IP/06/1758
Brussel, 12 december 2006
Werken voor groei en werkgelegenheid - Een jaar met goede resultaten
De weer opgestarte strategie voor groei en werkgelegenheid is het
vlaggenschip van het beleid van de Commissie-Barroso - en zij werkt. Het
hervormingsproces draagt vrucht. De huidige economische opleving biedt een
unieke gelegenheid om het tempo van de hervormingen op te voeren. Deze
gelegenheid mag men niet aan zich voorbij laten gaan. Dat zijn de
belangrijkste boodschappen uit het jaarverslag van de Commissie over de
voortgang van de economische hervormingen in Europa, dat vandaag is
gepubliceerd. In het verslag wordt de Raad uitgenodigd voor elk van de
lidstaten specifieke aanbevelingen vast te stellen, teneinde hun
richtsnoeren voor hun hervormingen te geven. Het verslag zal in maart 2007
aan de Europese Raad worden voorgelegd.
De voorzitter van de Commissie, José Manuel Barroso, zei: "Europa
begint zich op te stellen achter de veranderingen die de huidige
economische opleving duurzaam kunnen maken. Om in vorm te komen voor
de mondialisering, moet elke lidstaat aanhaken en optimale prestaties
leveren. De Commissie stelt dit jaar specifieke aanbevelingen per land
voor, zodat de lidstaten in de Raad overeenstemming kunnen bereiken
over wat elk van hen moet doen - en zij dit dan ook doen. Zij kunnen
erop rekenen dat de Commissie haar taak bij de stimulering van het
partnerschap van Lissabon voor groei en werkgelegenheid ten volle zal
uitvoeren. De verbeterde economische vooruitzichten bieden een unieke
gelegenheid om snellere vorderingen te maken; zij mogen geen excuus
zijn om het rustig aan te doen. Er is geen reden voor zelfvoldaanheid.
Vice-voorzitter Günter Verheugen, die bevoegd is voor het
ondernemingen- en industriebeleid, verklaarde: "De economie van Europa
groeit. Onze strategie voor groei en werkgelegenheid werkt.
Ondernemerschap en innovatie winnen terrein in Europa en wij beginnen
nu structurele veranderingen in onze economie aan te brengen. Door de
bureaucratie tussen nu en 2012 met 25% terug te dringen, kunnen wij de
Europese economie de extra stimulans geven die deze zo hard nodig
heeft."
Een goede gelegenheid
Het jaarlijkse voortgangsverslag van de Commissie is gebaseerd op de
uitvoeringsverslagen die de lidstaten in het najaar van 2006 hebben
ingediend en op het eigen voortgangsverslag van de Commissie over de
hervormingen op EU-niveau in het kader van het Lissabon-programma van
de Gemeenschap (zie IP/O6/1470 en MEMO/06/399).
Het verslag geeft een optimistischer beeld dan in voorgaande jaren,
want de hervormingen beginnen vrucht te dragen. Wel wordt er met
nadruk op gewezen dat de hervormingen zich nog maar in een pril
stadium bevinden en dat zij volledig moeten worden uitgevoerd om
ervoor te zorgen dat hun uitwerkingen duurzaam zijn. Ook wordt de
aandacht gevestigd op de onderlinge afhankelijkheid van de
EU-economieën en op het feit dat voorspoed in het ene land ertoe
bijdraagt in alle andere landen voorspoed te creëren, zodat lidstaten
die met hun hervormingen achterop raken, ervoor moeten zorgen dat zij
hun achterstand inlopen, wat allen ten goede zal komen.
Verder wijst het verslag erop dat goede prestaties in de toekomst
alleen mogelijk zijn wanneer nu hervormingen worden doorgevoerd. Ook
maakt het duidelijk dat vooral veel van de nieuwe lidstaten alleen
succes zullen hebben als zij zoveel mogelijk profijt weten te trekken
uit de geldstromen die zij uit de structuurfondsen van de EU zullen
ontvangen.
Voortgang op hoofdgebieden
De belangrijkste conclusies van het verslag zijn:
* De vorderingen die de laatste jaren gemaakt zijn, zijn in het
algemeen goed geweest voor de stimulering van O&O en innovatie,
betere regelgeving en verbetering van het ondernemingsklimaat,
vooral voor het midden- en kleinbedrijf.
* Er zijn belangrijke stappen gezet bij de versterking van de
financiële duurzaamheid, want de regeringen hebben in het algemeen
passende maatregelen genomen om hun begrotingssituatie te
verbeteren en de verwachte hogere pensioenlasten en hogere kosten
van de gezondheidszorg aan te pakken. Voortgaan op deze weg en
aldus op middellange tot lange termijn een gezonde financiële
situatie te bereiken, blijft een belangrijke uitdaging.
* Een zwakke mededinging op tal van markten, en met name bij
netwerkdiensten zoals energie, houdt Europa nog steeds in haar
greep.
* Er zijn arbeidsmarktmaatregelen genomen. De werkgelegenheid neemt
toe, terwijl de werkloosheid afneemt. De grotere overeenstemming
over het nut van flexizekerheid op de arbeidsmarkt is een
uitermate positieve ontwikkeling. Nu moet dit allemaal nog wel in
praktijk worden gebracht. De EU is nog te star als het erom gaat
de twee grote problemen aan te pakken: een niet-flexibele
arbeidsmarkt die concurrentie in de weg staat en de segmentatie
van de arbeidskrachten met enerzijds werknemers met een vast
contract en een goede bescherming van de werkgelegenheid en
anderzijds werknemers met een termijncontract, die weinig of geen
bescherming genieten en ook nauwelijks kans op bescherming
krijgen.
Vervolg op de Europese Raad van voorjaar 2006
Het jaarlijkse voortgangsverslag laat ook zien hoever de lidstaten
zijn bij de uitvoering van de verbintenissen die hun leiders tijdens
de Europese Raad van het voorjaar 2006 op vier prioritaire gebieden
zijn aangegaan en die in grote trekken waren gebaseerd op een voorstel
van de Commissie (zie IP/06/348).
Op kennisgebied (onderwijs, O&O en innovatie) verwelkomt het verslag
het grotere engagement van de lidstaten op het gebied van O&O, maar de
conclusie luidt ook dat er op innovatiegebied een meer strategische
aanpak nodig is, die voortbouwt op de overeenkomst die de EU-leiders
tijdens de informele top van Lahti in oktober hebben bereikt en op de
aanstaande oprichting van het Europese Instituut voor Technologie (zie
IP/06/1416).
Wat het ondernemingsklimaat betreft, ziet het verslag redelijke
vooruitgang bij de invoering van eenloketten voor de snelle oprichting
van nieuwe bedrijven, bij het vergemakkelijken van het aanwerven van
de eerste werknemer en bij de uitbreiding van onderwijs in
ondernemerschap. In het verslag wordt een beroep op de Europese Raad
gedaan om af te spreken dat alle lidstaten hun administratieve lasten
voor ondernemingen uiterlijk in 2012 met 25% verminderen; de Commissie
zal hiertoe in januari gedetailleerde voorstellen doen. Verder wordt
in het verslag een systematische herziening door de Commissie van de
werking van de markten voor de belangrijkste goederen en diensten
aangekondigd.
Wat het derde door de Europese Raad van het voorjaar 2006 vastgestelde
prioriteitsgebied, de flexizekerheid op de arbeidsmarkten, betreft,
zijn er tot dusverre nog niet veel vorderingen gemaakt. De Commissie
pleegt momenteel op grote schaal overleg over een mededeling die medio
2007 zal worden gepresenteerd; het is de bedoeling dat overeenstemming
wordt bereikt over een aantal gemeenschappelijke beginselen, op grond
waarvan de lidstaten een beleid inzake flexizekerheid kunnen
ontwikkelen dat geschikt is voor hun nationale uitgangssituatie.
Wat het vierde prioriteitsgebied, energie en klimaatverandering,
betreft, legt het verslag nadruk op de hoge menselijke en economische
kosten van klimaatverandering en op het belang van de komende
strategische evaluatie van de energiesituatie, de evaluatie van de
regeling voor de handel in emissierechten, de voltooiing van de
interne energiemarkt, met inbegrip van energie uit vernieuwbare
bronnen, en de inspanningen van de lidstaten, de Commissie en de
belanghebbenden om het gedrag van ondernemingen en burgers te
veranderen.
Meer details over de uitvoering van de EU-strategie voor groei en
werkgelegenheid, en ook de volledige tekst van het jaarlijkse
voortgangsverslag van de Commissie en van de hervormingsprogramma's en
uitvoeringsverslagen van de lidstaten zijn te vinden op
http://ec.europa.eu/growthandjobs/index_en.htm.
European Union