienen zich te registreren en zijn daarmee dus in beeld. Waar het gaat om particulieren die incidenteel een dier aanbieden, geldt uiteraard dat het heel lastig is daarop controle uit te oefenen.

Voor wat betreft dieren die onder de bepalingen van de CITES regelgeving vallen kan het volgende worden opgemerkt. Het is de bedoeling om duidelijk in kaart te brengen welke professionele fokkers er zijn, met welk fokbestand zij werken en welke legale nakweek voor handelsdoeleinden hieruit voorkomt.
De handel via internet is één van de manieren waarop in dieren gehandeld kan worden. Het voortbestaan van de dieren is in het geding als de handel op een illegale wijze, bewust of onbewust, plaatsvindt. Mijn inzet is er op gericht om door middel van voorlichting en handhaving te komen tot een verbeterde naleving van de CITES regelgeving.

Wat betreft het welzijnsbeleid voor gezelschapsdieren geldt dat ik u in mijn brief van mei dit jaar (Kamerstukken II 2005/06, 28 286, nr.29) heb geschreven wat mij voor ogen staat. Tijdens het AO van 14 september jl. spraken wij hier samen ook nog uitvoerig over. Een belangrijke pijler in mijn aanpak is het verhogen van de kwaliteit en verbeteren van de transparantie van de fokkerij en handel. Hiertoe gaan het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties samen met de overheid werken aan certificatie. Parallel daaraan zal ik certificatie ondersteunen met regelgeving en de handhavingscapaciteit op dit onderdeel verhogen.
Regelgeving en handhaving is één, het handelen van de consument iets heel anders. Ook op dat punt is er veel winst te behalen. Gebleken is dat het veel consumenten ontbreekt aan kennis en bewustzijn. Om dat te verbeteren, wordt een landelijk informatiecentrum gezelschapsdieren opgericht dat voor een groot deel door mij wordt gefinancierd. Het is de bedoeling dat het centrum via verschillende communicatiewegen de consument bereikt en van informatie voorziet. Ik ga er vanuit dat langs deze weg zowel de kennis als het bewustzijn bij consumenten sterk wordt verbeterd. Niet alleen kan de consument zo eenvoudig betrouwbare en eenduidige informatie verkrijgen, ook moet het hem bewust maken waar en hoe hij betrouwbaar dieren kan kopen.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman