Time : 10:22:28
Date : 12 December 2006
Sender Name: Rekenhof- Cour des comptes
Belgisch Overlevingsfonds trekt te weinig lessen uit evaluaties
12 december 2006 - Het Belgisch Overlevingsfonds (BOF) heeft als
opdracht de voedselzekerheid te verbeteren van de meest kwetsbare
bevolkingsgroepen in de partnerlanden van de Belgische
ontwikkelingssamenwerking. Een onderzoek van het Rekenhof over het
leren uit projectevaluaties wijst uit dat het BOF veel projecten
evalueert, dat het deze evaluaties ook benut om de projecten bij te
sturen, maar dat het onvoldoende lessen trekt uit deze evaluaties
voor volgende projecten. Hierdoor worden fouten uit het verleden
dikwijls herhaald. Het Rekenhof heeft aanbevelingen geformuleerd om
de kwaliteit van de evaluaties te verhogen en om deze evaluaties meer
te benutten om projectoverschrijdende lessen te trekken. De betrokken
administratie en de minister hebben zich geëngageerd om initiatieven
in die zin te nemen.
Het Belgisch Overlevingsfonds dat onder de bevoegdheid valt van de
Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS), heeft in het
totaal 122 ontwikkelingsprojecten gefinancierd. Daarvan lopen er nog
74 in 20 Afrikaanse landen (april 2005). Het BOF komt voor 210
miljoen euro tussen in de realisatie van deze projecten. Ze worden
uitgevoerd door multilaterale organisaties, Belgische ngo's en de
Belgische Technische Coöperatie (BTC). Het evalueren van projecten is
een instrument om projecten bij te sturen, om lessen te trekken uit
wat geslaagd of mislukt is, om zo doeltreffender en doelmatiger te
werken.
Het Rekenhof ging na of de kwaliteit van de evaluaties (uitgevoerd
door de multilaterale organisaties zelf hetzij privéstudiebureaus)
afdoende is en of ze werden benut om projecten bij te sturen en
lessen te trekken voor volgende projecten.
Meer dan de helft van de evalueerbare projecten werd geëvalueerd.
Deze evaluaties geven een goed inzicht in de uitgevoerde activiteiten
en de onmiddellijke resultaten daarvan (gerealiseerde infrastructuur,
opleidingen, ...). Er zijn echter belangrijke blinde vlekken: zo is er
meestal weinig informatie over de reële impact van de projecten op de
armoede, is er geen inzicht in de reële duurzaamheid van de bereikte
resultaten, is het onvoldoende duidelijk of de allerarmsten worden
bereikt, en - als zaken mislopen - bevatten de evaluatierapporten
weinig verklarende informatie. Deze tekortkomingen beperken de waarde
van deze evaluaties als leerinstrument.
De evaluatierapporten worden momenteel vooral benut om binnen een
project bij te sturen. Er wordt daarbij zo veel mogelijk gestreefd
naar een consensus met de uitvoerende partner, die over een grote
autonomie beschikt. Bij de verlenging van een project stelt het BOF
wel bepaalde bijsturingen als voorwaarde voor verdere financiering.
Er is echter geen systematiek om uit evaluaties
projectoverschrijdende lessen te trekken. Dit vergroot het risico dat
fouten uit het verleden worden herhaald, wat ook blijkt uit de
voorbeelden in het verslag van het Rekenhof. Zo heeft het BOF nog
onvoldoende geleerd hoe de allerarmsten kunnen worden bereikt: vele
projecten zijn eerder gericht op de actieve armen (bijv. eigenaars
van landbouwgronden) in de hoop dat de voordelen van deze
activiteiten zullen doorsijpelen naar de allerarmsten, zonder dat dit
zogenaamde. trickle down-effect daadwerkelijk wordt georganiseerd en
geëvalueerd. Wat de oorzaken van het falen van een project betreft,
blijkt uit de evaluatierapporten dat een aantal zwakheden
herhaaldelijk terugkeren zoals verkeerde veronderstellingen in de
ontwerpfase van de projecten (waardoor bijv. niet de juiste
activiteiten worden gekozen) en een gebrekkig management van de
uitvoering van de projecten (bijv. gebrekkig projectmanagement,
onduidelijke organisatiestructuur, problemen inzake
humanresourcesmanagement, ...).
Het BOF zou in de evaluaties meer moeten nagaan of de allerarmsten
worden bereikt, het zou meer aandacht moeten besteden aan het
verklaren van vastgestelde tekortkomingen en aan de reële impact en
duurzaamheid van de projecten. Het volstaat echter niet de
bruikbaarheid van evaluaties te verbeteren om tot een grotere
benutting ervan te komen. Het BOF moet systemen uitwerken waardoor
een projectoverschrijdend leerproces wordt gestimuleerd.
De voorzitter van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking en de minister van
Ontwikkelingssamenwerking hebben op een constructieve manier
gereageerd op de conclusies en aanbevelingen van het verslag van het
Rekenhof. Niet alleen zal het onderzoek worden benut binnen het
Belgisch Overlevingsfonds, de conclusies ervan zijn ook bruikbaar
voor DGOS in zijn geheel. De administratie overweegt een initiatief
om het verslag in de bredere context van DGOS of de
ontwikkelingsamenwerking te valoriseren.
---
Informatie voor de pers
Het Rekenhof is een collaterale instelling van het parlement. Het
controleert de openbare financiën van de Staat, de gemeenschappen en
gewesten en de provincies. Het Hof streeft naar een verbetering van
de werking van de overheden. Daartoe bezorgt het de parlementaire
vergaderingen, bewindslui en gecontroleerde diensten op tegenspraak
tot stand gekomen, bruikbare en betrouwbare informatie. Het Rekenhof
werkt op onafhankelijke wijze, met inachtneming van internationale
auditnormen.
Het auditverslag Leren uit evaluaties van ontwikkelingsprojecten.
Onderzoek van het kennismanagement binnen het Belgisch
Overlevingsfonds. is aan het federale parlement bezorgd. Het
integrale verslag (54 blz.) is ter beschikking op de homepagina van
het Rekenhof: www.rekenhof.be.
Contactpersoon:
Karl Hendrickx
Federale Cel Publicaties
02 551 89 90
URL: http://www.ccrek.be