Schriftelijke beantwoording vragen Belastingplan 2007
30 804
Schriftelijk reactie op gestelde vragen bij de plenaire behandeling van het
voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten en enige
andere wetten (Belastingplan 2007)
Teruggaafregeling inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet
Mevrouw Dezentjé Hamming heeft signalen ontvangen dat de teruggaafregeling voor
teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet niet soepel
zou verlopen. Naar aanleiding daarvan kan ik haar informeren dat de
teruggaafregeling conform de daarover gedane toezeggingen en zonder vertraging is
uitgevoerd. Concreet hebben 170.000 65-plussers hun teruggaaf vóór 1 september jl.
ontvangen. Dat is ongeveer 85% van het totale bestand aan 65-plussers bij wie teveel
inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet is ingehouden. Dit percentage is
conform het percentage dat eerder was toegezegd. Om in 2006 voor teruggaaf in
aanmerking, te komen moesten personen namelijk aan de volgende voorwaarden
voldoen:
· hij/zij moest op 31 december 2005 65 jaar of ouder zijn;
· hij/zij moest in 2005 twee of meer inkomstenbronnen hebben waarop de "groene
tabel" (tabel voor pensioen- en lijfrenteuitkeringen) is toegepast;
· én hij/zij moest in 2005 in totaal meer dan 30 015 uit die inkomstenbronnen
ontvangen.1
Inmiddels komen bij ons klachten en vragen binnen van mensen die dachten voor een
voorschot in aanmerking te komen, maar dat niet hebben ontvangen. Het gaat onder
meer om:
· mensen die pas in 2006 65 jaar zijn geworden. Zij vallen niet onder de regeling
omdat zij op 31 december 2005 nog geen 65 waren;
· 65-plussers die in 2006 een inkomen hoger hebben dan 30 015, maar in 2005
onder die grens zaten.
Voor deze mensen geldt dat zij in 2007 alsnog een teruggaaf ontvangen op grond van
het reguliere traject. Zij vielen niet onder de toezegging dat terugbetaling vóór
1 september bij voorschot zou plaatsvinden.
Buitengewone uitgavenregeling
Wat betreft de chronisch zieken en gehandicapten wilde ik graag een misverstand
tussen de heer Vendrik en mijzelf rechtzetten. In het wetgevingsoverleg van maandag
23 oktober jl. heb ik aangegeven dat het gebruik van de buitengewone
uitgavenregeling, te weten 41% van de huishoudens, veel ruimer is dan de specifieke
groep chronisch zieken en gehandicapten. De heer Vendrik heeft uit mijn woorden
1 Vanuit een oogpunt van efficiency worden bedragen tot 25 niet via de voorschotregeling uitbetaald.
begrepen dat ik gesteld heb dat 41% van de huishoudens in Nederland chronisch ziek
of gehandicapt is, dit is uiteraard niet het geval. De regeling voor buitengewone
uitgaven is in zijn oorsprong een regeling voor personen met, in relatie tot hun
inkomen, hoge zorgkosten. Dit blijkt ook uit het gebruik van de buitengewone
uitgavenregeling dat oorspronkelijk rond de 300.000 - 400.000 huishoudens lag. Mede
door de fors verbeterde toegankelijkheid van de regeling en de wijzigingen die zijn
aangebracht ter compensatie van bijvoorbeeld verborgen kosten en specifieke kosten
die samenhangen met een chronische ziekte of handicap is dat aantal opgelopen tot
2,9 miljoen huishoudens in 2006. Dit zijn nu juist feitelijk niet allemaal chronisch zieken
en gehandicapten.
Daarnaast heeft de heer Vendrik in het plenaire debat van 25 oktober jl. aangegeven
dat slechts 1/7 deel van de kosten die gemoeid zijn met de buitengewone uitgaven
afkomstig is van posten die gerelateerd kunnen worden aan chronisch zieken en
gehandicapten. Dit is niet juist. Binnen de buitengewone uitgavenregeling zijn de
uitgaven die uitgaan boven de drempel van 11,5% aftrekbaar. Deze drempel is ooit
ingesteld om te zorgen dat alleen uitgaven die in relatie tot het inkomen
`buitengewoon' zijn, in aftrek kunnen komen. De drempel in de buitengewone
uitgavenregeling bedraagt macro 12,5 miljard dat komt grofweg overeen met deze
standaardkosten ( 11,9 miljard). De resterende kosten zoals ook het ouderdoms- en
arbeidsongeschiktheidsforfait2 ( 1,7 miljard), de door de heer Vendrik genoemde
kosten die samenhangen met chronische ziekte of handicap ( 2,8 miljard) en overige
uitgaven ( 1,4 miljard) zijn dus verantwoordelijk voor de feitelijke aftrek van 5,5
miljard en daarmee de budgettaire kosten van 1,6 miljard. Probleem hierbij is dat
door de praktisch uitvoerbare definitie die gekozen is, een deel van de faciliteiten voor
chronisch zieken en gehandicapten helaas ook bereikt wordt door personen die
normaal niet als zodanig zouden worden aangemerkt. Een oplossingsrichting hiervoor
kan zijn maatwerk meer gericht op chronisch zieken en gehandicapten. Aangezien de
Belastingdienst niet geëquipeerd is deze beoordeling te maken ligt een integratie met
het WMO-dossier meer voor de hand. Hiermee zullen chronisch zieken en
gehandicapten beter bediend kunnen worden met het ter beschikking staande budget.
Omzetbelasting op CD-roms
In het wetgevingsoverleg is toegezegd dat in Brussel nog eens de mogelijkheid van
een verlaagd OB-tarief voor onder meer cd-roms voor educatieve doeleinden aan de
orde zal worden gesteld. Ik zal dit, de heer Slob vroeg daarnaar, afstemmen met de
Minister van OCW.
2 Overigens heeft naar schatting de helft van de ouderen en arbeidsongeschikten specifieke uitgaven boven
314 waardoor ze ook voldoen aan de fiscale definitie van chronisch zieke.
DigiD
De heer Irrgang heeft aandacht gevraagd voor mogelijke problemen die kunnen
ontstaan door de introductie van een verplichte ondertekening van aangiftes
inkomstenbelasting met DigiD waar een belastingplichtige hulp van een
maatschappelijk of fiscaal intermediair nodig heeft bij het invullen van zijn aangifte.
Voor de aangifte inkomstenbelasting 2006 in te dienen in de loop van 2007 zal dit
probleem zich niet voordoen. Afgesproken is inmiddels dat die ook nog met de oude
pincode ondertekend zal kunnen worden. Afgesproken is ook dat de
Gemeenschappelijke Beheersorganisatie (GBO) de DigiD-authenticatievoorziening zal
uitbreiden met autorisatievoorzieningen. Naar verwachting kan daarvan bij de aangifte
inkomstenbelasting 2007 gebruik worden gemaakt.
Brief VFI over het zogenoemde goededoelentestament
De heer Van der Vlies heeft, naar aanleiding van een brief van de VFI (Vereniging
voor Fondswervende Instellingen (brancheorganisatie goede doelen)), aandacht
gevraagd voor een in het Belastingplan 2006 opgenomen maatregel ter bestrijding
van constructies in de estateplanning. Zoals afgelopen woensdag toegezegd aan de
heer Van der Vlies, zal mijn departement met de briefschrijver contact opnemen over
deze materie.
De minister van Financiën,
G. Zalm
---- --
Ministerie van Financiën