Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk SV/V&G/06/81630 Doorkiesnummer Datum 31 oktober 2006

Onderwerp Onderzoek volumegroei TOG 2000

Hierbij bied ik u aan het onderzoeksrapport van bureau Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics bv (hierna: APE) inzake de regeling Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte kinderen 2000 (TOG 2000). Aanleiding voor het onderzoek was de geconstateerde groei van het volume van de TOG-populatie. Kernvraag van het onderzoek was waarom het volume van de TOG 2000 groeit. Alvorens hierop in te gaan, geef ik in het kort weer wat het doel van de TOG 2000 is. Vervolgens geef ik aan welke verwachtingen met betrekking tot het volume bij de totstandkoming van de TOG 2000 bestonden en wat de stand van zaken van het volume op dit moment is. Na een weergave van de belangrijkste resultaten uit het APE-onderzoeksrapport, geef ik u mijn reactie daarop.

Achtergrond van de TOG 2000
De TOG 2000 is per 1 januari 2000 in werking getreden. Vóór de TOG 2000, vanaf mei 1997, gold de oorspronkelijke TOG-regeling.
Op grond van de oorspronkelijke TOG-regeling bestond recht op een tegemoetkoming voor meervoudig gehandicapte kinderen en voor ernstig lichamelijk gehandicapte of chronisch zieke kinderen van 3 tot 18 jaar. De TOG-regeling werd in 1999 geëvalueerd. Uit die evaluatie kwam naar voren, dat bepaalde kinderen waarvoor geen tegemoetkoming op grond van de TOG-regeling kon worden toegekend gelet op de geest van de regeling wel tot de doelgroep zouden moeten behoren, omdat die kinderen minstens zo hulpbehoevend waren als meervoudig of ernstig lichamelijk of chronisch zieke kinderen. Zo waren kinderen met alleen een verstandelijke handicap per definitie van de TOG-regeling uitgesloten. Naar aanleiding hiervan besloot het kabinet tot een andere omschrijving van de doelgroep, waarbij geen onderscheid meer zou worden gemaakt naar aard van de handicap. Uitgangspunt moest zijn een bepaalde mate van hulpbehoevendheid als gevolg van één of meer stoornissen van lichamelijke, verstandelijke of geestelijke aard. De bijgestelde doelgroep en de nieuwe criteria werden vastgelegd in de TOG 2000.

Ons kenmerk SV/V&G/06/81630

Verwachtingen in 2000 en stand van zaken volume
De totale doelgroep van de TOG 2000 werd bij de start hiervan geraamd op bijna 27.000 gerechtigden. In april 2006 ontvingen ruim 38.000 gerechtigden voor hun kind een tegemoetkoming op grond van de TOG 2000 en het aantal aanvragen voor een tegemoetkoming per kwartaal is in 2006 toegenomen.

Resultaten APE-onderzoek
Volgens APE zijn er vier verklaringen die antwoord geven op de kernvraag van het onderzoek: waarom groeit het volume van de TOG 2000?


1. De TOG 2000 verkeert in een opbouwfase
Bij constante leeftijdsspecifieke in- en uitstroomkansen, gebaseerd op demografische analyse, groeit de regeling (die zijn oorsprong heeft in 1997) in vijftien jaar naar haar structurele niveau in 2012. APE berekent het TOG 2000-volume in 2012 op 64.000, uitgaande van de instroomcijfers en uitstroomcijfers zoals die vóór 2006 zijn berekend.


2. Toename deelcategorie kinderen met psychiatrische stoornissen Uit het onderzoek is naar voren gekomen, dat een belangrijk deel van de nieuwe toekenningen plaatsvindt voor kinderen met psychiatrische stoornissen als ADHD en het autisme-achtige PDD-NOS. Ook in het speciaal onderwijs, de Wajong, en de jeugd-geestelijke gezondheidszorg wordt een groei van het aantal psychische diagnoses geconstateerd. Volgens APE wordt dit wellicht veroorzaakt door enerzijds de gegroeide herkenning en erkenning van gedragsstoornissen en anderzijds de medicalisering van afwijkend en (daardoor) problematisch gedrag. Verder lijkt het bij de indicatiestelling ontbreken van de mogelijkheid om scherp onderscheid te maken tussen kinderen met ernstige en minder ernstige psychiatrische stoornissen een oorzaak te zijn van de groei van het TOG 2000-volume.


3. Toegenomen bekendheid
De onderzoekers concluderen in hun rapport, dat de groei van de TOG 2000 wordt veroorzaakt door toegenomen bekendheid van de regeling. Vooral bestaande TOG-gerechtigden blijken een belangrijke bron van informatie te zijn.


4. Inkomenseffect
Een tegemoetkoming op grond van de TOG 2000 bedraagt thans 202,68 per kwartaal. Uit het onderzoek is naar voren gekomen, dat financiële redenen veruit de belangrijkste redenen zijn om een TOG-tegemoetkoming aan te vragen, hoewel dit op zich geen verklaring is voor de volumegroei.

Kabinetsreactie
APE geeft aan, dat de TOG 2000, waar het gaat om de doelgroep, nog in een opbouwfase verkeert. Eerst in 2012 zal volgens de onderzoekers het structurele niveau zijn bereikt.
---

Ons kenmerk SV/V&G/06/81630

Ik zal de achtergrond van de ontwikkeling in het volume van de TOG 2000 nader analyseren aan de hand van de nieuwe inzichten uit het onderzoek, de eveneens stijgende instroom in de Wajong, de ontwikkelingen van de doelgroep in het speciaal onderwijs en het relatief hoge aantal aanvragen tot nog toe in 2006. Op basis van de uitkomst van deze analyse zal worden aangegeven welk groeipad voor de komende jaren kan worden verwacht.

In overleg met de Staatssecretaris van VWS en de SVB zal ik de TOG 2000-regeling en de wijze van indicatiestelling tegen het licht houden. Het overleg wordt gevoerd in samenhang met het overleg over de indicatiestelling van de TOG 2000, waarvan de Staatssecretaris van VWS melding maakte in haar brief van 9 juni 2006 (Kamerstukken II, 2005-2006, 26631, nr. 180), waarbij beperking van de administratieve lasten voor de burger als doelstelling wordt gehanteerd.

Tot slot meld ik conform de naar aanleiding van het debat over de Voorjaarsnota 2005 aangenomen motie van het lid Bakker c.s. (Kamerstukken II, 2004-2005, 30105, nr.16), dat de kosten van dit onderzoek (inclusief de kosten voor het dossieronderzoek door Client First en een telefonische enquête) 61.642 bedragen (inclusief BTW). Het onderzoek is uitgevoerd om inzicht te krijgen in de de achtergronden van de groei van de TOG-regeling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlage(n): Onderzoeksrapport APE


---