Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake Jaarverslagen MFO's, VMP, NCDO en PSO (http://www.minbuza.nl:80menulm_nl:) 15-11-2006 | 11:15

Samenvatting:

Inhoud:

Hierbij doe ik u de jaarverslagen over 2005 toekomen van de Nederlandse medefinancieringsorganisaties (MFO's), het Vakbondsmedefinancieringsprogramma (VMP), de NCDO en PSO, alsmede mijn reactie daarop.De financiering die deze organisaties in 2005 gezamenlijk uit de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking ontvingen, bedroeg circa ¤ 483 miljooen.Tot mijn genoegen constateer ik dat de stijgende lijn ten aanzien van kwaliteitsverbetering ook in 2005 is doorgezet, al zijn ook nog verbeterpunten te signaleren.De laatste jaren heb ik bepleit dat de Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties toenemende aandacht schenken aan de relatie met het vigerende Nederlandse ontwikkelingsbeleid. Een gezamenlijke inspanning is noodzakelijk mede met het oog op het realiseren van de MDG-agenda. Te constateren valt dat verschillende organisaties in toenemende mate het belang van afstemming, (onderlinge) samenwerking en complementariteit onderkennen. Uit de reacties van ambassades op de onderhavige jaarverslagen blijkt duidelijk dat er inmiddels wereldwijd goede relaties zijn opgebouwd en worden onderhouden. Samenwerking en complementariteit zijn ook kernbegrippen in het nieuwe ontschotte medefinancieringsstelsel (MFS) dat per 1 januari 2007 operationeel wordt.Ambassades en Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties zullen daarbij actief gaan zoeken naar kansen om afstemming en samenwerking te versterken en/of uit te breiden.A. Medefinancieringsprogramma MFPDe jaarverslagen over 2005 sluiten naar mijn oordeel over het algemeen goed aan bij de geaccordeerde jaarplannen over dat jaar. De uitvoering van de strategische meerjarenplannen 2003-2006 ligt redelijk tot goed op schema al zal hier en daar in 2006 een (geringe) inhaalslag moeten worden gemaakt.In toenemende mate geven de verslagen inmiddels een goed inzicht in de relatie tussen doelstellingen, resultaten, activiteiten en bevindingen. Ook andere kwaliteitsverbeteringen, die de laatste jaren zijn ingezet, zetten zich in 2005 door.Uit verschillende jaarverslagen valt op te maken dat gerichte actie is ondernomen ten aanzien van de bevindingen en conclusies van de door KPMG eind december 2004 uitgevoerde doelmatigheidsaudit.Aandacht voor aspecten van goed bestuur, zoals democratisering en rechtszekerheid, nemen bij verschillende organisaties van het MFP een toenemende belangrijke plaats in. Er zijn vele goede voorbeelden van resultaten die op dit vlak zijn behaald.Minder duidelijk komt naar voren welk belang wordt gehecht aan de rol die het maatschappelijk middenveld wil spelen bij het aan de kaak stellen van machtsmisbruik, misbruik van overheidsgelden en het mobiliseren van pressie om daarin verandering aan te brengen. Het bestaan van corruptie als element van ontoereikend goed bestuur ondermijnt immers niet alleen ontwikkeling maar ook de legitimiteit en het draagvlak van de overheidsgelden. In de beleidsdialogen die dit najaar met de organisaties worden gehouden zal ik onder meer dit onderwerp aan de orde stellen.CORDAIDHet jaarplan 2005 is goed gevolgd en grotendeels ten uitvoer gebracht. Het verslag van deze organisatie geeft een redelijk goed inzicht in de relatie tussen doelstellingen, resultaten, activiteiten en middelen.CORDAID onderscheidt binnen haar structuur en werkwijze drie kernactiviteiten of primaire processen: financiële hulpverlening, lobby en marketing. Ten aanzien van marketing vond in 2005 een herinrichting plaats. Het belangrijke innovatietraject 'lokale fondswerving' bleef achter bij de verwachtingen en er was behoefte aan nieuwe wervingstechnieken. Daarnaast is gezocht naar een betere afstemming tussen de marketing/fondsen en de projecten/thema's van de financiële hulpverlening.CORDAID lijkt hard op weg de belangrijkste streefcijfers van haar strategische beleidsplan 2003-2006, zoals een verschuiving van de interventie-strategieën in de richting van maatschappij-opbouw en lobby, te gaan halen. Ook op het vlak van evaluaties is een goede inhaalslag gemaakt. Toch moet ik constateren dat nog te weinig wordt gekeken naar de behaalde effecten op het niveau van de doelgroep; waarschijnlijk is dit het gevolg van het ontbreken van 'base-line'gegevens. Het huidige verslag geeft wel meer dan voorheen inzicht in de lessen die deze organisatie trekt uit evaluaties, rapportages en dergelijke. Bleef CORDAID in 2004 nog achter bij de eigen planning ten aanzien van gender; het onderwerp stond in 2005 prominent op de agenda en alle in het jaarplan 2005 aangegeven actiepunten zijn gerealiseerd. Onder meer zijn strategische relaties aangegaan met vrouwen(rechten)organisaties onder het motto 'samensterk(er).' HIV/Aids was eveneens een prioritair thema, binnen welk thans veertig partnerorganisaties actief zijn.CORDAID spant zich in om het aantal partnerrelaties te laten afnemen, al blijft extra aandacht nodig om de doelstelling van maximaal 890 partners eind 2006 te halen. Conform een strategische visie die overeenkomt met de doelstellingen van CORDAID vindt selectie van partners plaats die aan minimale capaciteitseisen moeten voldoen om naar behoren te kunnen functioneren. In 2005 leidde dit tot een reductie van 243 partners en werd het bestand vernieuwd met 121 organisaties, waarmee het totaal vooralsnog op 985 kwam.HIVOSDe kwaliteitsverbetering, die in 2004 is ingezet op basis van door HIVOS uitgebrachte beleidsnotities op het gebied van partnerbeleid, kennisbeleid en resultaatmeting, zette in 2005 door.Het partnerbeleid is sterk gericht op verzelfstandiging. Een partnerrelatie wordt voor maximaal 10 jaar aangegaan met speciale aandacht voor capaciteitsversterking waar financiële middelen voor worden vrijgemaakt. Dit laatste geldt ook ten aanzien van het kennisbeleid waaronder het bevorderen van interne deskundigheid.HIVOS is één van de weinige Nederlandse ontwikkelingsorganisaties met een uitgewerkt beleid en eigen programma op het gebied van ICT, kennisdelen en media. Ik waardeer het dat HIVOS het belang van kennis over en ten behoeve van ontwikkeling nadrukkelijk onderkent en dat in verband hiermee een interne reorganisatie is uitgevoerd om het genereren en delen van kennis te bevorderen. De kritiek die in voorgaande jaren is geleverd op de mate van resultaatgerichtheid van de rapportages is door HIVOS ter harte genomen. Tot mijn genoegen kan ik vaststellen dat thans over alle beoogde resultaten wordt gerapporteerd, ook die welke niet of slechts gedeeltelijk gehaald zijn. Hiermee wordt een realistischer beeld van de gepleegde interventies en de effecten hiervan verkregen.Uit het interne accountantsverslag blijkt dat ook de interne beheersing van HIVOS sterk is verbeterd.HIVOS speelt internationaal een leidinggevende rol ten aanzien van het stimuleren van innovaties op het gebied van vrouwen-emancipatie en respect voor diversiteit. Het is HIVOS eveneens gelukt om binnen Nederland de schaduwrapportage over Bejing + 10 en het gender platform te stimuleren.Het jaarverslag maakt ook melding van initiatieven op het gebied van democratisering die aangeven dat er op dit terrein succesvolle resultaten zijn behaald. HIVOS beperkte zich daarbij niet tot de ruimte die burgers en burgerorganisaties weten te claimen of te veroveren om misstanden op politiek gebied te corrigeren. De aandacht ging ook uit naar de invloed van mensenrechten organisaties op het proces van armoedebestrijding.ICCODe verslaglegging verhoudt zich goed met het jaarplan 2005. Het toont aan dat de uitvoering van het bedrijfsplan 2003-2006 nog steeds redelijk op schema ligt, al is er kwantitatief iets minder gerealiseerd dan gepland. Door ICCO is toegelicht dat het ingezette proces van vernieuwing ten aanzien van drie hoofdthema, te weten Duurzame Rechtvaardige Economische Ontwikkeling, Toegang tot Basisvoorzieningen en Democratisering en Vredesopbouw, de juiste aandacht en tijd vraagt en dit van invloed is op de voortgang. Verwacht wordt dat in 2006 een inhaalslag wordt gemaakt.ICCO zette in 2005 de omvorming in tot een 'internationale netwerkorganisatie waarin verantwoordelijkheid voor richting en prioriteiten wordt gedeeld met vertegenwoordigers uit het Noorden en Zuiden'. Ik waardeer dit initiatief. Een ander streven om zich te profileren als lerende en innovatieve organisatie kreeg eveneens gestalte: naast financierder ontpopte ICCO zich als makelaar tussen bedrijven en particulieren in het Noorden en partners in het Zuiden.Geconstateerd is eveneens dat de Front Desk van ICCO steeds meer samenwerkt met individuele ondernemers.Een belangrijk deel van ICCO's beleid is gericht op verbetering van de (rechts-)positie van mensen die leven met HIV/Aids. Wereldwijd richt ICCO zich vooral op de rol van de kerk c.q. de christelijke gemeenschap ten aanzien van de pandemie. In dit verband heeft ICCO met anderen een kennis-centrum voor Religie & Ontwikkeling opgezet. Doorbreken van taboes en stigmatisering is één van de motto's. Ten behoeve van haar partners heeft ICCO inmiddels ook een concept ontwikkeld voor HIV/Aids personeelsbeleid.Uit het jaarverslag komt duidelijk naar voren dat veel is ondernomen ter verbetering en versterking van de monitoring- en evaluatiesystematiek. Wel blijkt dat het centraal monitoren van de opvolging van aanbevelingen uit onderzoeksrapporten verbetering behoeft. Een systeem om dit te ondervangen is inmiddels ontwikkeld. Ik zie met belangstelling uit naar het resultaat hiervan. OXFAM NOVIBHet verslag geeft een redelijk goed overzicht van de interventies en activiteiten die in 2005 door Oxfam Novib zijn ondernomen. Ik constateer dat de positieve ontwikkelingen uit voorgaande jaren zijn voortgezet. Hierbij denk ik onder andere aan de nieuwe instrumenten waarmee aan het begrip 'goed donorschap' nadere invulling wordt gegeven en aan de ontwikkelingen op het gebied van de interne organisatie. Ik verwacht dat de bij Oxfam Novib doorgevoerde reorganisatie en de invoering van de zogenaamde 'Balanced Score Cards' inderdaad het gewenste effect zullen hebben. Ik zie met belangstelling uit naar de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar deze trajecten.De koppeling naar het jaarplan is duidelijker gemaakt, maar kan nog verder worden verbeterd, bijvoorbeeld door ook aan te geven welke beoogde resultaten niet zijn behaald. De resultaten worden bovendien nog steeds hoofdzakelijk op 'output'-niveau weergegeven. Gegevens met betrekking tot het 'outcome'-niveau ontbreken.Door Oxfam Novib wordt benadrukt dat haar beleid sterk is gebaseerd op de mensenrechtenbenadering; de organisatie noemt onrecht de belangrijkste oorzaak van armoede en stelt dat iedereen recht heeft op een eerlijk inkomen, voedsel, gezondheidszorg, onderwijs en een veilig leven. Oxfam Novib zet zich daarom vooral in voor mensen die het zwaarst door armoede en onrecht worden getroffen: vrouwen, kinderen en minderheden. Met name op de volgende gebieden boekte Oxfam Novib resultaten: recht op voldoende middelen voor een duurzaam bestaan, recht op sociale basisvoorzieningen, recht op leven in veiligheid, burgerrechten, politieke rechten en recht op een eigen identiteit.Oxfam Novib neemt deel in een groot aantal samenwerkingsverbanden en is hierbinnen inhoudelijk sterk betrokken.PLAN NederlandUit het jaarverslag van PLAN Nederland (Plan NL) blijkt dat het voorgenomen beleid in 2005 consistent is uitgevoerd en strookt met de uitgangspunten van zowel het bedrijfsplan als het stappenplan over de jaren 2003-2006. Het verslag geeft een goed inzicht in de leer- en verbeterpunten. Waar resultaten achterbleven bij de verwachtingen of aanleiding gaven tot vragen heb ik Plan NL hierop geattendeerd.Plan NL heeft de strategische keuze gemaakt om sterker dan voorheen aan te sluiten bij het Verdrag van de Rechten van het Kind en zich in de uitvoering van haar beleid in het bijzonder te concentreren op gemarginaliseerde groepen van kinderen. In de beleidsdiscussies van Plan NL met de Plan landenkantoren, zal naast de participatie van gemarginaliseerde groepen in het kader van maatschappijopbouw, het aan de kaak stellen van machtsrelaties worden geagendeerd. Onderzoek heeft uitgewezen dat de participatie van gemeenschappen nu nog te vaak instrumenteel van aard is.De ambitie van Plan NL om zich in Nederland te profileren als een kindgerichte ontwikkelingsorganisatie, blijkt uit tal van initiatieven die zijn ontwikkeld om brede groepen jongeren - op hun eigen wijze --- te betrekken bij verdelingsvraagstukken in de wereld; initiatieven die zich qua inhoud en vorm vaak onderscheiden, zoals ook blijkt uit de diverse prijzen die in ontvangst zijn genomen.Terres des HommesDe verslaglegging van Terre des Hommes (TdH) over 2005 is op belangrijke punten verbeterd ten opzichte van het jaarverslag over 2004.Ook in 2005 richtte TdH zich expliciet op de rechten van de meest kwetsbare kinderen en het aan de kaak stellen van de meest ernstige schendingen van de rechten van het kind. De thema's kinderarbeid en kinderhandel kregen extra aandacht.Gedeeltelijke herziening van het partnerbeleid vond plaats om het beleid van de regiokantoren, waar mogelijk, te uniformiseren. De thans gedefinieerde sectoren en thema's geven aan op welk terrein partnerorganisaties actief moeten zijn om voor financiering in aanmerking te (blijven) komen. Hiermee is de benadering verschoven van aantallen benificianten naar doelgroepen.TdH stelt dat het meten van hun resultaten tot op heden slechts op output-niveau mogelijk was. Het streven om in 2006 ook meer kwalitatieve indicatoren te hanteren, is essentieel om de resultaatgerichtheid van de rapportages verder te vergroten. In dit verband is het eveneens belangrijk dat er resultaatgericht wordt gerapporteerd over de verleende capaciteitsopbouw, aangezien dit inzage geeft in de tijd en middelen die TdH hiervoor beschikbaar stelt en de meerwaarde die dit heeft voor de partnerorganisaties. Ik zal dit proces nauwgezet blijven volgen.Omdat TdH geen lid is van het MFP Breed Netwerk (MBN), doet de organisatie niet mee met de gezamenijke programma evaluaties (PE's) die deel uitmaken van de meerjaren onderzoeksagenda van dit netwerk. Bij de start van de lopende subsidieperiode 2003 - 2006 kende TdH evenmin eigen, zogenaamde intterne PE's. Daar is de afgelopen jaren (voorzichtig) naar toe gewerkt, omdat de organisatie inmiddels wel het nut inziet van bredere evaluatie-onderzoeken, waaruit op een hoger beleidsniveau dan de individuele financiering, lessen kunnen worden getrokken. Ik onderschrijf het belang van deze ontwikkeling.B. Vakbondsmedefinancieringsprogramma (VMP)Uit de reacties van de ambassades komt naar voren dat zij over het algemeen nog weinig contact hebben met CNV Internationaal en/of FNV Mondiaal. Mede daardoor zijn ambassades weinig bekend met de activiteiten van deze organisaties in de respectievelijke landen. Dat vind ik jammer omdat zowel ministerie als de vakbondsorganisaties hiervan profijt kunnen hebben. Ik heb beide organisaties nogmaals gewezen op het belang van het verbeteren van de informatie-uitwisselingen en mogelijke afstemming. Ook de rol die is weggelegd voor de vakbeweging bij bijvoorbeeld het opstellen van nationale armoedestrategieën en de samenwerking met ILO is immers zeer relevant.CNV InternationaalHet jaarverslag van CNV Internationaal geeft een redelijk goed overzicht van de ondernomen initiatieven en activiteiten. Het ontbreekt echter nog steeds aan een eerste koppeling naar de plannen uit het meerjaren- en jaarplan, minder positieve resultaten en ontwikkelingen die de leercyclus van deze organisatie illustreren, alsmede de context waarbinnen CNV Internationaal haar activiteiten ontplooit (externe factoren, afstemming met andere donoren, etc.). Bredere thema's die contextbepalend zijn, zoals milieu en HIV/Aids, komen helemaal niet aan de orde. CNV Internationaal heeft inmiddels aangegeven hier in het vervolg meer en afdoende aandacht aan te besteden.Een duidelijke vooruitgang is waar te nemen ten aanzien van het PME-traject. Deze methode is langzamerhand een structureel onderdeel geworden waarmee CNV Internationaal thans in staat is partners kritischer te beoordelen en consequenties te verbinden aan minder positieve beoordelingen.Gender loopt als speciaal thema door het hele jaarverslag en komt neer op het bevorderen van meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen in de vakbeweging en op de werkvloer. Gender wordt in toenemende mate een beoordelingscriterium waarbij binnen het Informatie Systeem Internationaal een nulmeting wordt geregistreerd. Via interne dit systeem zullen naast resultaten ook effecten van organisatie- en arbeidsrechten worden gemonitord en kunnen op termijn op basis van impact, strategische keuzes worden gemaakt. Ik waardeer dit initiatief en laat mij op de hoogte houden van de voortgang.FNV MondiaalHet jaarverslag van FNV Mondiaal heeft een heldere opbouw; de overige aangeleverde stukken hebben een toegevoegde waarde en de matrix betreft een welkome aanvulling. Het DRAM en SMART gehalte is nog te mager; deze systematieken dienen in de toekomst nauwgezetter te worden gevolgd.Gebaseerd op een evaluatie uitgevoerd door de Universiteit Leiden voltrekt zich momenteel met betrekking tot het thema gender een beleidsmatige verschuiving: van projecten gericht op de positie van vrouwen in de vakbonden naar de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt in het algemeen.Ook op het gebied van kinderarbeid maakt FNV Mondiaal zich sterk. Tot dusver lag de concentratie hiervan op Azië. Met name in India zijn goede resultaten bereikt in de strijd tegen kinderarbeid. In toenemende mate worden thans ook activiteiten in Latijns-Amerika en vooral Afrika uitgevoerd. Ik waardeer deze initiatieven zeer en heb FNV Mondiaal gevraagd mij op de hoogte te houden van concrete resultaten.De activiteiten die FNV Mondiaal onderneemt ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zijn eveneens het vermelden waard. Vooral de activiteiten gericht op EPZ's en de zogenaamde 'bloemencampagne' zijn van belang ter ondersteuning van de AEV prioriteit 'versterking van het ondernemingsklimaat in partnerlanden'.C. Andere organisatiesNCDOHet jaarverslag van NCDO is helder en gedetailleerd en geeft de grote verscheidenheid en hoeveelheid aan activiteiten goed weer. Dat is enerzijds de aantrekkelijkheid van het NCDO-programma, maar anderzijds ook verwarrend en er is dan ook behoefte aan meer focus.Het hele scala van programma's en activiteiten overziend valt voorts op dat er betrekkelijk weinig aandacht isis voor de massamedia, direct noch indirect. NCDO voert een veelheid aan activiteiten uit gericht op speciale doelgroepen, maar zou haar bereik wellicht kunnen vergroten door meer nadruknadruk te leggen op het multiplier-effect van publicatie/aandacht in de massamedia, en dan met name TV. Bij het streven nieuwe doelgroepen aan te boren (zoals de nieuwe burgerij) zijn de massamedia onmisbaar, want dat is vaak de enige informatiebron.Ik waardeer het dat in het jaarverslag relatief veel aandacht wordt besteed aan uitgevoerde evaluatie-onderzoeken, omdat dit het streven naar resultaatmeting en verantwoording onderstreept.Een belangrijk aandachtspunt betreft het belang van een open en transparante houding van NCDO richting het veld. Illustratief is wellicht het feit dat zowel de VMDO- als de KPA-evaluatie nog niet zijn vrijgegeven en bediscussieerd met de achterban. Dit is vooralsnog een gemis ten aanzien van het stimuleren van het 'lerend vermogen'.PSOHet jaarverslag van PSO over 2005 is systematisch opgebouwd en geeft een goed overzicht van de belangrijkste activiteiten.In 2005 is ondermeer het leertraject HIV/Aids goed van de grond gekomen. Het doel hiervan is het vergroten van het inzicht van leden in de relatie tussen HIV/Aids en de capaciteit van de civil society.Het Kennis Centrum (KC) van PSO ontwikkelde zich eveneens voorspoedig en wordt inmiddels door verschillende leden gebruikt voor individueel advies (incidenteel, maar ook structureel).In de reactie op het vorige verslag zijn op een aantal punten zorgen geuit, zoals het programmatisch werken, de lange termijn uitzendingen en de Meerjaren Afspraken Kaders. Het is mij duidelijk dat PSO op al deze vlakken een vooruitgang heeft geboekt en de resultaten die in het bedrijfsplan zijn geformuleerd gaat halen.Toch wordt ten aanzien van de verslaglegging verbetering nodig geacht op twee punten: 1) het koppelen van middelen aan de verschillende activiteiten en 2) het inzichtelijker maken van de resultaten op het niveau van de partnerorganisaties. Deze verbetering kwam in 2005 helaas niet tot stand.Het is mij bekend dat PSO serieus bezig is de componenten 'monitoring' en 'evaluatie' te versterken. Met name ten aanzien van monitoring vind ik hiervan echter te weinig terug in het jaarverslag.PSO is inmiddels van het bovenstaande op de hoogte gesteld; de organisatie is gevraagd om aanvullende informatie op basis waarvan ik alsnog mijn goedkeuring op dit verslag zal kunnen verlenen.De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,A.M.A. van Ardenne- van der HoevenNB. De jaarverslagen zijn te vinden op de volgende websites:www.snvworld.orgwww.plannederland.nlwww.pso.nlwww.oxfamnovib.nlwww.icco.nlwww.hivos.nlwww.cordaid.nlwww.fnv.nl/mondiaalwww.cnvinternationaal.nlwww.terredeshommes.nl


---