Ministerie van Justitie

Inspectie: onwenselijk risico in reclasseringstoezicht

Persbericht | 22-11-2006

De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) is kritisch over de wijze waarop het OM en de reclassering de feitelijke uitvoering van de toezichtstaken borgen en bewaken. Er is een groot risico dat justitiabelen formeel onder reclasseringstoezicht staan, waar feitelijk geen uitvoering aan wordt gegeven. Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft vandaag het inspectierapport 'Ketenaansluiting reclassering en OM' naar de Tweede Kamer gestuurd.

De ISt bekeek in een themaonderzoek hoe het Openbaar Ministerie en de reclassering met elkaar samenwerken. De reclassering in Nederland heeft een belangrijke taak bij het uitvoering van toezicht op mensen die een voorwaardelijke veroordeling hebben gekregen of die onder voorwaarden zijn geschorst uit de preventieve hechtenis. In 2005 ging het toezicht op voorwaardelijk veroordeelden in 12 procent van de gevallen binnen een maand van start nadat het vonnis onherroepelijk werd. 50 Procent ging binnen drie maanden van start en 77 procent binnen zes maanden. In 2005 ging het toezicht op geschorsten uit preventieve hechtenis in 39 procent binnen een week van start en in 70 procent van de gevallen binnen een maand.

De reclassering zou haar medewerkers beter kunnen wijzen op de mogelijkheid van pre-toezicht, waarbij het toezicht al start voordat een vonnis helemaal definitief is. De minister zou voor de toezichtstaken een landelijke norm kunnen opstellen waarbinnen een toezicht van start moet gaan.

Naast de uitvoering van toezicht heeft de reclassering een belangrijke taak in de uitvoering van taakstraffen. De ISt constateert op basis van alle taakstraffen die in 2005 werden opgelegd, dat het gemiddeld 150 dagen duurt voordat een bij vonnis opgelegde taakstraf ook daadwerkelijk van start gaat. De kortste gemiddelde doorlooptijd in een arrondissement is 114 dagen en de langste 226 dagen. Voor taakstraffen die zonder tussenkomst van de rechter zijn opgelegd, geldt dat ze sneller van start gaan. Gemiddeld binnen 76 dagen, waarbij 125 dagen de langste gemiddelde doorlooptijd in een arrondissement is en 45 dagen de kortste. De Inspectie voor de Sanctietoepassing beveelt het ministerie van Justitie aan om een landelijke norm vast te stellen waarbinnen een taakstraf van start moet gaan. Het OM en de reclassering moeten gestimuleerd worden om deze norm ook te halen.

De ISt constateert in het rapport dat in de meeste arrondissementen sprake is van structureel overleg tussen de reclassering en het OM, maar beveelt de minister van Justitie aan de verantwoordingscyclus van de reclasseringsorganisaties aan het ministerie en het OM te vereenvoudigen.

De minister van Justitie schrijft in een reactie op het rapport aan de Tweede Kamer dat het onderzoek laat zien dat de bereidheid tot afstemming tussen de reclassering en het OM groot is en over het algemeen ook goed verloopt. Met name op het terrein van taakstraffen en de rapportage van de reclassering aan het OM over de naleving van de bijzondere voorwaarden oordeelt de ISt positief.

Wat betreft het reclasseringstoezicht schrijft de minister in zijn brief dat met het OM, DJI en de reclasseringsorganisaties afspraken worden gemaakt worden om voortaan het toezicht direct te starten nadat het vonnis juridisch van kracht is geworden. De minister vindt het onwenselijk dat de huidige praktijk het risico laat bestaan dat geen uitvoering wordt gegeven aan het reclasseringstoezicht. Er komen daarom aanvullende normen en kwaliteitscriteria voor het toezicht dat de reclassering uitvoert. Ook zal per 1 januari 2007 in ieder arrondissement bij elk parket één aanspreekpunt voor de rechterlijke macht en de Dienst Justitiële Inrichtingen zijn ingericht. Deze reclasseringsbalies zullen bewaken dat het toezicht daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

Inspectie Sanctietoepassing
De Inspectie voor de Sanctietoepassing houdt toezicht op de reclasseringsorganisaties en op alle landelijke diensten en inrichtingen die onder de Dienst Justitiële Inrichtingen vallen. De inspectie onderzoekt of de taken van deze verschillende organisaties effectief en met voldoende kwaliteit worden uitgevoerd. Bovendien houdt de inspectie toezicht op de naleving van wet- en regelgeving.

De inspectie is onafhankelijk, maar organisatorisch een onderdeel van het ministerie van Justitie. Bevindingen van de inspectie worden gerapporteerd aan de minister van Justitie.

Het rapport is beschikbaar op de website van de inspectie: www.inspectiesanctietoepassing.nl
De inspectie is telefonisch bereikbaar via 070-3706141.