Gemeente Stein


Beleidsregel subsidie ontwikkelingssamenwerking en hulpverlening 14-12-2006

Burgemeester en wethouders van Stein,
Overwegende, dat het wenselijk is aanvullende regels te geven voor de subsidieverlening voor activiteiten ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking en hulpverlening in de gemeente Stein; Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en het Algemeen gedeelte Subsidieverordening Welzijn Gemeente Stein; besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:

Artikel 1 Begripsbepalingen
ontwikkelingssamenwerking: samenwerking met of ten behoeve van ontwikkelingslanden en landen in Midden- en Oost-Europa hulpverlening: hulpverlening ten behoeve van ontwikkelingslanden en landen in Midden- en Oost-Europa;
plaatselijke acties: acties waarvan zowel de voorbereiding als de uitvoering binnen de gemeente Stein plaatsvindt; activiteitenplan: dit plan behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen, daarnaast vermeldt het indien van toepassing de daarvoor benodigde personele en materiele middelen (art. 4:62 AWB).

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Het college kan subsidie verlenen voor organisatiekosten en de vermeerdering van opbrengsten van acties ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking en hulpverlening.

Artikel 3 Criteria
Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt verleend indien aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
a. het moet gaan om plaatselijke acties welke door in de gemeente Stein gevestigde organisaties of groeperingen worden georganiseerd; b. er moet een rechtstreekse relatie bestaan tussen de organisatie of groepering uit de Steinder samenleving met de doelgroep of het land waarvoor de actie wordt uitgevoerd;
c. bij de acties staat het leveren van een doelgerichte bijdrage aan voorlichtings- en bewustwordingsprocessen voorop.

Artikel 4 Subsidiebedrag
Een subsidie bedraagt niet meer dan de helft van het gevraagde subsidiebedrag. De hoogte van het subsidiebedrag bedraagt voor organisatiekosten maximaal 1000,00 en voor de vermeerdering van opbrengsten van acties maximaal 500,00.

Artikel 5 Wijze van verdeling beschikbaar bedrag
1. Het subsidieplafond is gelijk aan het door de raad via de vastgestelde programmabegroting jaarlijks beschikbaar gestelde bedrag.


2. Ten aanzien van het subsidieplafond geldt dat subsidie-aanvragen die het eerst binnenkomen ook eerst in behandeling worden genomen.
3. Subsidie-aanvragen die afgewezen worden omdat het beschikbare budget niet toereikend is, worden, indien van toepassing, in het daaropvolgende boekjaar met voorrang in behandeling genomen.
4. Aan een organisatie of groepering wordt per boekjaar maximaal één subsidie verstrekt.

Artikel 6 Indieningstermijn

1. Subsidie-aanvragen worden uiterlijk 13 weken voorafgaand aan de startdatum van de actie ingediend.

2. In bijzondere gevallen kan het college besluiten om, ten gunste van de subsidie-aanvrager, van het bepaalde in lid 1 van dit artikel af te wijken.

Artikel 7 Bewijsstukken
Een organisatie of groepering aan welke een subsidie is toegekend, dient binnen 3 maanden na afloop van de actie waarvoor subsidie is aangevraagd, een afrekening van de betreffende actie te hebben ingediend.

Artikel 8 Vaststelling subsidiebedrag
Op basis van de in het voorgaande artikel vermelde bewijsstukken wordt het definitieve subsidiebedrag vastgesteld.

Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel is voor het eerst van toepassing op subsidie aangevraagd voor het subsidiejaar 2006.