Partij van de Arbeid


Den Haag, 08 december 2006


Vragen van het lid Dijksma (PvdA) aan de minister van Verkeer en Waterstaat


over 'gratis' openbaar vervoer


1) Is de minister bekend met de gratis OV proeven zoals deze o.a. worden onderzocht en voorbereid in Rotterdam (AD, 9 november 2006), Amersfoort (De Stentor, 14 november 2006) en provincie Limburg ( De Limburger, 11 november 2006) en provincie Brabant (BN/De Stem, 28 november 2006)? Hoe interpreteert de minister de proef in Tilburg waaruit blijkt dat drie keer zoveel 55-plussers dan voorheen de bus pakken nu deze 'gratis' is geworden in de daluren?


2) Is het juist dat naast de 60 procent financiering van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, VWS reeds ¤ 900 miljoen bijdraagt aan de koosten van het reguliere en speciale openbaar vervoer voor de eigen doelgroepen, dat de minister van Onderwijs
¤ 370 miljoen bijdraagt voor het reizzen door studenten met de aan hen verstrekte gratis OV-kaarten, en de minister van Defensie tegen een niet-openbaar bekend gemaakt bedrag zijn eigen personeel 'gratis' laat rijden met het openbaar vervoer?


3) Is het juist dat het regeringsstreven om in het algemeen het woon-werkverkeer van de rijksambtenaren zoveel mogelijk met het OV te laten plaats vinden in zoverre succes gehad heeft dat duizenden rijksambtenaren momenteel voorzien zijn van een voor hen 'gratis' OV-kaart? Hoeveel rijksambtenaren hebben inmiddels zo'n kaart en hoeveel wordt daaraan betaald door de overheid?


4) Tijdens het grootonderhoud van de A9 (Gaasperdammerweg) in 2005 betaalden RWS en de belanghebbende bedrijven elk ¤ 1 mmiljoen euro om voor 17.000 medewerkers 'gratis' OV-kaarten in te kopen. Daarmee werd een verkeersinfarct ter plaatse voorkomen. Hoeveel meer van dit soort projecten zijn uitgevoerd en wat hebben zij gekost aan de overheid en aan de bedrijven?


5) Beschikt de minister over een overzicht waaruit blijkt hoeveel belastingmiddelen inmiddels op provinciaal en gemeentelijk niveau gebruikt worden voor de financiering van 'gratis' OV door provinciale en gemeentelijke ambtenaren?


6) Hoeveel ZBO's en andere instellingen en organisaties die door de overheid (mede) gefinancierd worden, benutten eveneens deze mogelijkheid om hun personeel de vrije keuze te geven tussen woon-werkverkeer per eigen auto dan wel per OV? Hoeveel wordt hieraan uitgegeven en hoeveel personeelsleden profiteren hiervan?


7) Bekend is dat de supermarkt Jumbo in Dokkum, 'gratis' OV betaalt voor zijn klanten en dat de gemeente Ameland sinds 1 april van dit jaar het ook heeft ingevoerd voor de senioren-eilandbewoners en senioren-gasten. Jumbo betaalt alle kosten voor de eigen klanten, en op Ameland betalen toeristische bedrijven voor eenderde deel van de kosten rechtstreeks mee aan de financiering van het OV. Zijn de minister meer voorbeelden bekend? Beschikt de minister over een overzicht van alle gevallen in Nederland waar derden meebetalen aan de kosten van het OV? Zo ja, bent u bereid deze informatie te verstrekken?


8) Stellen de gegevens zoals bedoeld in de voorgaande vragen de minister in staat om vast te stellen of, wat door reizigers aan de kosten van het OV moet worden bijgedragen (de reeds genoemde 40 procent), niet reeds volledig gedekt wordt door al deze betalingen? Mocht dat zo zijn, is dan de verstrekking van 'gratis' OV op een veel grotere schaal niet een beter middel om het OV te bevorderen? Kan daartoe volstaan worden met een herordening van de geldstromen om dit doel te bereiken, terwijl tezelfdertijd gespaard wordt op inningskosten van de individuele betalingen en hun verantwoording (perceptiekosten)?


9) Inmiddels hebben 30.000 werknemers een NS-businesscard die betaald wordt door de ondernemers voor hun personeel. Wil de minister er bij haar ambtgenoot van Financiën op aandringen het Belgische voorbeeld te volgen door 20 procent van de kosten aan de bedrijven terug te betalen? Zo nee, waarom niet? Deelt de minister onze opvatting dat de verkeerskundige rechtvaardiging hiervoor ligt in het feit dat iedere werknemer door gebruik te maken van deze kaart effectief zijn auto op diezelfde tijd aan het wegverkeer onttrekt en daardoor bijdraagt aan congestie-vermindering?


Met vriendelijke groet,


Chantal Linnemann

Secretaresse Voorlichting


Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid

Plein 2

K 104

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel: 070 318 2694

Fax: 070 318 2800

c.linnemann@tweedekamer.nl


De gemeente Rotterdam is naar verluidt bereid om hiervoor ¤ 2,5 miljoen uit te trekken. Gedeputeerrde Math Vestjens (Limburg) meldde overigens ook het verstrekken van een oplaadbare chip met voor iedereen vijf euro gratis openbaar vervoer, en een provinciale 'pilot' waarvoor hij van het Rijk 1,5 miljoen euro probeert te krijgen.
'Ouderen in Tilburg tuk op gratis bus', BN/De Stem, 28 november 2006.
In voetnoot 4 van de brief, d.d. 17 mei 2006 (DGP/MDV/U.06.00878), van de minister van Verkeer en Waterstaat stelt de minister: 'Momenteel wordt circa 60% van de exploitatiekosten van het regionaal OV gefinancierd uit de BDU die het rijk verstrekt aan de provincies en WGR-plusgebieden'. Hieruit lijkt geconcludeerd te kunnen worden dat dus 40 procent betaald wordt door de reizigers en niet uit de algemene middelen. De minister ontkracht deze conclusie zelf al in voetnoot 14 van haar brief waar zij vermeldt: 'De bijdrage van de overheid (zowel centraal als decentraal) aan de diverse vormen van doelgroepenvervoer, bedraagt per jaar naar schatting 800 miljoen euro'.