Radboud Universiteit Nijmegen
Mijn computer begrijpt mij helemaal
Google moet als een volleerde en invoelende bibliothecaresse kunnen
inschatten welke informatie op een bepaald moment adequaat is. En
computersystemen zouden zich toch beter moeten kunnen aanpassen aan
hun gebruikers. Twee promovendi in de informatiekunde, Bas van Gils en
Paul de Vrieze, keken fundamenteel naar het realiseren van deze
verlangens.
Zoeksystemen moeten helpen om de juiste informatie, op het juiste
moment, in de juiste vorm te vinden. Maar zoeksystemen richten zich
vooral op het vinden van documenten die over het goede onderwerp gaan,
een nogal eenvoudige vorm van waardering van documenten. Het gevolg is
dat veel resultaten niet voldoen aan de wensen van de zoeker. Als het
zoeksysteem zou begrijpen dat de gebruiker zoekt per mobieltje, moet
het geen enorme bestanden presenteren. En als er geen mediaspeler op
de hardware staat, moet het niet aankomen met film en geluid. Ook het
doel van de te zoeken gegevens zou meegenomen kunnen worden evenals
persoonlijke kenmerken van de gebruiker (jong/oud, hoog/laagopgeleid,
werk/vrijetijd, et cetera).
De zoekmachine als makelaar
Bas van Gils, informatiekundige van het Institute for Computing and
Information Science (ICIS), ontwikkelde een methode om de geschiktheid
van informatie beter te waarderen. Hij gebruikt hiervoor een
economische model waar kosten en baten tegen elkaar moeten worden
afgewogen. Hij vat het world wide web op als een informatiemarkt,
waarbij zoekers kosten maken om informatie van waarde te vinden.
Zoekmachines spelen in dit model de rol van makelaar. Die hebben een
speciale rol in het waarderen van de informatie voor de kopende (lees:
zoekende) partij. Dat gaat veel verder dan het stoeien met keywords.
Deze makelaars moeten aan de hand van allerlei eigenschappen (zoals
onderwerp, vorm, formaat, taal, lengte van het document, et cetera)
inschatten wat de waarde van een document is voor een zoeker in een
bepaalde situatie. Van Gils - die 8 december promoveert - pleit er
daarbij voor vorm en inhoud los te knippen.
"Er zijn wel allerlei wedstrijden over wie het beste zoeksysteem kan
maken", zegt zijn promotor prof. Erik Proper "Maar dan sleutelen ze
een beetje aan zo'n algoritme, zonder dat ze begrijpen waarom het
werkt. Wij kunnen dat ook niet onderzoeken omdat de werkwijze van de
zoekmachines geheim is. Voor fundamenteel begrip van dergelijke
kwesties en reflectie over wat nu de beste manier is, is het daarom
nodig om zelf modellen te ontwikkelen."
De gebruiker de baas
Ook Paul de Vrieze, die vijf dagen later als informatiekundige
promoveert, keek op zo'n fundamentele manier naar een onderwerp dat
ook de aandacht van de Googles en Microsofts in deze wereld heeft: hoe
kunnen gebruikersvoorkeuren het best vertaald worden in instellingen
van apparaten. Het kan toch allemaal veel eenvoudiger! Waarom moet een
kopieerapparaat iedere keer opnieuw worden ingesteld door de gebruiker
die altijd dubbelzijdig en geniet wil? Waarom zou de gebruiker voor
alle programma's functie x moeten instellen? Waarom moet die gebruiker
zich bezighouden met bestanden die niet passen bij de geĂŻnstalleerde
software?
Inside the computer De Vrieze ontwikkelde het eerste model voor
adaptieve personalisatie dat werkt voor alle soorten software.
"Dankzij dit model hebben we een algemene adaptatie-engine kunnen
ontwikkelen en hebben we een manier waarop verschillende applicaties
kunnen samenwerken zonder van elkaar bewust te zijn. Daarnaast kunnen
we de privacy beschermen. Deze beide zaken zijn nieuw."
De Vrieze stelt voor om de analyse van de voorkeuren in een apart
systeem onder te brengen, tussen software en gebruiker in. Zo blijft
de gebruiker de baas over zijn eigen gegevens. Amerikaanse
privacyvoorvechters hebben twee weken geleden de Amerikaanse overheid
gevraagd een verbod uit te vaardigen op het ongebreideld verzamelen
van gegevens - met als nieuw plan het afluisteren van
omgevingsgeluiden via computermicrofoons. Google maakt zeventig
miljoen gebruikersprofielen per maand. Google verweert zich met: "In
principe gebruikt geen enkel product informatie die tot een individu
is te herleiden, tenzij we dat in de gebruiksvoorwaarden melden."
(Bron: de Volkskrant.)
De Vrieze toont in ieder geval aan dat er een alternatief is: wel
comfortabel werken met software die zich voegt naar je gewoontes, maar
zonder privacyverlies.