De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/96019
Datum 11 december 2006
Onderwerp Vervolgonderzoeken beroepsmatige blootstelling aan
gevaarlijke stoffen
Begin dit jaar zond ik u een brief met nieuwe gegevens over de bijdrage die beroepsmatige
blootstelling aan gevaarlijke stoffen levert aan een aantal zieken en aandoeningen1. De
resultaten van twee vervolgonderzoeken die ik in deze brief aankondigde kan ik nu
presenteren. Het eerste onderzoek beantwoordt de vraag of de gezondheidseffecten door
beroepsmatige blootstelling samenhangen met recente blootstelling of historische blootstelling.
Het tweede onderzoek gaat in op de vraag bij welke beroepsgroepen deze effecten het meeste
voorkomen en welke groepen stoffen daar het meest bepalend bij zijn.
Deze twee onderzoeken geven een verdieping van de resultaten uit het eerste onderzoek die in
onderstaande tabel zijn samengevat:
Tabel 1: Jaarlijkse sterfte en verloren gezonde levensjaren door beroepsmatige stoffenblootstelling (DALY's).
Ziekte/aandoening Ziektelast per jaar onder bevolking ouder dan 15 jaar,
veroorzaakt door blootstelling aan stoffen op het werk
Verloren gezonde levensjaren Sterfte
Astma en COPD 13.400 568
Mesothelioom, asbestlongkanker, asbestose 11.300 778
Longkanker (ex. Asbestlongkanker) 9.200 464
Contacteczeem 6.000 0
Rinitis en sinusitis 4.200 2
Cardiovasculaire aandoeningen 1.500 29
Chronische toxische encefalopathie 500 0
Toxische inhalatiekoorts 250-600 0
Huidkanker 290 12
Totaal 46.800 1.853
1 Brief staatssecretaris over de bijdrage die beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke stoffen levert aan een
aantal ziekten en aandoeningen. Kamerstuk 2005-2006, 25883, nr. 67.
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/96019
Van elk vervolgonderzoek volgen hieronder de belangrijkste resultaten. In het laatste deel van
deze brief geef ik aan hoe werkgevers en werknemers deze resultaten kunnen benutten en welk
vervolg ik aan de onderzoeken zal geven.
Historische versus recente blootstelling aan stoffen op de werkplek als oorzaak van
gezondheidseffecten en ziektelast
In het eerste onderzoek werd door het RIVM voor negen aandoeningen de ziektelast als gevolg
van blootstelling aan stoffen op de werkplek geschat. In dit vervolgonderzoek door het RIVM
en TNO2 is bekeken in hoeverre deze ziektelast wordt veroorzaakt door blootstellingen in het
verleden of door meer recente blootstellingen. Hieruit blijkt dat de ziektelast voor
mesothelioom en asbest-gerelateerde longkanker, chronische toxische encefalopathie, COPD,
cardiovasculaire aandoeningen, huidkanker en longkanker vrijwel volledig toe te schrijven is
aan historische blootstellingen, dat wil zeggen blootstellingen die twee tot dertig jaar vóór de
manifestatie van de ziekte of aandoening hebben plaatsgevonden. Voor het ontstaan van
contact-eczeem, astma, en rhinitis en rhinosinusitis zijn zowel historische als recente (tot twee
jaar vóór de manifestatie van de ziekte of aandoening) blootstellingen van belang. Toxische
inhalatiekoorts moet hoofdzakelijk worden toegeschreven aan recente blootstelling aan stoffen
op de werkplek.
Voor aandoeningen waarbij de ziektelast voornamelijk of deels door blootstellingen aan
stoffen in het verleden worden veroorzaakt is onderzocht of de blootstelling aan enkele (voor
de betreffende aandoening relevante) stoffen op de werkplek in de loop van de tijd is
veranderd. Op basis van de bevindingen luidt de voorzichtige voorspelling dat de ziektelast
door blootstelling aan stoffen op de werkplek in de nabije toekomst zal afnemen voor hart- en
vaatziekten, chronische toxische encefalopathie (ook wel `schildersziekte genoemd') en huid-
en longkanker. Voor andere aandoeningen blijft de ziektelast waarschijnlijk stabiel (COPD,
rhinitis en rhinosinitis), of neemt die toe als na-ijl effect van blootstellingen in het verleden
(mesothelioom, asbestlongkanker, asbestose). Voor astma en contact-eczeem is geen
voorspelling mogelijk. Aan deze voorspellingen zijn echter grote onzekerheden verbonden en
dienen er niet toe te leiden dat ondernemingen de beperking van blootstelling aan gevaarlijke
stoffen minder serieus gaan nemen.
Belangrijkste beroepsgroepen en stoffen bij het ontstaan van ziektelast door blootstelling
aan stoffen op de werkplek
Voor een drietal aandoeningen uit het eerste onderzoek is in vervolgonderzoek van het RIVM
en TNO nagegaan bij welke beroepsgroepen deze het meest voorkomen en welke gevaarlijke
2 RIVM en TNO, Historische versus recente blootstelling aan stoffen op de werkplek als oorzaak van
gezondheidseffecten en ziektelast, S. Dekkers, A.J. Baars, E.A. Preller, S.M. Peters, M.T.M. van Raaij.
Bilthoven, november 2006. Zie bijlage. Voor een pdf-versie van het volledige rapport zie: www.rivm.nl
---
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/96019
stoffen daarin de grootste bijdrage leveren3. Preventieve maatregelen op basis van deze
informatie kan het bedrijfsleven de meeste gezondheidswinst opleveren. Het vervolgonderzoek
betrof de aandoeningen astma, COPD, contact-eczeem en longkanker (exclusief longkanker
veroorzaakt door asbest) omdat hierbij de grootste beroepsgerelateerde ziektelast voorkomt.
Mesothelioom, asbestlongkanker en asbestose zijn niet meegenomen omdat hierover al
gedetailleerde informatie beschikbaar is.
Om te bepalen bij welke combinatie van beroepsgroep en stof de meeste gezondheidswinst
bereikt kan worden bij vermindering van de blootstelling zijn voor elke beroep-stof combinatie
meer gegevens nodig over het aantal blootgestelde werknemers, het blootstellingsniveau en het
risico op de aandoening bij dit blootstellingsniveau. Ondanks deze en andere onzekerheden
rondom de selectie van belangrijke beroepsgroep-stof combinaties, wordt in het
onderzoeksrapport toch voor de verschillende aandoeningen een uitspraak gedaan bij welke
beroepsgroep-stof combinaties waarschijnlijk veel gezondheidswinst verwacht zou kunnen
worden bij een vermindering van de blootstelling.
Voor astma wordt verwacht dat er veel gezondheidswinst bereikt kan worden door
vermindering van blootstelling aan meelstof bij bakkers, isocyanaten in de bouwnijverheid,
latex in de gezondheidszorg en dierlijke allergenen in de landbouw. Voor COPD zijn
anorganisch stof in de bouwnijverheid, meelstof bij bakkers en werkers in de voedselproductie
en organisch stof in de landbouw waarschijnlijk belangrijke beroepsgroep-stof combinaties.
Voor contact-eczeem zijn nat werk, ontvetters, zepen en detergentia bij diverse beroepen in de
gezondheidszorg, schoonmakers, kappers en schoonheidsspecialisten waarschijnlijk van
belang. Voor longkanker zijn kwartsstof in de bouw en passief roken in de horeca
waarschijnlijk belangrijke beroepsgroep-stof combinaties.
In de arboconvenanten4 zijn voor veel van deze problemen concrete maatregelen ontwikkeld
die veel gezondheidswinst kunnen opleveren als ze worden toegepast. Ik noem enkele
willekeurige voorbeelden. In het bakkersconvenant is een handboek met maatregelen voor
stofbeheersing gemaakt. De convenanten in de gezondheidszorg hebben duidelijk gemaakt dat
latex allergie eenvoudig is te voorkomen en in het bouwconvenant zijn talrijke maatregelen en
productinnovaties ontwikkeld waarmee de blootstelling aan anorganisch stof en kwartsstof
aanzienlijk terug gedrongen kan worden.
Bovenstaande gegevens betekenen niet dat er binnen beroepsgroepen en branches die in deze
inventarisatie niet genoemd worden geen risico op de betrokken aandoeningen door
blootstelling aan stoffen op de werkplek is.
3 RIVM, Belangrijkste beroepsgroepen en stoffen bij het ontstaan van ziektelast door blootstelling aan stoffen op
het werk, S. Dekkers, E.A. Preller, A.J. Baars, J. Marquart, M.T.M. van Raaij. Bilthoven, november 2006. Zie
bijlage. Voor een pdf-versie van het volledige rapport zie: www.rivm.nl
4 Voor meer informatie zie: www.arboconvenanten.nl
---
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/96019
Gebruik onderzoeksresultaten
Met de resultaten uit de beschreven vervolgonderzoeken wordt betekenis toegevoegd aan de
gegevens uit het eerste onderzoek over de jaarlijkse ziektelast en sterfte door blootstelling op
het werk. In die gevallen dat de arbeidsgebonden ziektelast vooral veroorzaakt wordt door
recente blootstellingen zal in bedrijven extra aandacht renderen in gezondheidswinst. De
schattingen over de belangrijkste beroepsgroepen en stoffen daarbij maken het mogelijk die
inspanningen goed te richten. Werkgevers en werknemers kunnen deze gegevens goed
gebruiken bij het uitwerken van maatregelen die zij in arbocatalogi opnemen. Ook voor de
handhaver is deze informatie nuttig, vooral bij het stellen van prioriteiten.
Beleidsmatig vervolg
Deze onderzoeken hebben ook tot doel gehad om een indruk te krijgen van de mogelijkheden
de ernst van bepaalde arbeidsgebonden risico's uit te drukken in termen van feitelijke
gezondheidseffecten in plaats van de omvang van de blootgestelde groep of het voorkomen
van bepaalde stoffen in specifieke sectoren. Als maatstaf voor de gezondheidseffecten wordt
de DALY gehanteerd. DALY staat voor Disability Adjusted Life Years, wat zoveel betekent
als verloren gezonde levensjaren. Dit begrip is door de Wereld Gezondheids Organisatie
gedefinieerd en is een wereldwijd toepasbare vergelijkingsmaat voor effecten op de
gezondheid. De in deze brief besproken onderzoeken lijken aan te tonen dat deze methodiek
toepasbaar is om gezondheidseffecten van arborisico's in kaart te brengen en onderling te
vergelijken. Volgend jaar zal ik een conferentie organiseren waar ik deskundigen en sociale
partners zal uitnodigen om dieper in te gaan op de mogelijkheden en beperkingen van deze
methodiek. Tevens zal ik de conferentie benutten om het gebruik van de bovengenoemde
onderzoeksresultaten te stimuleren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Bijlage(n):
1. RIVM-rapport "Historische versus recente blootstelling aan stoffen op de werkplek als
oorzaak van gezondheidseffecten en ziektelast".
2. RIVM-rapport "Belangrijkste berioepsgroepen en stoffen bij het ontstaan van ziektelast door
blootstelling aan stoffen op de werkplek".
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid