Kamerbrief non-Oda Kiesgroepsteun Oekraïne, Kroatië, Bulgarije en Roemenië
08-12-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Op 18 mei 2004 informeerden de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking u over de relatie met de landen in de Nederlandse kiesgroep bij IMF en Wereldbank en in het bijzonder over de kiesgroepsteun die wordt ingezet om de banden met deze landen te versterken. Graag informeer ik u over een tweetal relevante ontwikkelingen met betrekking tot de landen waarop de faciliteit "non-Oda kiesgroepsteun" - een faciliteit uit de HGIS-begroting ten behoeve van een aantal leden van de kiesgroep waarmee geen ontwikkelingssamenwerkingsrelatie bestaat - van toepassing is (te weten Oekraï ne, Kroatië, Bulgarije en Roemenië).
Op 1 januari 2007 treden Bulgarije en Roemenië toe tot de EU. Dit heeft voor beide landen gevolgen voor de inzet van de "non-Oda kiesgroepsteun". Deze faciliteit is bedoeld om de kiesgroeprelatie te versterken. Dit gebeurt door het geven van een bijdrage t.b.v. programma's (eventueel sectoroverstijgend) van IMF, WB of EBRD, die een financieel-economische en/of monetaire focus hebben en/of een bijdrage leveren aan de EU-uitbreiding of aan het EU-toetredingsproces zijn gerelateerd. Ook kan uit deze faciliteit al dan niet geoormerkte, directe betalingsbalans- of begrotingssteun worden verschaft. Deze vormen van steun zijn niet langer opportuun binnen een partnerschapsrelatie zoals die tussen EU-leden onderling wordt onderhouden. Daarnaast speelt dat de aanzienlijke toestroom aan EU-fondsen naar deze landen de behoefte aan de Nederlandse non-Oda kiesgroepsteun bijdrage verkleint. Derhalve zal de non-Oda kiesgroepsteun voor deze landen uitgefaseerd worden conform de bij MATRA gevolgde praktijk na toetreding van landen tot de EU. MATRA voor Europese Samenwerking zal voor deze twee landen vanaf 2008 geleidelijk worden beëindigd. Dit betekent dat analoog aan de MATRA-praktijk alleen in 2007 nog nieuwe projecten in het kader van kiesgroepsteun ontwikkeld kunnen worden. Ook is ervoor gekozen het beschikbare budget voor deze landen in 2007 te verminderen tot een maximumbedrag van ¤ 750.000 per land. Met ingang van 2008 zullen nog slechts uitgaven op reeds lopende projecten/programma's plaatsvinden.
Hiernaast is geconstateerd dat de instelling in 2004 van de faciliteit " non-Oda kiesgroepsteun" weliswaar heeft bijgedragen aan vergrote zichtbaarheid van de steun, maar dat in een aantal gevallen de relatie tussen de gesteunde projecten/programma's en de kiesgroeprelatie minder duidelijk is geworden. Tegelijkertijd blijkt dat de toepassing van de huidige criteria soms een doelmatige inzet van fondsen in de weg staat. Zo zou juist directe technische assistentie bij bijvoorbeeld het begrotingsbeleid een nuttige besteding kunnen zijn, maar blijkt dit moeilijk in te passen in de eis dat de steun via internationale financiële instellingen dan wel via betalingsbalanssteun plaatsvindt.
Derhalve is besloten de faciliteit "non-Oda kiesgroepsteun" voor beide uitfaserende landen alsook voor Kroatië en Oekraïne als volgt aan te passen:
1. Implementatie en beheer van de projecten/programma's vindt plaats door de
EVD, die thans ook het programma MATRA voor Europese Samenwerking
implementeert en beheert, alsook verschillende instrumenten van het ministerie van EZ
uitvoert. De faciliteit zal waar van toepassing ondergebracht worden in bestaande of nieuw te
sluiten MoU's inzake bilaterale assistentie.
2. Uit de faciliteit kunnen gefinancierd worden:
- bijdragen aan WB, EBRD of IMF programma's;
- bilaterale assistentie projecten alsook projecten van VN-instellingen als bijvoorbeeld de
UNDP;
- al dan niet geoormerkte betalingsbalanssteun.
3. De keuze voor één van de onder 2 genoemde modaliteiten zal bepaald worden op grond van
een oordeel over hoe op de meest doelmatige wijze de kiesgroepband versterkt kan worden.
Voor het overige blijven de bestaande criteria van kracht.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken