Ministerie van Justitie

Commissie Deetman: rechtspraak succesvol gemoderniseerd

Persbericht | 11-12-2006

De modernisering van de rechtspraak in Nederland is succesvol verlopen. Dat concludeert de Commissie evaluatie modernisering rechterlijke organisatie in haar rapport 'rechtspraak is kwaliteit'. Wel moet de werkwijze van de kantonrechtspraak worden versterkt. In verdere versterking van de kwaliteit van de rechtspraak zal geïnvesteerd dienen te worden. Het rapport is vandaag aangeboden aan minister Hirsch Ballin van Justitie, die het naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De Nederlandse rechtspraak is na een majeure stelselwijziging grotendeels weer bij de tijd. Sinds 2002 is de productiviteit gestegen waarmee een dalende trend is gekeerd; is er meer eenheid; de bestuurskracht vergroot; meer transparantie; en wordt er sneller gewerkt. Hierdoor nam de tevredenheid van burgers en professionele gebruikers van de rechtspraak toe. Dat concludeert de commissie Commissie evaluatie modernisering rechterlijke organisatie , die in 2004 de opdracht kreeg om de modernisering van de rechterlijke organisatie te evalueren. De commissie bestaat uit drs W.J. Deetman (voorzitter), drs H. Andersson, mr J. van de Berge, prof dr M. Herweijer en ir. drs H. Smits.

Nu de stelselwijziging goed is doorgevoerd, is volgens de commissie het moment voor de rechtspraak aangebroken daar ook efficiënt gebruik van te maken. De gerechten moeten de slag maken van goed beheer naar goed bestuur, zodat de door de medewerkers gesignaleerde toenemende werkdruk en druk op de kwaliteit kunnen worden aangepakt. Bijvoorbeeld door het verbeteren van het kwaliteitsbeleid en het personeelsbeleid, waar een nieuw kabinet geld voor beschikbaar moet stellen. Bovendien vindt de commissie dat de gerechten hun ICT-voorzieningen beter moeten afstemmen op elkaar en op de burger (toegankelijkheid), en op die van hun partners zoals advocaten, deurwaarders, politie en openbaar ministerie.

Versterken kantonrechtspraak
De kantonrechtspraak krijgt van de commissie Deetman een meer solide positie binnen de rechtspraak. Niet alleen moeten alle geschillen op het gebied van consumentenkoop via kantonrechtspraak afgehandeld kunnen worden, ook zou de zogeheten competentiegrens verhoogd moeten worden van de huidige 5.000 euro naar 25.000 euro. Met competentiegrens wordt de wettelijk vastgestelde (financiële) grens bedoeld die bepaalt of een zaak door de kantonrechter of door de civiele rechter wordt behandeld. De grens bepaalt tevens of rechtzoekenden verplicht zijn zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen. Bij de rechtbank geldt die verplichting. Bij de kantonrechter zijn partijen vrij in de keuze van juridische bijstand en kunnen ze hun zaak desgewenst ook geheel zelfstandig bepleiten. De verbreding van de kantonrechtspraak zorgt ervoor dat deze laagdrempelige, efficiënte en klantvriendelijke werkwijze structureel wordt versterkt.

Versterking kwaliteit van de rechtspraak
De Commissie Deetman adviseert meer te investeren in het (verder) versterken van de kwaliteit van de rechtspraak. Het bestaande instrumentarium ter bevordering van juridische kwaliteit dient te worden versterkt. Dit instrumentarium bestaat uit opleidingen voor rechters en ondersteuners, ruimte voor jurisprudentieoverleg, middelen voor de opleiding van rechters in de meervoudige kamer en het roulatiebeleid. Er is behoefte aan financiële ruimte voor het beter en vaker toepassen van (nieuwe) instrumenten als intervisie, overleg tussen gerechtshoven en rechtbanken, procedures voor zelfreflectie en klantwaardering in combinatie met een mentorsysteem. Ook acht de Commissie investeringen gewenst voor het kunnen voeren van een gericht loopbaan- en personeelsbeleid.

Dreigende bureaucratisering
De commissie waarschuwt voor een dreigende bureaucratisering van de rechtspraak. Er is sprake van een doorgeslagen overlegcultuur op diverse niveaus, mede veroorzaakt doordat de Raad voor de rechtspraak en de gerechten aan hen toegekende verantwoordelijkheden niet duidelijk hebben gedefinieerd. Dit belemmert de slagkracht van de organisatie en zorgt dat medewerkers hogere werkdruk en bureaucratie ervaren. Nu de opbouwfase van de nieuwe Raad voor de rechtspraak is afgesloten, kan het aantal leden van deze Raad worden teruggebracht van vijf naar drie. Bovendien kan het ondersteunende landelijk bureau van deze Raad (thans 148 fte) de komende jaren inkrimpen totdat de startformatie (120 fte) is bereikt.

Reorganisatie
In 1998 luidde het rapport 'Rechtspraak bij de tijd' van de commissie Leemhuis de start in van een ingrijpende reorganisatie van de rechtspraak, vastgelegd in twee wetten die in 2002 van kracht werden: de Wet Organisatie en bestuur gerechten en de Wet Raad voor de rechtspraak. Hierdoor hebben de gerechten in Nederland sinds 2002 één samenhangende organisatiestructuur. Ze hebben de beheersverantwoordelijkheid voor de eigen organisatie overgenomen van de minister van Justitie.

Alle gerechten hebben nu een collegiaal bestuur dat bestaat uit rechters en een niet-rechter. Dit college heeft de algemene leiding (bestuur en beheer) van het gerecht.

Voor alle gerechten gezamenlijk is een Raad voor de rechtspraak ingesteld die bevoegdheden heeft op het terrein van begroting en bedrijfsvoering. De minister van Justitie heeft niet langer directe bemoeienis met de bedrijfsvoering van de afzonderlijke gerechten maar maakt begrotingsafspraken met de Raad voor de rechtspraak.

Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft het rapport vandaag in ontvangst genomen en doorgestuurd naar de Tweede Kamer.