Peijs maakt afspraken over aanpak belangrijkste waterkeringen
Nieuwsbericht | 25-10-2006
Op maandag 23 oktober 2006 heeft minister Peijs van Verkeer en
Waterstaat het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2007-2011 vastgesteld.
Hierin worden versterkingen van de primaire waterkeringen genoemd die
de komende jaren in aanmerking komen voor rijksfinanciering.
Primaire waterkeringen zijn de belangrijkste keringen die Nederland
beschermen tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren
en het IJssel- en Markermeer. Dit Hoogwaterbeschermingsprogramma is
tot stand gekomen na overleg met provincies en waterschappen.
Op Prinsjesdag heeft de minister aan de Tweede Kamer laten weten dat
zij voor de versterking van de primaire waterkeringen tot en met 2011
420 miljoen euro vrijmaakt. In totaal is hier tot 2020 1,6 miljard
euro voor nodig. Met de 420 miljoen pakken Rijkswaterstaat en de
waterschappen ruim 40 van de 89 noodzakelijke versterkingen van de
dijken aan. Zoals aangegeven in de brief die op 19 september aan de
Kamer is verstuurd, onderschrijft de minister het advies van de
Adviescommissie Water (ACW) dat het de taak is van een volgend kabinet
om over de financiering van de overige noodzakelijke versterkingen een
beslissing nemen.
Onder de maatregelen vallen de versterking van de dijken en
kunstwerken langs het Markermeer, in de Hollandse en Zeeuwse delta, in
het rivierengebied, langs de Waddenzee en langs de kust. Dit
versterken kan gebeuren door bijvoorbeeld het ophogen of verbreden van
dijken. Verkeer en Waterstaat heeft na overleg met waterschappen en
provincies bepaald welke dijken de hoogste prioriteit hebben. Bij de
prioriteitstelling is gekeken naar de mate van afwijking van de
wettelijke norm uit de Wet op de waterkering: hoe groter de afwijking
hoe hoger de prioriteit.
In 1996 is in de Wet op de waterkering vastgelegd dat de kwaliteit van
de keringen elke vijf jaar moet worden gecontroleerd. In de periode
2001-2006 is de toetsing van de primaire waterkeringen voor de tweede
keer uitgevoerd. Bij de periodieke toetsing wordt door de
waterschappen en Rijkswaterstaat gekeken of de waterkeringen voldoen
aan de wettelijke normen voor de bescherming tegen overstromingen.
Hierdoor is tijdig bekend waar de zwakke plekken in de keringen zitten
en waarvoor maatregelen getroffen moeten worden. Uit de tweede
toetsing is gebleken dat 680 van 2875 kilometer primaire waterkeringen
niet aan de wettelijke norm voldoen. Een groot aantal waterkeringen
wordt al op orde gebracht met lopende programma's, zoals met de PKB
Ruimte voor de Rivier, het project Zwakke schakels langs de kust en
met het herstel van de zeeweringen in Zeeland. Voor 89 nieuwe
maatregelen is rijksfinanciering nodig.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat