Time : 13:22:04
Date : 27 October 2006
Sender Name: Intrum Justitia

Overheid brengt met eenzijdige beslissing rond betalingstop van overheidsfacturen tot in februari 2007 bedrijven in financiële problemen.

Duizenden bedrijven zullen bij de afsluiting van hun boekjaar zwaar getroffen worden door deze maatregel.

Gent, 27 oktober 2006 - Intrum Justitia betreurt deze cosmetische ingreep tot uitstel van betaling van facturen door de overheid ten stelligste omdat er daarbij geen rekening gehouden wordt met het feit dat de (kleine- en middelgrote) bedrijven een belangrijke financiële schade ondervinden van dit eenzijdige betalingsuitstel. Zeker aan het eind van het jaar, een moment waarop de kosten vaak hoger liggen dan in de andere maanden (13de maand) en waarop het financieel boekjaar in vele gevallen wordt afgesloten, kan deze maatregel verregaande gevolgen hebben op de cashflow en solvabiliteit van de betrokken bedrijven, laat staan dat in een aantal gevallen de werknemers van de betrokken bedrijven direct getroffen kunnen worden. De regering die een economisch groeibeleid predikt gaat met deze maatregel regelrecht in tegen haar eigen politiek en bevestigt daarmee haar rol als slechtste betaler. De regering ligt daarmee zelf aan de basis van een lawine van slechte betalers en potentiële faillissementen die eraan komen in 2007.

Enerzijds zegt de regering de Belgische economie actief te willen ondersteunen, anderzijds brengen deze maatregelen de Belgische economie ernstige schade toe. Guy Colpaert, Gedelegeerd Bestuurder Intrum Justitia België: "Elk van ons zal moeten opdraaien voor deze cosmetische maatregel om de voorziene betalingen van openstaande vorderingen uit te stellen naar volgend jaar. In het vakjargon van de boekhouders heet dit "window dressing", het opsmukken van de rekeningen, maar tegen welke prijs deze keer? Dat het toch al niet best gesteld is met het betalingsgedrag van de overheid blijkt ook wel uit rapporten van Het Rekenhof. De laatste jaren moet de overheid vanwege achterstallige betalingen vele honderden miljoenen euro's verwijlintresten betalen, waarbij het zelfs geregeld voorkomt dat de verwijlinteresten hoger zijn dan de origineel openstaande schuld. Uiteindelijk zijn dit onnodige kosten, die mits een goed cashflowbeheer kunnen vermeden worden. Het is per slot van rekening ons geld, dat van de belastingbetaler dat hiervoor aangewend wordt. Maar de grootste directe slachtoffers zijn de bedrijven die zaken doen met de overheid."

Laattijdige betalingen, door onder andere de overheid, hebben een desastreus effect op de economie en op de financiële gezondheid van de bedrijven. Zo is een op de vier faillissementen te wijten aan te late betalingen. De KMO's zijn de grootste slachtoffers van de wanbetalers. Zij zijn kwetsbaarder dan multinationals, omdat zij minder reserves hebben, vaker afhankelijk zijn van een kleinere groep klanten en regelmatig leverancier zijn van een grote organisatie die het niet zo nauw neemt met de betalingstermijn.

Het merkwaardige aan deze zaak is dat de overheid hierin het slechte voorbeeld geeft. Een professioneel bedrijf voorziet zijn inkomsten en uitgaven en doet dat rigoreus. Een bedrijf kan immers moeilijk aan zijn werknemers verklaren dat de lonen deze maand niet betaald worden wegens "niet gepland". Want dat zou op zijn beurt weer verregaande gevolgen hebben voor het huishouden van die werknemers. Het begint dus aan de top: betalingsethiek is een basisverantwoordelijkheid en een voorbeeldfunctie van de overheid.

Het korte termijn effect
De overheid gijzelt een aantal bedrijven door niet te betalen binnen de voorziene termijn. Dit betekent voor de betrokken bedrijven minstens een bijkomende financieringskost. Maar dat is een best case scenario. Het kan evengoed dat de betrokken bedrijven niet zomaar een oplossing hebben en hun eigen leveranciers daardoor ook niet meer gaan betalen. Resultaat: de meest kwetsbare bedrijven gaan een financieringsprobleem tegemoet die de continuïteit van het bedrijf in gedrang kan brengen.

Guy Colpaert: "Daarnaast zal de overheid door deze draconische maatregel in 2007 normaliter bijzonder veel verwijlinteresten moeten ophoesten. Dat is een kost die dus ook in 2007 extra is voor de overheid. Vorig jaar paste de overheid dit ook al toe, maar dan wel in december. Dit jaar is het oktober. Om het probleem op te lossen van 2007 kan men misschien deze maatregel in augustus al invoeren? Dit is onaanvaardbaar. Er zijn andere middelen dan het uitpersen van de leveranciers om een financieel tekort te dichten; middelen die iedereen ten goede gaan komen en getuigen van een degelijk financieel beleid."

Het lange termijn effect
De meeste bedrijven sluiten hun werkjaar af per 31/12, dat is dan ook de datum van de bedrijfssituatie die aan de bron ligt van de externe rapportage. Bedrijven zijn verplicht een jaarrekening te publiceren, een foto waarin de financiële situatie van het bedrijf wordt uitgelegd.

Deze maatregel zal dus linea recta zijn impact hebben op de balanssituatie van de betrokken bedrijven. De verhoogde tegoeden worden opgevangen door een verhoogde schuld, hetzij door leveranciers niet te betalen, hetzij door een nieuw krediet of door aanwending van eigen middelen. Maar in elk geval zal het werkkapitaal hierdoor een deuk krijgen en de solvabiliteit van de bedrijven een negatieve tendens vertonen. De kost voor het bekomen van een krediet is rechtstreeks gekoppeld aan de financiële gezondheid van een bedrijf. Vanuit het standpunt van de banken, de kredietverstrekkers, gaat dit over risicomanagement. Hoe gezonder een bedrijf, hoe lager de kans op niet voorziene kosten, en hoe goedkoper een krediet. Maar het omgekeerde is dus ook waar. Bovendien treedt in januari 2007 de Basel II-norm in werking. Deze norm geldt voor de banken en betekent dat zij op basis van een kredietwaardigheidsrating eigen middelen dienen te reserveren voor de verstrekte kredieten. Opnieuw dus, hoe slechter de kredietwaardigheid, hoe hoger de kost voor de bedrijven...

België en betalingsethiek
Vergeleken met andere Europese landen, is België trouwens een slechte leerling wat betreft het betalingsgedrag in het algemeen, en vooral vanwege de betaaltermijnen die door de overheid worden gehanteerd. Het onderzoek European Payment Index, dat Intrum Justitia twee keer per jaar uitvoert in 22 landen, toont aan dat de gemiddelde betaaltermijn van de Belgische overheidsdiensten op 75 dagen ligt, terwijl het Europese gemiddelde op 70 dagen ligt. Met dit resultaat bevindt België zich aan de staart van de Europese landen in gezelschap van landen als Portugal, Spanje en Italië die een zeer slechte reputatie hebben op gebied van betaalgedrag.

"De overheidsinstellingen zouden het goede voorbeeld moeten geven door hun facturen binnen de betalingstermijn te voldoen.", zegt Guy Colpaert, Gedelegeerd Bestuurder van Intrum Justitia België.

De Europese wetgeving over de bestrijding van de betalingsachterstand (2002), die het binnen een B-to-B-omgeving moet toelaten om kosten en interesten door te rekenen aan wanbetalers is in België immers nog steeds niet bekrachtigd door een Koninklijk Besluit (we wachten nu al 4 jaar). Dit reeds aangekondigd en langverwacht KB moet de invorderingskosten vastleggen die bij niet-betaling redelijk worden geacht en aangerekend kunnen worden. De wetgeving zegt dat deze kosten "redelijk" moeten zijn, maar concrete gevallen hebben uitgewezen dat de meeste rechters vanwege het ontbreken van dit KB nooit invorderingskosten toestaan, terwijl enkele andere rechters bv. wel weer een percentage toestaan. Guy Colpaert: "Er is dus geen eenduidigheid op dat vlak, zodat onze klanten vaak aarzelen om kosten en interesten door te rekenen. Ze kunnen via een gerechtelijke tussenkomst immers nul op het request krijgen op hun verzoek tot het betalen van kosten en interesten en moeten in dat geval dus zelf opdraaien voor de kosten die gemaakt zijn om de niet-betaalde factuur betaald te krijgen. De wanbetalers profiteren daar eens te meer van."

Over Intrum Justitia

Intrum Justitia is Europees marktleider op het gebied van debiteurenbeheer. De onderneming is genoteerd aan de Stockholm Beurs. Door middel van uitmuntend relatiebeheer en het bieden van totaaloplossingen op het gebied van debiteurenbeheer, wil Intrum Justitia de cashflow en lange termijn winstgevendheid van opdrachtgevers structureel optimaliseren. In Europa heeft Intrum Justitia een marktaandeel van 35% en telt 2900 medewerkers in 22 landen. De omzet in 2005 bedroeg 304 miljoen Euro, voor 70% op de consumenten- en 30% op de business-to-businessmarkt. Voor alle bijkomende informatie over de onderneming, kan u de website raadplegen www.intrum.be.

Voor alle bijkomende informatie:
Intrum Justitia
Veerle Van Mierlo
Martelaarslaan 53
9000 Gent
Tel.: 09/218 90 94
Fax: 09/218.90.51
E-mail: v.vanmierlo@intrum.com

URL: http://www.intrum.be Picture: (None)
Attachments: (None)

Link to Press Release - NL Link to Press Release - FR