Gemeente Maassluis

Dioxine in het Rijnmondgebied binnen de norm, wel een probleem

De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft op 7 december 2006 twee rapporten gepresenteerd met onderzoeksresultaten van twee onderzoeken die de afgelopen periode zijn uitgevoerd. Het eerste onderzoek heeft zich gericht op dioxinegehalten in de bodem, gras en melk. In het tweede onderzoek is onderzocht wat het gehalte aan dioxine is in hobbymatig geteelde groenten en fruit. Voor wat betreft het onderzoek naar bodem, gras en melk bleek dat de gemeten dioxinewaardes weliswaar verhoogd zijn maar voldoen aan de norm.

Aanleiding

De aanleiding voor het onderzoek was een dioxine-incident in 2004 in de Rijnmondregio na problemen met een filter bij de vuilverbranding AVR in de Botlek. Ondanks dat het filter van de AVR snel gerepareerd werd, bleven de concentraties dioxinen hoger dan normaal. Daarom heeft de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) de situatie in het Rijnmondgebied nader onderzocht. Zoals bekend was er in het verleden ook al een verhoogde uitstoot door de AVR.

Resultaten onderzoek hobbymatig geteelde groenten en fruit

Uit het onderzoek naar hobbymatig geteelde groente en fruit bleek dat de waarden voor alle onderzochte groenten ruimschoots voldoen aan de norm. Dioxine wordt nietdoor gewassen opgenomen en kan daardoor dus niet in groente of fruit terecht komen. De enige manier waarop de consument via zelf geteelde groente en fruit dioxine binnen zou kunnen krijgen, is door de buitenste delen van de groenten en fruit te eten. Dit kan worden voorkomen door wassen, schillen of de buitenste bladeren te verwijderen. De gevonden waarden geven hier echter geen aanleiding voor.

Resultaten bodem, gras en melk

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de waarden van bodem, gras en melk in het Rijnmondgebied voldoen aan de norm. Wel zijn de waarden verhoogd ten opzichte van andere referentiegebieden. Vermoedelijk bevat, door de te hoge dioxine neerslag in het verleden en de slechte afbreekbaarheid daarvan, de grond een historische dioxinevervuiling. En omdat koeien bij elke hap ook grond mee naar binnen krijgen, krijgen zij op die manier ook dioxine binnen. Naast de historische vervuiling zijn er mogelijk ook aanwijzingen dat de AVR, de scheepvaart en overige industriële activiteiten in het Rijnmondgebied voor extra dioxine-belasting zorgen. Maar volgens de VWA blijft deze belasting binnen de norm, mits er natuurlijk geen incidenten zijn.

Wel is er het risico dat een combinatie van factoren kan resulteren in het overschrijden van de norm. De vraag is hoe om te gaan met deze dioxine-belasting. Tijdens de bijeenkomst bij de VWA werden hiervoor verschillende suggesties aangedragen variërend van het omwerken van grond tot het aanbrengen van een nieuwe grondlaag.

Hoe verder?

Hoewel uit het onderzoek blijkt dat er voor de volksgezondheid geen probleem is, is er dus wel een probleem voor de betrokken melkveehouders in de Rijnmondregio. Niet alleen door de grondwaardedaling, maar ook de extra kosten die zij moeten maken om in de bedrijfsvoering rekening te houden met de eventuele dioxine-belasting. De VWA brengt een advies uit naar aanleiding van het dioxine onderzoek aan de ministeries van VROM en LNV. De betrokken gemeenten Midden-Delfland, Maassluis en Vlaardingen gaan gezamenlijk bezien hoe zij dit probleem kunnen aanpakken. Eerder al heeft de reconstructiecommissie van Midden-Delfland ook al te kennen gegeven actie te ondernemen richting de staatssecretaris van het ministerie van VROM.