Gezondheidsraad

Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp : Voeding van zuigelingen en peuters Uw kenmerk : VGP/VV 2655385
Ons kenmerk : U-1426, Publicatie nr 2006/20 Bijlagen : -
Datum : 4 december 2006

Mijnheer de minister,
Zoals u weet is het Voedingscentrum momenteel verantwoordelijk voor het opstellen van aanbevelingen voor de voeding van zuigelingen en peuters. Op 30 januari j.l. verzocht u de Gezondheidsraad om het conceptbulletin waarin die aanbevelingen zouden worden opgenomen en toegelicht, op zijn wetenschappelijke mérites te beoordelen. Eind augustus kreeg de raad het conceptbulletin onder ogen. Ik heb prof. dr. H.A. Büller, prof. dr. P.J.J. Sauer en prof. dr. G.J. Schaafsma - allen lid van de Gezondheidsraad - gevraagd naar hun opmerkingen over die concepttekst en naar hun eventuele verdere suggesties. Dit briefadvies bevat de kern van hun commentaar plus enkele nadere beschouwingen van mijn kant. Gedetailleerde inhoudelijke of redactionele opmerkingen zijn separaat onder de aandacht van het Voedingscentrum gebracht en blijven in deze brief buiten beschouwing.
De wetenschappelijke onderbouwing van de aanbevelingen kan beter en inzichtelijker De opstellers van het bulletin schrijven in de inleiding dat ze hun aanbevelingen (zij spreken van `uitgangspunten') zo veel mogelijk hebben willen baseren op wetenschappelijke inzichten. Tegelijk wijzen zij op het doel van de aanbevelingen: professionals die betrokken zijn bij de voeding van gezonde pasgeborenen, zuigelingen en peuters in staat stellen om wetenschappelijk gefundeerde voorlichting te geven en om verdere beleidsinitiatieven op dit gebied te ontplooien. Bij de formulering van de aanbevelingen is, zoals de opstellers zelf zeggen, ook rekening gehouden met hun praktische bruikbaarheid en uitvoerbaarheid. Het valt te begrijpen dat deze praktische kanten van de zaak veel aandacht krijgen. Dat past immers bij de voorlichtingstaak van het Voedingscentrum. Dan moet echter wel duidelijk zijn waar wetenschappelijke beschouwingen eindigen en praktische overwegingen beginnen. Helaas

Bezoekadres Postadres Parnassusplein 5 Postbus 16052 2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag Telefoon (070) 340 7180 Telefax (070) 340 75 23 E-mail: ej.schoten@gr.nl www.gr.nl

Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands

Onderwerp : Voeding van zuigelingen en peuters Ons kenmerk : U-1426, Publicatie nr 2006/20 Pagina : 2
Datum : 4 december 2006

laat de tekst van het conceptbulletin op dit punt te wensen over. Elk van de tien paragrafen in het bulletin bevat aan het slot weliswaar een lijstje met wetenschappelijke referenties, maar men kan niet achterhalen welke publicaties op welke aanbevelingen betrekking hebben. Sterker nog, de auteurs hebben er naar eigen zeggen vanwege de overzichtelijkheid voor gekozen om juist geen verwijzingen in de tekst op te nemen. Voor een goed oordeel over de wetenschappelijke onderbouwing van de diverse aanbevelingen kan zo'n meer inzichtelijke analyse echter niet worden gemist. Bovendien bestaat behoefte aan, maar ontbreekt, een verantwoording van de gevolgde procedures bij de selectie en beoordeling van relevante onderzoeksuitkomsten. Een en ander brengt met zich mee dat op de stelligheid waarmee sommige beweringen gedaan worden wetenschappelijk nogal wat af te dingen valt. Straks volgen enkele voorbeelden. Hoe kan het beter? Het antwoord op deze vraag sluit wat mij betreft aan bij de wijze waarop de voedingsvoorlichting aan volwassenen geregeld is. De Gezondheidsraad is hierbij als eerste aan zet met een beoordeling van uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. In een binnenkort uit te brengen advies formuleert de raad op basis van die wetenschappelijke gegevens richtlijnen voor een goede voeding1. Het Voedingscentrum heeft vervolgens tot taak om deze richtlijnen te vertalen naar hoeveelheden te gebruiken voedingsmiddelen. Bij die vertaling spelen ook praktische overwegingen een rol. Zo'n tweetrapsprocedure verdient in mijn ogen navolging bij de voedingsadvisering voor zuigelingen en peuters. Met andere woorden, het komt de kwaliteit van de desbetreffende aanbevelingen ten goede als voortaan eerst de Gezondheidsraad de stand van wetenschap op dit gebied in kaart brengt. In verband hiermee wil ik nog wijzen op het huidige werkprogramma van de raad, waarin het onderwerp `overgewicht bij 0-2 jarigen' is opgenomen. Het bulletin is te stellig over de gezondheidskundige voordelen van borstvoeding Het stimuleren van borstvoeding wordt in het bulletin gekarakteriseerd als één van de speerpunten bij de voedingsadvisering. Weliswaar staat het belang van borstvoeding buiten kijf, maar de auteurs dichten aan deze vorm van voeding een groot aantal specifieke voordelen toe zonder daarvoor een goede onderbouwing te geven. Zo poneren zij dat borstvoeding beschermt tegen overgewicht op latere leeftijd en bevorderlijk is voor de intellectuele en motorische ontwikkeling


1 Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2006.

Bezoekadres Postadres Parnassusplein 5 Postbus 16052 2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag Telefoon (070) 340 7180 Telefax (070) 340 75 23 email: ej.schoten@gr.nl

Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands

Onderwerp : Voeding van zuigelingen en peuters Ons kenmerk : U-1426, Publicatie nr 2006/20 Pagina : 3
Datum : 4 december 2006

van kinderen. Voor het optreden van deze en diverse andere gunstige effecten bestaan echter onvoldoende wetenschappelijke aanwijzingen.
Overigens is wetenschappelijk onderzoek naar de mogelijke gezondheidskundige voordelen van borstvoeding methodologisch lastig. Men moet dan borstgevoede en flesgevoede kinderen met elkaar vergelijken. Randomisatie naar type voeding is daarbij op ethische gronden onmogelijk. Ook verschillen moeders die borst- en flesvoeding geven. Daardoor laat zich niet ontrafelen wat de invloed van de moeder zelf is, wat die van het geven van borstvoeding en wat die van de samenstelling van de voeding. Al met al vergen uitspraken over de beschermende werking van borstvoeding daarom de nodige voorzichtigheid en nuancering. Goede voeding en voldoende beweging zorgen samen voor gezonde kinderen In uw adviesaanvraag wijst u op het belang van een goede afstemming tussen de voedingsrichtlijnen voor zuigelingen en peuters en die voor volwassenen. Eerder in deze brief schreef ik al dat de Gezondheidsraad binnenkort een advies met aanbevelingen voor volwassenen zal uitbrengen. Daarin worden niet alleen voedingskundige richtlijnen gegeven, maar wordt ook beklemtoond dat een evenwichtig voedingspatroon deel uitmaakt van een gezonde leefstijl. In het bijzonder krijgt de samenhang tussen gezond eten en voldoende bewegen daarbij nadere aandacht. Opvallend is dat de opstellers van het bulletin weinig woorden wijden aan het belang van voldoende lichamelijke activiteit op jonge leeftijd. Veel kinderen worden tegenwoordig langdurig rondgereden in buggy's en vaak per auto vervoerd. Anders gezegd, ze lopen relatief weinig. Er is alle reden om - duidelijker dan nu in het bulletin gebeurt - het belang van het vroeg aanleren en plezier krijgen in bewegen te onderstrepen en toe te lichten. Hoogachtend,

Prof. dr. ir. D. Kromhout
vice-voorzitter

Bezoekadres Postadres Parnassusplein 5 Postbus 16052 2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag Telefoon (070) 340 7180 Telefax (070) 340 75 23 email: ej.schoten@gr.nl