MOVISIE: nieuw kennisinstituut maatschappelijke inzet

Ned. org. vrijwilligerswerk

Het nieuwe landelijke kennisinstituut voor maatschappelijke ontwikkeling heet MOVISIE. In MOVISIE bundelen per 1 januari 2007 zes kennisorganisaties hun krachten. De nieuwe organisatie gaat per 1 februari 2007 onder de nieuwe naam en met een nieuwe huisstijl van start. Vanaf die datum werken de circa 250 medewerkers vanuit één (tijdelijk) kantoor aan de Winthontlaan in Utrecht.

Kennis en advies
Met de fusie van de zes organisaties ontstaat een landelijk werkende organisatie, die kennis verzamelt, ontwikkelt en verspreidt en adviseert op het gebied van welzijn, zorg en sociale veiligheid. MOVISIE werkt voor en met overheden, burgerinitiatieven, vrijwilligers- en professionele organisaties met als doel de participatie en de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen.

MOVISIE hanteert als ondertitel kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling. Naam en ondertitel verwijzen naar het brede terrein van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo) waarop MOVISIE actief is, en naar de aard van de organisatie: een kennisinstituut met visie. MOVISIE werkt voor en samen met organisaties en instellingen die actief zijn op het terrein van maatschappelijke ontwikkeling. Centrale thema's zijn vrijwillige inzet, mantelzorg, kwetsbare groepen, leefbaarheid en huiselijk en seksueel geweld. Kennis verzamelen, valideren, verrijken en verspreiden doet MOVISIE in nauwe samenwerking met klanten en partners in het veld. Adviestrajecten, trainingen, workshops, opleidingen en netwerkbijeenkomsten zijn onder andere instrumenten die daarbij worden ingezet.

Zes organisaties
MOVISIE is één van de drie kennisinstituten die op initiatief van de minister van VWS worden gevormd. De andere twee richten zich op respectievelijk langdurende zorg en jeugdzorg. De zes organisaties die in MOVISIE opgaan zijn: CIVIQ, instituut vrijwillige inzet, Kenniscentrum Lesbisch en Homo-emancipatiebeleid, Landelijk Centrum Opbouwwerk (LCO), Transact, X-S2 en onderdelen van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW).

------------------------------------einde bericht-------------------------