Gemeente Amsterdam



Persbericht
Datum 18 december 2006

Tevredenheid Amsterdammers over hun woning en buurt neemt toe Steeds meer koopwoningen, overmaat goedkope woningen blijft

Vandaag is het onderzoek Wonen in Amsterdam 2005 gepresenteerd. Het onderzoek laat zien dat het aandeel koopwoningen in de stad blijft stijgen, sterker zelfs dan voorgaande jaren. Het aantal goedkope huurwoningen wordt kleiner, maar blijft fors groter dan het aantal huishoudens met een laag inkomen. De tevredenheid van Amsterdammers over hun woning en buurt neemt toe.

Tjeerd Herrema, wethouder Volkshuisvesting: 'De cijfers tonen een positieve tendens, die we de komende jaren willen doorzetten. De recent gemaakte afspraken tussen gemeente en woningcorporaties dragen daar aan bij. De stedelijke vernieuwing krijgt een nog grotere impuls. Er komen meer huur- en koopwoningen voor het middensegment. En er komen meer sociale huurwoningen beschikbaar voor mensen met lage inkomens. Door goede afspraken over de toewijzing komen deze sociale huurwoningen nu ook terecht bij de mensen die ze echt nodig hebben.' Hans van Harten, directeur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties: "Tot 2011 zullen corporaties zo'n 2,3 miljard euro investeren in nieuwe sociale huurwoningen, woningverbetering en leefbaarheid. Het onderzoek laat zien dat de leefbaarheid er op vooruitgaat dankzij de investeringen van de corporaties in de stedelijke vernieuwingsgebieden. Met de verkoop van huurwoningen kunnen we deze investeringen doen. Bovendien voldoen we met verkoop aan de woonwensen van de lage middeninkomens. Door de aanbiedingsafspraken over vrijkomende huurwoningen neemt tegelijkertijd het aanbod voor de lage inkomens toe."

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn:

Woningverdeling meer in balans
Het gestegen aanbod van koopwoningen van de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat een deel van de hogere inkomens de stap van een goedkope woning naar een koopwoning heeft kunnen maken. 9,7% van de huishoudens met een hoger inkomen (boven de voormalige ziekenfondsgrens) woonde in 2005 in een goedkopere huurwoning; in 2003 was dit nog 13%. Het aandeel koopwoningen is de afgelopen twee jaar gestegen naar 23,9% van de totale woningvoorraad. Het aantal goedkope huurwoningen (217.500) blijft fors groter dan het aantal huishoudens met een laag inkomen (128.350). In Amsterdam bestaat een tekort aan woningen voor middeninkomens.

Stedelijke Vernieuwing werkt
De woontevredenheid in Amsterdam neemt toe. De stad bestaat uit 300 buurten die onderverdeeld kunnen worden in tien verschillende woonmilieus. In vrijwel alle milieus wordt vooruitgang geboekt ten opzichte van 2001: mensen geven een waarderingscijfer dat zowel voor hun woning als hun buurt enkele tienden hoger ligt dan vier jaar geleden. Verheugend is dat de grootste verbetering wordt geboekt in de stedelijke vernieuwingsgebieden van de Bijlmermeer, Nieuw-West en de Indische Buurt.

Hoge inkomens stijgen sneller dan de lage
De lagere inkomensgroepen zijn tussen 1995 en 2003 aanzienlijk afgenomen van 47% naar 35%. Als gevolg van de economische dip van de afgelopen jaren zien we tussen 2003 en 2005 een lichte toename van de lagere inkomensgroepen naar 35,2%. De inkomens van de lagere inkomensgroepen stijgen de laatste jaren minder snel dan de inflatie. De netto huurquote (het deel van het inkomen dat huurders aan huur kwijt zijn) is voor mensen met een laag inkomen 29%, voor de hogere inkomens 16%. Eenoudergezinnen zijn er de afgelopen jaren het minst op vooruit gegaan; in 2005 behoort 74% van deze gezinnen tot de laagste inkomensgroep. 35,2% van de Amsterdammers behoort nu tot de lagere inkomens. Van alle etnische groepen behoort 74% van de Marokkaanse huishoudens tot de laagste inkomens. Wethouder Herrema: 'Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Het college zet de komende jaren flink in op een rechtvaardiger huurbeleid en inkomensverdeling. Veel is natuurlijk ook afhankelijk van de plannen van een nieuw kabinet.'

Wonen in Amsterdam
Het tweejaarlijkse onderzoek Wonen in Amsterdam 2005 wordt gehouden onder zelfstandig wonende Amsterdammers. Het onderzoek wordt iedere twee jaar uitgevoerd als uitvloeisel van afspraken uit de Beleidsovereenkomst Volkshuisvesting Amsterdam; dit is het zesde onderzoek. Eerdere rapporten hadden betrekking op de jaren 1995, 1997, 1999, 2001 en 2003. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, de Dienst Wonen en de Amsterdamse stadsdelen.



Gemeente Amsterdam