Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : VD. 2006/3224
datum : 14-12-2006
onderwerp : Antwoorden schriftelijke vragen i..v.m. stand van zaken blauwtong
bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

Mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen over de stand van zaken in verband met blauwtong.


1) Kunt u een overzicht geven van de problemen die gepaard gaan met de 20 kilometerzones?

Op dit moment is er in Nederland één 20-kilometergebied. Dit gebied beslaat ongeveer de helft van Nederland en ligt bij benadering onder de lijn Hengelo - Utrecht - Den Haag (zie bijgevoegde kaart). De rest van Nederland vormt het beperkingsgebied. De gebieden sluiten aan bij vergelijkbare gebieden in Duitsland en België. In het 20-kilometergebied is er sprake van een actieve bluetongue-besmetting waarbij er nog wel, maar steeds minder, nieuwe besmettingen bijkomen. In het gebied zijn de volgende maatregelen van kracht:
* verplicht gebruik insecticiden;

* besmette herkauwers mogen niet worden vervoerd, anders dan vanaf 60 dagen na de positieve testuitslag en

* vervoersbeperkingen voor afvoer van herkauwers buiten het 20-kilometergebied. Intracommunautaire handel naar bluetonguevrije gebieden is niet toegestaan, wel naar een 20-kilometergebied in andere lidstaat, afvoer van herkauwers naar bedrijven in het beperkingsgebied (in Nederland of in een andere lidstaat) mag alleen na een PCR-test, maar afvoer naar slachthuizen is toegestaan.

Het spreekt voor zich dat deze maatregelen economische consequenties hebben. De economische gevolgen zijn het grootst voor de exportsector. Met name de export van fokvaarzen en slachtdieren, die een afzetmarkt in bluetonguevrije gebieden hebben, hebben te lijden onder deze uitbraak.


2) Zijn er bedrijven die in de (financiële) problemen raken door de maatregelen?

Voor zover mij bekend zijn er geen bedrijven in zodanige financiële problemen geraakt, dat daarvoor een faillissement aangevraagd moest worden.


3) Is het mogelijk dat nadat bijvoorbeeld uit bloedmonsternamen is gebleken dat bedrijven blauwtongvrij zijn, deze bedrijven weer kunnen exporteren? Zo ja, wilt u daarvoor de regelgeving aanpassen? Zo neen, waarom niet?

Intracommunautair vervoer van herkauwers uit het 20-kilometergebied is op grond van Europese regelgeving verboden. De Europese Commissie spreekt zich niet uit over export naar derde landen maar Rusland, het belangrijkste derde land dat op dit moment nog fokvaarzen uit het beperkingsgebied van Nederland ontvangt, wil vooralsnog geen dieren uit het besmette 20-kilometergebied.
Uit de rest van Nederland, het beperkingsgebied, mogen wel herkauwers worden geëxporteerd naar bluetonguevrije gebieden mits het land van bestemming toestemming geeft voor de export. Daarbij moeten wel enkele voorwaarden in acht worden genomen (testregiem, isolatie). Tot nu is er slechts op heel beperkte schaal toestemming verleend voor de export van slachtdieren vanuit het beperkingsgebied.
Deze winter kunnen, afhankelijk van de weersomstandigheden en het gedrag van de knutten, de regels voor wat betreft het 20-kilometergebied mogelijk worden aangepast. Aangezien we te maken hebben met een grensoverschrijdende epidemie is afstemming met buurlanden, overige lidstaten en de Europese Commissie noodzakelijk. Dit overleg vindt plaats.


4) Zijn er gevallen bekend van export van levende dieren waarbij in het land van aankomst antilichamen zijn gevonden?

In een beperkt aantal gevallen zijn in het buitenland herkauwers aangetroffen die afkomstig zijn uit Nederland en die antilichamen hadden tegen bluetongue. Tot nu toe zijn deze gevallen terug te herleiden tot exporten, die plaats hebben gevonden voor de aanvang van de bluetongue-epidemie. Deze dieren zijn dus geëxporteerd op een moment dat nog niet bekend was dat er sprake was van een bluetongue-pidemie in Nederland, terwijl het virus al wel rondwaarde.


5) Wat zijn de criteria voor het weer vrij verklaren van een besmet gebied?

De Europese bestrijdingsrichtlijn geeft geen criteria. De World Organisation for Animal Health (OIE) hanteert de volgende criteria: Om weer volledig vrij te worden van bluetongue moet gedurende twee jaar door middel van een monitoringsprogramma worden aangetoond dat er geen bluetonguevirus meer aanwezig is. De monitoring is enerzijds gericht op de vector van bluetongue, de knut en anderzijds op het bluetonguevirus.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om tijdelijk vrij te worden van bluetongue (seizoensafhankelijk). Deze seizoensvrijstatus is gebaseerd op de wetenschap dat gedurende de winter de vector inactief wordt en het virus niet in de knut kan vermeerderen. De duur van de knuttenvrije periode is sterk afhankelijk van het weer. De levenscyclus van de in Nederland voorkomende knutten is nog deels onbekend. In de knuttenvrije periode is geen verspreiding van bluetongue mogelijk en zullen er dus geen nieuwe uitbraken van de ziekte zijn. Tijdens deze periode zijn er wellicht versoepelingen mogelijk van de huidige maatregelen (zie ook antwoord op vraag 3).


6) Welke gevolgen zouden entingen kunnen hebben voor de gevolgen van export? Past vaccineren bij het bestrijden van blauwtong?

Een uitbraak van bluetongue en een mogelijk in te zetten vaccinatie daartegen heeft alleen gevolgen voor de export van levende dieren naar gebieden die vrij zijn van bluetongue. Vaccinatie tegen bluetongue heeft geen gevolgen voor de afzet en export van producten van gevaccineerde dieren zoals vlees en melk. Het is moeilijk een inschatting te maken van de gevolgen van het na de winter mogelijk opnieuw voorkomen van bluetongue voor export en de gevolgen voor export van levend vee naar aanleiding van vaccinatie. De gevolgen voor export zouden zelfs positief uit kunnen pakken omdat een aantal landen dan mogelijk wel levende dieren zal willen importeren. Vaccinatie past wel degelijk bij de bestrijding van bluetongue maar er moet een afweging gemaakt worden tussen de voor- en nadelen. Een belangrijk nadeel zijn de zeer hoge kosten die gepaard gaan met vaccinatie van de gehele veestapel, een andere nadeel is dat de huidige vaccins niet veilig genoeg zijn.

In de zuidelijke lidstaten wordt vaccinatie tot op heden met name ingezet om de directe gevolgen van bluetongue te beperken en niet zozeer om de ziekte uit te roeien. Dit is daar tot op heden dan ook niet gelukt. In Nederland zullen deskundigen zich over de vraag buigen of uitroeiing van de ziekte door vaccinatie in onze omstandigheden wel tot een reële mogelijkheid behoort.


7) Hoe ver staat de vaccinontwikkeling? Bent u bereid om te vaccineren met een levend verzwakt virus?

Er is op dit ogenblik alleen een levend verzwakt vaccin tegen bluetongue serotype 8 beschikbaar. Aan het gebruik van een levend vaccin zijn nadelen verbonden. Zo kan er spreiding plaats gaan vinden van het vaccinvirus. Dit heeft in Zuid-Europa al tot problemen geleid. Ik overweeg op dit moment dan ook niet om dit vaccin te gaan toepassen.

Met het opzetten van de productie van een dood vaccin van dit type is enige tijd gemoeid. De farmaceutische industrie heeft op dit gebied wel al wat voorwerk verricht. Uiteindelijke ontwikkeling zal pas plaatsvinden als er een duidelijk signaal uit de markt komt. In principe is vaccinatie tegen bluetongue in Europa toegestaan.


8) Liggen er aanvragen uit de industrie voor de toelating van bestrijdingsmiddelen tegen vliegen en zijn er toelatingen voor biologische bestrijdingsmiddelen, zoals citronella?

Momenteel liggen er geen aanvragen uit de industrie voor de toelating van bestrijdingsmiddelen tegen vliegen en zijn er geen toelatingen voor biologische bestrijdingsmiddelen tegen vliegen. Er zijn gesprekken geweest met fabrikanten van
vliegenbestrijdingsmiddelen. Hieruit is gebleken dat zij overwegen om een toelating aan te vragen voor middelen ter bestrijding van onder andere vliegen die thans niet in Nederland geregistreerd of toegelaten zijn.

Wij staan in beginsel positief tegenover een dergelijke aanvraag. Omwille van de zorgvuldigheid zal de beoordeling van de betreffende middelen enige tijd vergen.
Citronella is vanaf 1 september 2006 niet meer toegelaten op de Europese markt als muggenwerend middel omdat het niet meer wordt verdedigd door producenten. Dit is een direct gevolg van de werking van de Europese Biocidenrichtlijn. Op de lijst van toegelaten middelen ter bestrijding van vliegen in de stal, staan ook middelen die door de biologische sector mogen worden gebruikt zonder gevolgen voor de biologische status.


9) Bent u bereid om de ontheffing voor Butox pour on te verlengen na 20 december 2006?
Zo neen, waarom niet?

Op 20 december verloopt de vrijstelling voor Butox Pour on, Sputop en Tectonik pour-on. Uit de monitoring blijkt dat ook op dit moment nog volwassen knutten gevonden worden. Dit houdt ongetwijfeld verband met de onverwachts hoge temperaturen die dit najaar zijn gemeten. Dit betekent onder andere dat de zogenoemde 20-kilometergebieden nog niet opgeheven kunnen worden. Op grond van de Europese richtlijn is het regelmatig gebruik van insecticiden verplicht. Naar de effectiviteit van de middelen wordt op dit moment binnen Europa nader onderzoek verricht. De European Food Safety Authority is door de Europese Commissie gevraagd om vóór eind maart een advies uit te brengen over de effectiviteit en het gebruik van insecticiden. Inmiddels heb ik de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer verzocht de vrijstelling opnieuw te verlenen tot 1 april 2007. De verplichting om insecticiden te gebruiken kan mogelijk eerder worden opgeheven, bijvoorbeeld als de resultaten van de knuttenmonitoring daar aanleiding toe geven.


10) Hoe gaat het Europees en nationaal monitoringssysteem er uit zien?

Zie bijlage 1.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman