Gemeente Utrecht


| |
|Datum: 30-10-2006                                                     |
|                                                                      |
|                                                                      |
|Journalisten kunnen les 'Kom op voor Jezelf' op basisschool bijwonen  |
|                                                                      |
|Op veel basisscholen in Utrecht worden de lessen 'Kom op voor Jezelf' |
|gegeven. Hierbij gaan kinderen uit de groepen 7 of 8 drie maanden lang|
|een uur per week aan de slag om weerbaarder te worden. Doel is het    |
|voorkomen dat kinderen slachtoffer worden van (seksueel)              |
|machtsmisbruik of zich hieraan schuldig maken. Aanstaande woensdag 1  |
|november vindt op de Van der Hulstschool een les plaats die           |
|journalisten kunnen bijwonen. Tijdens deze les wordt het              |
|zelfvertrouwen van de kinderen vergroot doordat zij plankjes leren    |
|doorslaan. Het gaat daarbij om geloven in wat je zelf kunt, dat helpt |
|om goed voor jezelf op te komen in spannende en moeilijke situaties.  |
|                                                                      |
|Rinda den Besten, wethouder Jeugd en volksgezondheid, woont de les op |
|de Van der Hulstschool a.s. woensdag ook bij. Dit schooljaar doen     |
|bijna zeshonderd leerlingen op 21 Utrechtse basisscholen mee aan de   |
|lessen 'Kom op voor Jezelf'. De lessen bestaan onder meer uit         |
|groepsgesprekken, oefenen met zelfverdediging, rollenspelen en        |
|vertrouwens- en samenwerkingsspelletjes. De meisjes en jongens krijgen|
|gescheiden les omdat er dan meer veiligheid en openheid is en omdat er|
|wat verschillen zijn in de inhoud van de lessen. De ouders worden     |
|betrokken door middel van schriftelijke informatie, een ouderavond en |
|het bijwonen van de examenles. Het is nu het twaalfde jaar dat deze   |
|lessen in Utrecht worden gegeven.                                     |
|                                                                      |
|Noot voor de media                                                    |
|                                                                      |
|Journalisten kunnen de les op 1 november a.s. alleen bijwonen als zij |
|vooraf contact opnemen met bestuurscommunicatie, Sylvia Borgman,      |
|telefoon 030-2861055.                                                 |
|In bijgevoegde tekst staat achtergrondinformatie over de lessen       |
|weerbaarheid, kijk ook op www.weerbaarheid.gggd.nl                    |
|                                                                      |

---- --


KOM OP VOOR JEZELF

1. Organisatie, doel en werkwijze
Kom op voor Jezelf is een preventieprogramma van de GG&GD-Utrecht, afdeling Jeugdgezondheidszorg. Doel is het vergroten van de weerbaarheid bij kinderen, om te voorkomen dat zij slachtoffer worden van (seksueel) machtsmisbruik of zich hieraan schuldig (gaan) maken. De 12 lessen van 60 minuten worden onder schooltijd, in aanwezigheid van de leerkracht, gegeven aan leerlingen van groep 7 of 8 (of bestaande groep7/8) van de basisschool. Het programma is seksespecifiek: de meisjes en jongens krijgen gescheiden les. Tijdens een ouderavond wordt een workshop gegeven over de inhoud van de lessen.

2. Utrecht en het landelijk platform
In een groeiend aantal plaatsen in Nederland worden vergelijkbare weerbaarheidsprojecten uitgevoerd. Met steun van gemeenten en ook van het ministerie van Justitie, die via verschillende vormen van subsidies de projecten ondersteunt, zoals het landelijke platform. Alle weerbaarheidsprojecten kunnen, mits zij aan een aantal projectkenmerken voldoen, zich aansluiten bij dit platform. De projecten zijn ook bekend onder andere namen zoals: Weerbare tieners en Marietje Kesselsprojecten. Het landelijke platform is naar vernoemd naar het Marietje Kesselsproject uit Tilburg,waar het programma is ontwikkeld.
Kom op voor Jezelf is in Utrecht een structurele voorziening en wordt jaarlijks op 18 scholen uitgevoerd. Momenteel zijn hiervoor vier preventiewerkers in dienst.
Inhoudelijk en organisatorisch wordt steeds meer samengewerkt met andere GG&GD-programma's, zoals Opvoedingsondersteuning en Stop de Pestkop.

3. Projectkenmerken
De lessen weerbaarheid vinden plaats aan het einde van de basisschool: voor de kinderen een vertrouwde en veilige omgeving. Bij zowel de jongens als de meisjes is een leerkracht aanwezig. Enerzijds om de preventiewerkers te ondersteunen met onder andere relevante informatie over de leefsituatie van de kinderen, anderzijds om zo ook vakkennis op te doen op het gebied van weerbaarheidsvergroting, preventie en signaleren van problemen rondom machtsmisbruik. Omdat veiligheid op school, het opstellen van (pest-) protocollen en dergelijke klasoverstijgend zijn, is de directie aanwezig bij het intakegesprek, de examenles en de eindevaluatie.
De preventiewerkers zijn geschoold in mentale en fysieke weerbaarheid. Doordat de meisjes en jongens gescheiden les krijgen is er minder schaamte, meer veiligheid en eerder (h)erkenning. Dit maakt het praten over moeilijke en kwetsbare onderwerpen makkelijker. Zowel de jongens als de meisjes oefenen in fysieke en mentale weerbaarheid maar de accenten (kunnen) verschillen.

4. Methode en inhoud lessen
Omdat weerbaarheid bestaat uit én denken én voelen én handelen, hebben alle lesonderdelen deze drie aspecten in zich. De lesonderdelen zijn verdeeld over: groepsgesprekken, fysieke (zelfverdedigings-) oefeningen, rollenspelen, vertrouwens- en samenwerkingsspelletjes en een huiswerkschrift.


De kinderen leren zo situaties van machtsmisbruik (zoals pesten, (seksueel) intimiderend gedrag en kindermishandeling) herkennen en hun handelingsmogelijkheden vergroten. Ook leren ze hoe en waar ze om hulp kunnen vragen.
Centraal staan vijf basisvaardigheden: 1) eigen gevoelens kunnen herkennen en benoemen, 2) negatieve gevoelens op een adequate manier kunnen uiten, 3) conflicten oplossen,
4) hulpvragen en bieden, 5) inleven in een ander.
De zelfverdedigingoefeningen kunnen kinderen gebruiken om zich daadwerkelijk te verdedigen als ze worden vastgepakt of lastig gevallen. De wetenschap dat ze in noodgevallen een pijnlijke trap kunnen uitdelen, maakt ook dat kinderen zich sterker, zelfverzekerder en minder bang voelen. Dit zelfvertrouwen leidt tot minder agressie naar anderen, en verkleint de kans om zelf lastiggevallen te worden.
Ook hebben wij de methodiek Rots en Water toegevoegd. Dit is een psychofysieke training die kinderen leert om letterlijk en figuurlijk stevig te staan, hun eigen kracht en rust te ervaren en richting te geven aan hun handelen.
Deze methodiek is ontwikkeld voor jongens in het voortgezet onderwijs. Inmiddels is deze geschikt gemaakt voor het basisonderwijs. En, hoewel dus ontwikkeld voor jongens, blijken ook de meisjes enthousiast over het programma. Leren door doen is het belangrijkste uitgangspunt bij deze lessen.
In de praktijk zullen we Rots en Water combineren met het reeds toegepaste Marietjes Kessels-programma. (Ja/Nee/Twijfel-gevoel, de vier-stappen, drie vragen voor veiligheid etc.).

5. Relatie met professionele hulpverlening en andere instanties
Samenwerking met de hulpverlening is onontbeerlijk voor het adequaat reageren op signalen, vermoedens en meldingen van situaties van machtsmisbruik die naar voren kunnen komen, bij de aan de lessen deelnemende kinderen. De preventiewerkers hebben een signalerende functie. Zij bieden indien nodig eerste opvang en verwijzen door naar ouders, de leerkracht, en/of hulpverlening. Waar mogelijk gebeurt dit in nauw overleg met de school.
Daarnaast worden bij de open examenles regelmatig wijkagenten, kinderwerkers etc. uitgenodigd. Zo wordt voor de kinderen de verbinding met andere belangrijke personen in de wijk gelegd.

6. Bevindingen van kinderen, leerkrachten en ouders
De leerlingen geven aan meer zelfvertrouwen te hebben gekregen, minder bang te zijn en beter te weten wat ze kunnen doen in nare of bedreigende situaties. Ook kunnen ze beter de grenzen van een ander waarnemen. Vooral jongens vinden het minder ongewoon om over gevoelens te praten. Veel leerkrachten raken meer alert op het creëren van een veilig leerklimaat in de klas en de belangrijke rol die zij daar zelf in kunnen spelen. Verder vinden veel leerkrachten dat kinderen duidelijker hun grenzen aangeven, zowel onderling als naar volwassenen. Tot slot geven leerkrachten vaak aan dat de sfeer in de klas verbetert. Ouders ervaren de lessen als steun bij hun opvoeding.

Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met:
Bart Boerema
Docent Weerbaarheid
GG&GD-Utrecht, afdeling G&Z
Postbus 2423
3500 GK Utrecht
030-2863224 / 06-21230542/B.Boerema@Utrecht.nl


---- --