Productschap Margarine
11.12.2006
New York legt gebruik transvet aan banden
Horecagelegenheden in New York mogen straks geen maaltijden meer
serveren die meer dan 0,5 gram transvetzuren per consumptie bevatten.
De gezondheidsraad van New York heeft op 5 december unaniem ingestemd
met dit in september gelanceerde beleidsvoorstel.
De horeca heeft tot juli 2007 de tijd om over te stappen op oliën en
margarines met minder dan 0,5 gram transvet per portie. Oliën en
vetten gebruikt voor frituren van gistdeeg (donuts) en cakebeslag
krijgen langer de tijd om het transvetzuurgehalte te verlagen. Deze
vetten moeten, tezamen met alle andere geserveerde producten in de
horeca, vanaf juli 2008, minder dan 0,5 gram transvetzuren per
consumptie bevatten. Het gaat hierbij om industrieel gevormde
transvetzuren. Transvetzuren die van nature aanwezig zijn in zuivel en
vlees worden niet meegerekend. Verder worden voorverpakte
voedingsmiddelen die ook voorverpakt worden geserveerd uitgezonderd
van de regels.
In Nederland is geen dwingende regelgeving op dit gebied. Wel heeft de
industrie zelf actie ondernomen om het transvetzuurgehalte in
producten te verlagen. Zo heeft de margarine-industrie, toen in de
jaren negentig duidelijk werd dat transvetzuren ongunstige effecten
hebben op het cholesterolgehalte, het transvetzuurgehalte in
margarines sterk teruggebracht. Deze reductie heeft bijgedragen aan
een forse reductie van de inname van transvetzuren in de Nederlandse
voeding, van 4,3 energieprocent in 1988 tot 1,1 energieprocent in
2003. Al ruim tien jaar leveren margarine, halvarine en bak- en
braadproducten nog nauwelijks transvetzuren, zoals sinds 1996 te zien
is in de voedingswaardedeclaratie op het etiket.
De inname van transvetzuren in Nederland is momenteel nog iets hoger
dan de aanbeveling van 1 energieprocent. De belangrijkste bronnen van
transvetzuren in de Nederlandse voeding zijn zuivelproducten en vlees
(rund, schaap, geit), koekjes, harde frituurvetten en snacks. Toen in
2002 duidelijk werd dat de inname van transvetzuren in Nederland nog
steeds iets te hoog is, heeft het Productschap MVO in 2003 het
initiatief genomen om samen met o.a. de bakkerijsector, de
fastfoodsector en de horeca te werken aan een verbeterde
vetzuursamenstelling in hun producten. Dit heeft geresulteerd in de
Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling (klik hier voor
doelstelling en activiteiten). Een van de activiteiten hieruit
voortkomend is de campagne Verantwoord Frituren van het
Voorlichtingsbureau MVO. Deze campagne heeft als doel het gebruik van
vloeibare frituurvetten met een gunstige vetzuursamenstelling in de
fastfoodsector te stimuleren.
Besluit Gezondheidsraad New York .