Opening van de Taxi Management Expo 2006
Toespraak | 06-12-2006 | Houten | Karla Peijs, minister van Verkeer en
Waterstaat
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Toen de organisatoren mij uitnodigden om deze Taxi Management Expo te
openen, vroegen zij mij om iets te zeggen over `de politieke toekomst
van de taxi'. Mijn eerste gedachte was: `Daar ben ik zo mee klaar,
want de toekomst van de taxi ligt op straat, en niet in de politiek.'
Dáár, op de taxistandplaatsen en tijdens de ritten, moet het gebeuren.
Dáár moet de taxi zich bewijzen als kwaliteitsproduct. Dat heeft met
hogere politiek niet zo veel te maken, maar alles met vakmanschap,
goed gastheerschap en auto's waar je als klant graag in wil zitten.
De vraag is natuurlijk waarom de politiek zich dan zo intensief met de
taxibranche bemoeit. Want ik weet dat u daar niet altijd op zit te
wachten. Maar geloof me: wij zijn er niet op uit om u het leven zuur
te maken. Waar het om gaat is dat met uw sector een enorm algemeen
maatschappelijk belang is gemoeid. Denk maar aan de rol die de taxi
vervult in de stad en het zakelijk verkeer. Of nog veel belangrijker:
aan al die mensen die alleen dankzij de taxi de deur uitkomen en zo
mee kunnen doen in de samenleving. En dan is er ook nog de
ontwikkeling dat de taxi een steeds grotere rol krijgt als aanvulling
op, of als alternatief voor, het OV. Ik noem de regiotaxi en de
OV-taxi. Kortom: allemaal zaken die de overheid belangrijk vindt. En
ook allemaal zaken die schreeuwen om een geolied taxisysteem met een
hoog niveau van dienstverlening.
Als ik terugkijk op de afgelopen jaren, dan stel ik vast dat we een
paar stevige discussies achter de rug hebben. Bijvoorbeeld over het
chauffeursexamen en de chauffeurspas, de klachten- en
geschillenprocedure en de blauwe kentekenplaten. Maar dat was ook
nodig, want eerlijk is eerlijk: het imago van de taxi kon beter. Het
rommelde. En dat kwam vooral door een paar rotte appels in de mand die
het verpestten voor de rest - voor de overgrote meerderheid moet ik
eigenlijk zeggen. Maar wat ik óók vaststel is dat we met zijn allen
grote stappen hebben gezet om er wat aan te doen. We zijn er nog niet,
maar we zijn wel een eind op weg.
En ik gebruik dat woordje `we' bewust. Want taximensen hebben het hart
misschien soms op de tong liggen, het zit ook op de juiste plaats als
het gaat om het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Denk alleen aan
maar aan het taxikeurmerk. Een prima voorbeeld van een initiatief dat
we in eerste instantie samen hebben opgepakt en dat nu bij u ligt. Een
ander voorbeeld is het taxiconvenant in de vier grote steden. Dat ging
vooral over méér kwaliteit en handhaving van de openbare orde. Ook
daar levert de taxibranche landelijk en lokaal een positieve bijdrage
aan. En tot slot noem ik ook nog het lopende project rond de
boordcomputer. Nu wordt de rittenadministratie nog met de hand
bijgehouden. Dat kost tijd en geld, en het is fraudegevoelig en dus
ook concurrentievervalsend. Daarom kijken we nu samen hoe de techniek
kan helpen en wat zo'n boordcomputer allemaal zou moeten kunnen: u, de
consumentenorganisaties en ik. En zo moet het ook gaan, met zijn
drieën. Want we hebben in mijn ogen hetzelfde belang. Dat klinkt
misschien raar, maar ik meen het écht. Natuurlijk zijn alle
maatregelen en vernieuwingen die ik net noemde vooral gericht op de
consument. Ze zorgen voor meer zekerheid, herkenbaarheid en kwaliteit.
Maar uiteindelijk is meer kwaliteit voor de klant ook goed voor de
kassa van de taxiondernemer. Of anders gezegd: we komen uit een
situatie waarin de taxi zichzelf voortdurend uit de markt prees. Het
enige wat je daartegen kunt doen is jezelf in de markt prijzen, door
meer duidelijkheid en een betere service te bieden. Alleen zo krijg je
die sterke taxisector waar ik het net al over had en die - ik herhaal
het nog maar eens - onmisbaar is in het hele mobiliteitsverhaal. Dames
en heren, wat ik u vandaag wil vragen is om ook met deze blik te
kijken naar de nieuwe tariefstructuur. U weet het: per 1 januari kunt
u er al mee werken, per 1 juli 2007 moet u er mee werken. Dan is de
factor tijd niet langer een onderdeel van de ritprijs, maar alleen nog
het instaptarief en het aantal kilometers. Daarmee zetten we een
volgende stap op weg naar meer duidelijkheid voor de klant. Die weet
vooraf waar hij aan toe is en wat hij voor zijn euro's krijgt. En dat
maakt de drempel om in een taxi te stappen een stuk lager. En omdat de
eerste twee kilometer in het instaptarief te zitten, maken we ook het
probleem van het weigeren van korte ritten een stuk kleiner.
Ik weet dat sommigen van u desondanks denken: `daar gaan we weer, weer
een nieuwe regel.' Maar zoals ik zal zei: ik geloof echt dat de nieuwe
tariefstructuur goed is voor de hele branche. En bovendien doe ik er
alles aan om u te helpen. Ten eerste draag ik de kosten van de
aanpassing van de taxameter. Ten tweede is er een gratis
omrekenprogramma beschikbaar om de overstap van het oude naar het
nieuwe systeem eenvoudiger te maken. En ten derde blijft het loketje
open waar u gratis modeltariefkaarten kunt bestellen. Ik lijk dus de
belastingdienst wel: leuker kan ik het niet maken, wel makkelijker.
Dames en heren, De taxi is een fantastische vorm van vervoer: het is
sneller dan lopen en fietsen, prettiger als het regent, comfortabeler
dan tram en bus, het scheelt je handenvol parkeergeld, en het geeft
ook nog een bepaald gevoel van luxe: een auto met chauffeur! Daar
staat een prijs tegenover. Maar die betalen veel mensen graag. Als ze
maar waar voor hun geld krijgen, en niet voor financiële of andere
vervelende verrassingen komen te staan. Ik heb u uitgelegd waarom ik
denk dat de overheid daar een rol in moet spelen. Ik heb u ook
gevraagd om mee te blijven denken en praten over verdere verbetering.
En laat dat vooral een open en eerlijk gesprek blijven, net als de
afgelopen jaren. Want het gaat uiteindelijk om de zaak: een
klantgerichte taxibranche die niet alleen goed rendeert, maar ook
helpt om dit land een beetje in beweging te houden.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat