Verbond van Verzekeraars

Wachttijd hanteren mag!

Het gerechtshof Amsterdam heeft het hoger beroep in de zaak tegen verzekeraar Movir vernietigd. De rechtbank van Utrecht stelde vorig jaar november in een kort geding dat Movir ongeoorloofd onderscheid zou maken op basis van geslacht, door een wachttijd te hanteren bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zwangere zelfstandigen. Die uitspraak is nu verworpen.

Tot 1 augustus 2004 was er een publieke voorziening voor zelfstandigen, waarop vrouwelijke zelfstandigen een beroep konden doen als ze met zwangerschaps- en bevallingsverlof gingen. Met de afschaffing van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) is deze mogelijkheid verdwenen. Zelfstandigen kunnen wel een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten, maar die biedt zonder extra dekkingen geen dekking tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof, omdat zwangerschap geen risico is (zoals arbeidsongeschiktheid), maar doorgaans een bewuste keuze.

Antiselectie
Om zelfstandigen toch tegemoet te komen, bieden veel verzekeraars waaronder Movir een extra dekking bij de
arbeidsongeschiktheidsverzekering aan, die voorziet in een uitkering tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof. Om het risico op antiselectie te beperken (alleen vrouwen die zwanger willen worden, zullen immers om deze dekking vragen), wordt wel een wachttijd van twee jaar gehanteerd. Dat betekent dat vrouwen alleen recht hebben op de uitkering als zij op de vermoedelijke bevallingsdatum minstens twee jaar zijn verzekerd.

Bezwaar
Een verzekerde van Movir tekende daar vorig jaar bezwaar tegen aan en de Commissie Gelijke Behandeling sprak van discriminatie. In een kort geding wees de rechtbank in Utrecht de vordering toe. Movir ging daarop in hoger beroep. De verzekeringsmaatschappij heeft aangegeven dat, áls zij al een verboden onderscheid hanteert (wat Movir uiteraard bestrijdt), er sprake is van een zogenaamd indirect onderscheid. En voor indirect onderscheid gelden objectieve rechtvaardigingsgronden, namelijk het voorkomen van oneigenlijk gebruik en een juiste premiestelling.
Het hof heeft Movir nu in het gelijk gesteld. Een belangrijke reden daarvoor was dat het toewijzen van het vonnis grote financiële consequenties zou hebben, die leiden tot een substantiële premieverhoging voor alle verzekerden. Het hof leidt dat af uit het feit dat het UWV onder de WAZ jaarlijks circa 25 miljoen euro aan zwangerschapsuitkeringen betaalde.

Verzekerd!, november 2006