Universiteit van Tilburg

8 november 2006

Normen voor 'schemergebied' vóór een faillissement kunnen vertrouwen in investeringsklimaat bevorderen

Promotie mr. Lucas van Eeghen

Een onderneming die zich in het schemergebied vóór faillissement bevindt, staat voor lastige keuzes. Advocaat en onderzoeker Lucas van Eeghen stelt in zijn proefschrift enkele normen op voor schuldeisers, aandeelhouders, banken en bestuurders. Met deze normen worden risico's beter verdeeld, en kan worden voorkomen dat ondernemingen nog gedurende enige tijd extra verliezen lijden. Dat bevordert het vertrouwen van crediteuren en daarmee het investeringsklimaat en de economie.

Als een onderneming failliet dreigt te gaan, kan het zijn schulden niet (geheel) betalen. Het ontoereikende vermogen moet worden verdeeld. Maar al in een fase die daaraan vooraf gaat wordt grotendeels bepaald wie de risico's moeten dragen. In deze periode is het nog niet geheel duidelijk wie, waarvoor en waarom verantwoordelijk is. Daarom spreekt Lucas van Eeghen van een 'schemergebied'. In zijn proefschrift onderzoekt hij hoe, en tussen welke partijen, de verhaalsrisico's in dit schemergebied moeten worden verdeeld. In het schemergebied komen lastige vragen op. In hoeverre moet een onderneming er zelf voor zorgen dat zij haar verplichtingen kan nakomen? Wanneer moet de verlieslatende onderneming worden gestaakt? Wie is daarvoor verantwoordelijk? Tot welke prijs dient faillissement te worden voorkomen? Waarom loopt de bank meestal met het grootste deel van het te verdelen vermogen weg? Tot welk moment moet, en mag, een bank blijven financieren? Wie mag zich wanneer nog een deel van het te verdelen vermogen toe-eigenen, ten koste van anderen? Het zijn belangrijke vragen: te vroeg stoppen met de onderneming kan ertoe leiden dat ondernemingen onnodig failliet gaan, maar te lang doormodderen kan betekenen dat er extra verliezen worden opgebouwd. In dit krachtenveld spelen economische belangen en het belang van continuïteit van de onderneming een dominante rol. In zijn proefschrift onderzoekt Van Eeghen in hoeverre een economische en maatschappelijk zinvolle ordening prevaleert boven de individuele onrechtvaardigheid van het vinden van onvoldoende verhaal. Hij ontwikkelt normen waaraan schuldeisers onderling moeten voldoen, en normen voor de onderneming en diegenen die daarbij direct betrokken zijn, zoals aandeelhouders, financiers, crediteuren, werknemers, vaste afnemers en toeleveranciers.

Balansformules
Van Eeghen stelt dat de onderneming moet voldoen aan een minimale financieringsstructuur. Die structuur is uit te drukken in enkele eenvoudige balansformules die inhoud geven aan de vereiste liquiditeit, solvabiliteit en de maximale financiering door banken. Zo moeten de op korte termijn beschikbare liquide middelen tenminste even groot zijn als de op evenzeer korte termijn te betalen schulden. Verder moet het garantievermogen gedeeld door het balanstotaal tenminste even groot zijn als de minimaal vereiste solvabiliteit. Deze laatste kan worden gesteld op twintig procent voor producenten, industrie, bouwnijverheid; vijftien procent voor groothandel, transport, detailhandel en tien procent voor dienstverlening, vrije beroepsbeoefenaren en voor overige sectoren. Deze normen leiden ertoe dat er tijdelijke reorganisaties worden verlangd en dat het risico onder alle participanten wordt verdeeld. Ook stellen deze normen beperkingen aan de vermindering van het vermogen door voortschrijdende verliezen, en bevordert het vertrouwen van crediteuren en daarmee het investeringsklimaat en de economie. 'Verrassend simpel' noemt Van Eeghen deze normen. Maar wel wezenlijk: op dit moment heeft de rechtspraktijk onvoldoende greep op de relevantie van financieel-economische gegevens en is daardoor te vrijblijvend gebleven. En financieringseconomen hebben door handelscrediteuren te benaderen alsof zij marktefficiënt handelende investeerders (in plaats van concurrenten) zouden zijn, onvoldoende greep gekregen op de dynamische effecten van het verkrijgen en verlenen van handelskrediet. Van Eeghen schaart zich mede daarom in een rij criticasters over het faillissementsrecht: pas nou eens eindelijk de Faillissementswet uit 1896 aan.

Mr. Lucas van Eeghen (1953, Dar es Salaam) studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij in 1978 afstudeerde. Van Eeghen is advocaat en als partner verbonden aan Höcker Advocaten te Amsterdam. Hij is gespecialiseerd in het ondernemingsrecht en faillissementsrecht. Hij adviseert kleine en grote ondernemingen en wordt regelmatig door de rechtbank benoemd als faillissementscurator of bewindvoerder. In 2001 startte hij met zijn promotieonderzoek. Naast zijn werk als advocaat is Van Eeghen ook beeldend kunstenaar (www.lucasvaneeghen.com).

Noot voor de pers
Lucas van Eeghen promoveert woensdag 22 november 2006 om 16.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het proefschrift Het schemergebied vóór faillissement. Een onderzoek naar de wenselijke verdeling van verhaalsrisico's van de onderneming vóór faillissement. Promotor is prof.mr. R.D. Vriesendorp. Het proefschrift wordt uitgegeven door Boom Juridische uitgevers (ISBN 10: 90 5454 742 1; ISBN 13: 978 90 5454 742 6), prijs ¤ 69,-. Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 - 466 2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl@uvt.nl. Lucas van Eeghen is bereikbaar op 020 - 577 7742; e-mail: vaneeghen@hrd.nl. Persberichten van de UvT staan ook op internet: www.uvt.nl/persberichten/. Informatie over deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/