GGD Midden Nederland


PERSBERICHT

14 november 2006

Thuiszorg, GGD en gemeenten slaan handen ineen voor belang kind

Een kind met een lichamelijke, psychische of sociale hulpvraag mág niet uit het oog van de jeugdgezondheidszorg verdwijnen. Dat heeft de overheid bepaald met de aangepaste Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) op 1 januari 2003. Met deze aanpassing moet de 'knip' in de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar verdwijnen. Deze knip ontstaat doordat de thuiszorg (consultatiebureau) kinderen van 0-4 jaar onderzoekt en de GGD de kinderen van 4-19 jaar. Daarom voeren 21 Utrechtse gemeenten in het vervolg de regie over de jeugdgezondheidszorg 0 tot 19 jaar. De uitvoering blijft voorlopig weliswaar in handen van twee organisaties, maar door intensievere samenwerking zal dit voor ouders nauwelijks merkbaar zijn. Vorige week is hiervoor de eerste aftrap gegeven door alle GGD- en thuiszorgmedewerkers van de jeugdgezondheidszorg.

Bij de bijeenkomst 'Samen aan het werk' waren 250 medewerkers aanwezig van de GGD Midden-Nederland en de, in de provincie Utrecht werkzame, thuiszorginstellingen: Vitras, Zuwe, Kruiswerk West-Veluwe, Rivas en Vierstroom. De bijeenkomst stond voornamelijk in het teken van kennismaken en het maken van samenwerkingsafspraken. Veel medewerkers kenden elkaar al wel, maar hadden nog nooit intensief gesproken over elkaars werkwijze. Antwoorden op vragen als: wat vertellen jullie de ouders als het kind 's nachts nog niet zindelijk is? Of wanneer sturen jullie een kind door naar een hulpinstantie? Door met elkaar in gesprek te gaan, zullen in de toekomst niet alleen (probleem)kinderen beter besproken worden, maar zal er ook meer lijn komen in de advisering naar de ouders toe. Uiteindelijk resultaat is een gezamenlijke werkwijze en het gezamenlijk oppakken van folders, website en een servicelijn voor ouders.

Gemeenten onderzoeken de mogelijkheden voor de ontwikkeling van zogenaamde Centra voor Jeugd en Gezin. Dit is een lokaal centrum waar zowel de thuiszorg als de GGD samen in werken. Ouders en kinderen moeten hier terecht kunnen met al hun opvoedkundige vragen en voor de reguliere preventieve gezondheidsonderzoeken. De medewerkers in dit centrum informeren, signaleren en adviseren aan ouders en bieden daarnaast ook hulp via pedagogen en algemeen maatschappelijk werkers. Indien nodig verwijzen zij door naar hulpinstanties, zoals Bureau Jeugdzorg. De wens is dat in de toekomst bij de Centra ook andere jeugdhulpinstanties zich aansluiten. Op deze wijze komt alle deskundigheid rond jeugd onder één dak. De kans is groot dat bestaande locaties (bijvoorbeeld consultatiebureaus) omgevormd worden tot Centra voor Jeugd en Gezin, omdat hier nu ook al veel van de genoemde disciplines bij elkaar zitten.

Niet alleen medewerkers werken intensiever samen. Ook de elektronica draagt hier een steentje aan bij. Op 1 januari 2008 is er één groot landelijk elektronisch kinddossier, waarin ieder kind tussen 0 tot 19 staat geregistreerd. Daarnaast komt er een verwijsindex, waardoor hulpinstanties geïnformeerd worden wanneer meerdere hulpverleners bij één gezin betrokken zijn. Hierdoor is de gezondheidscarrière van het kind beter te volgen en is er minder kans op verlies van informatie over het kind. Het kinddossier, een mogelijk Centrum voor Jeugd en Gezin en de nauwere samenwerking moeten er uiteindelijk toe leiden dat er steeds beter afgestemde zorg komt rond het kind.

---- --