College van Beroep voor het bedrijfsleven


Weigering WAO-uitkering wegens niet verschijnen medisch onderzoek. Reikwijdte artikel 29 WAO

Onder toepassing artikel 25 WAO is WAO-uitkering geweigerd omdat betrokkene diverse malen is opgeroepen voor een onderzoek in Nederland en niet is verschenen. Vanaf 18 januari 2000, toen betrokkene heeft kenbaar gemaakt te willen meewerken aan een medisch onderzoek, heeft het Uwv besloten niet langer gebruik te maken van de bevoegdheid gegeven in artikel 25 WAO. Het Uwv is er vanuit gegaan dat in dit geval artikel 25 WAO, zoals dat artikel luidde vóór 1 augustus 1996, van toepassing is gebleven tot het moment dat het Uwv niet langer gebruik heeft gemaakt van die bevoegdheid. Bij de met ingang van 1 augustus 1996 inwerking getreden Wet Boeten is geen specifieke overgangsregeling ten aanzien van artikel 25 van de WAO opgenomen. De verweten gedraging heeft plaats gevonden in 1993. Die gedraging kan niet meer geredresseerd worden en het langer uitblijven van medewerking aan het medisch onderzoek was alleen van belang voor de duur van de weigering. Nadat het Uwv was gebleken dat betrokkene zijn medewerking niet meer weigert, dient het Uwv ingevolge artikel 29 WAO te beslissen of hij gebruik meent te moeten blijven maken van de bevoegdheid ex artikel 25 WAO. Dit artikel impliceert dat het Uwv ook ten aanzien van tijdvakken gelegen vóór het moment waarop de betrokkene zijn medewerking weer is gaan verlenen moet beslissen over het gebruik van zijn bevoegdheid.

LJ Nummer

AZ1115

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 20 november 2006 Naar boven