Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Overwegencongres van ProRail en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)

Toespraak | 07-12-2006 | Utrecht | Karla Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

De wereld is verdeeld in twee soorten mensen: zij die op tijd komen en zij die te laat zijn. Mensen in de tweede categorie weten meestal wel waaraan ze de schuld moeten geven. Met stip op nummer één vinden we de openstaande brug. Op de voet gevolgd door nummer twee: de gesloten overwegbomen. En over die overwegbomen wil ik het vandaag even met u hebben. Want er komen er alleen maar méér bij. Dat is goed nieuws voor de laatkomers want zo behouden ze hun smoes. Maar het is vooral goed nieuws voor de veiligheid. Want overwegbomen kunnen levens redden. En wie mij een beetje kent, weet dat ik dat heel belangrijk vind.

Ik mag wel zeggen dat het niet al te best gesteld was met de veiligheid op spoorwegovergangen. Eind jaren negentig hebben we met elkaar besloten daar iets aan te doen. We zijn toen begonnen met het Programma Verbetering Veiligheid Overwegen - kortweg het PVVO. We hebben onze doelstellingen gebaseerd op het peiljaar 1985 uit de Nota Spoorwegveiligheid. Toen vielen er bijna vijftig doden op spoorwegovergangen en ongeveer net zo veel gewonden. De bedoeling was die aantallen in 2010 te hebben gehalveerd. En wat blijkt: we hebben onze doelstelling nu al gehaald! In 2005 vielen er 18 doden en 23 gewonden. Dat zijn er nog steeds 18 en 23 te veel. Maar het is wel een groot succes en dat is voor een belangrijk deel te danken aan de komst van overwegbomen op plekken waar vroeger alleen een paal met een andreaskruis, een bel en drie knipperlichten stond. Of om het in vaktermen te zeggen: we hebben veel AKI's vervangen door AHOB's en mini-AHOB's.

We waren al met de uitvoering begonnen, toen uit onderzoek bleek dat juist bij AKI's de meeste ongelukken gebeuren. Daarop heeft ProRail op ons verzoek het tempo verhoogd en is in sneltreinvaart doorgegaan met de vervanging van AKI's door AHOB's en mini-AHOB's. De laatste tijd ligt ProRail flink onder vuur door verschillende ongevallen en bijna-ongevallen op het spoor. Daar kunnen we niet omheen en ik wil dan ook niets afdoen aan de ernst van de zaak. Maar vandaag gaat het daar even niet over. Vandaag gaat het over spoorwegovergangen. En dan verdient ProRail gewoon een groot compliment. Zo sportief moeten we zijn!

Het PVVO heeft nadrukkelijk ook méér om het lijf dan het laten vervangen van AKI's door AHOB's en dergelijke. Want ProRail neemt ook maatregelen om de zichtbaarheid van spoorwegovergangen te vergroten en de naderingssnelheid van het verkeer te verlagen. Dat kan op allerlei manieren. Helaas schiet de tijd te kort om ze stuk voor stuk op te noemen. Maar ik vind het wel belangrijk om te zeggen dat geen enkele maatregel de weggebruiker ontslaat van zijn verplichting zelf heel goed op te letten. Uit onderzoek weten we dat bijna elk ongeval op spoorwegovergangen te wijten is aan de weggebruiker zelf. Ik vind dat best vervelend om te zeggen. Maar zo liggen de feiten nu eenmaal. Dus wat je ook doet om spoorwegovergangen veiliger te maken, als iemand onnodige risico's neemt bestaat de kans dat het vreselijk verkeerd afloopt.

Als je écht wilt dat er niets mis kan gaan, moet je een tunnel of viaduct bouwen. Dan heb je geen spoorwegovergangen meer nodig. Zo'n tunnel of viaduct kost veel geld, maar het levert ook wat op, zeker in bebouwd gebied: meer veiligheid, meer ruimtelijke kwaliteit en minder belemmeringen voor het overige verkeer. Ik heb net een subsidieprogramma van 300 miljoen ingevuld voor het wegnemen van spoorse doorsnijdingen in stedelijk gebied, waarin we al deze aspecten samen hebben bekeken. Het enthousiasme voor deze nieuwe manier van werken was en is groot, bij mij en bij de gemeenten. En ik sluit niet uit dat we hier in het vervolg op het huidige PVVO, dus na 2010, op verder borduren. Maar natuurlijk zullen we ook altijd spoorwegovergangen houden. En die moeten ze zo veilig mogelijk maken.

Dames en heren,

Sommige spoorwegovergangen zijn met de beste wil van de wereld niet veiliger te maken. Of het kost gewoon buitensporig veel geld. Daarom heeft ProRail inmiddels een aantal gevaarlijke spoorwegovergangen moeten opheffen. Niet iedereen was hier even gelukkig mee. En in sommige gevallen kan ik mij dat best voorstellen. Het is natuurlijk best wennen als je opeens een andere route moet nemen. Vooral voor fietsers en wandelaars. Verschillende belangengroepen hebben hier terecht over aan de bel getrokken. Ook in de Tweede Kamer zijn over dit onderwerp vragen gesteld.

Het uitgangspunt van mijn beleid is dat er maatwerk moet zijn. Vroeger zeiden we: overwegen zoveel mogelijk sluiten. Nu zegen we: openhouden als de veiligheid het toelaat. Als de wegbeheerder een overweg moet sluiten, moet er dus eerst een risicoanalyse liggen waaruit blijkt dat het ook écht nodig is. Alle belangen, alternatieven en kosten en baten moeten heel helder tegen elkaar zijn afgewogen. Eind van het jaar krijg ik van ProRail nog de trendrapportage overwegen die hier op ingaat, en die zal op mijn beurt weer naar de Kamer sturen.

Ik neem deze problematiek dus uiterst serieus. Maar we hebben het wel over een lastig vraagstuk. Want wat is wijsheid? Hou je een spoorwegovergang open en kies je zo niet alleen voor de snelste of aantrekkelijkste weg van A naar B maar misschien ook wel voor de snelste weg naar een ongeval? Of sluit je hem af en kies je voor veiligheid? Dat ligt vaak niet zo zwart-wit. Maar het uitgangspunt is dat je een spoorwegovergang niet sluit om mensen te pesten. Je doet het om ongelukken te voorkomen. Om levens te sparen. Bovendien betekent de afsluiting van een spoorwegovergang nooit dat er ook een weg wordt afgesloten. Er is áltijd een alternatief. En maatwerk leveren betekent dat de waarheid altijd wel in het midden zal blijven liggen, zoals zo vaak. Dus het is vooral ook belangrijk dat we met elkaar in gesprek blijven.

Dames en heren,

Sinds we zijn begonnen met de uitvoering van het PVVO, heeft ProRail ongeveer 2/3 van de ongeveer 600 AKI's in Nederland omgebouwd tot mini-AHOB. Ongeveer 1/6 is omgebouwd tot AHOB en een zelfde deel is óf opgeheven óf samengevoegd met een andere spoorwegovergang. En zoals ik al zei: de doelstelling voor 2010 is al gehaald. Is dit dus ons eindstation? Ik hoop van niet. De AKI's zijn nu omgebouwd en daarmee hebben we een belangrijke slag geslagen. Maar er zijn nog genoeg plekken over die aandacht verdienen. En als het aan mij ligt, stomen we op volle kracht door om de cijfers verder omlaag te krijgen. Dat zal niet makkelijk zijn. We moeten zelfs oppassen dat de cijfers vroeg of laat niet de verkeerde kant opgaan. Want het wordt steeds drukker op het spoor en dus moeten we steeds beter ons best doen voor de veiligheid.

Ik sluit af met een verzoek. Als u straks de weg op gaat en u staat toevallig voor gesloten overwegbomen, wacht dan écht tot het rode licht gedoofd is. Want te laat op je bestemming komen omdat er nog een trein aankomt is vervelend. Maar nooit meer op je bestemming komen, dat is pas écht verschrikkelijk.

Dank u wel.