VVD


14-12-2006

VVD stemt tegen oprichting Europees Genderinstituut

Vandaag heeft het Europees Parlement in tweede lezing de verordening tot oprichting van een Europees Genderinstituut aangenomen. Hiermee is de oprichting van het instituut met standplaats Vilnius een feit. De Raad heeft medio november al laten weten unaniem akkoord te gaan. De VVD eurofractie heeft echter tegen gestemd.

Jeanine Hennis-Plasschaert: "Natuurlijk is de VVD vóór gelijke rechten voor mannen en vrouwen -wie niet?- maar de toegevoegde waarde en effectiviteit van dit instituut ontgaan me volledig. Het uitgangspunt is gelijke kansen, rechten, vrijheden en verantwoordelijkheden voor iedereen: man/vrouw, oud/jong, autochtoon/allochtoon, homo/hetero, minderheden etc. etc. Doel moet zijn om alle vormen van discriminatie uit te bannen. Gender equality er uitlichten als een ´single issue´ is een achterhaald concept. Ook is er veelal sprake van een samenloop van discriminatiegronden, bijv. als het gaat om vrouwen uit etnische minderheidsgroepen."

Volgens Hennis-Plasschaert is het opmerkelijk dat de oprichting van dit Genderinstituut niet of nauwelijks onderwerp van debat is geweest in Nederland: "Onlangs is er een definitief akkoord bereikt voor de oprichting van het Europees grondrechtenbureau. Onder de bezielende leiding van René van der Linden, CDA senator en voorzitter van de Parlementaire Assemblée van de Raad van Europa, stond toen de gehele Eerste Kamer op zijn kop. Alles werd in het werk gesteld om de oprichting van een dergelijk legitiem bureau te dwarsbomen. Over het genderinstituut heb ik zowel de 1e Kamer als 2e Kamer echter niet of nauwelijks gehoord."

Hennis-Plasschaert vindt dat het genderinstituut onderdeel zou moeten zijn van het toekomstige grondrechtenbureau: "De activiteiten van het beoogde Genderinstituut hadden simpelweg integraal onderdeel moeten zijn van het takenpakket van het grondrechtenbureau waarover zeer recent een akkoord is bereikt. Gendermainstreaming is van groot belang, maar een apart instituut (met de nodige gevolgen voor het budget) is hiervoor niet nodig. Het is overduidelijk dat dit Genderinstituut voor de nodige overlap gaat zorgen met het Europees grondrechtenbureau, de activiteiten van de Europese Commissie zelf en de reeds bestaande High Level Group Gendermainstreaming (bestaande uit directeuren emancipatiebeleid uit de 25 lidstaten)."