LEI

Verruiming Natuurschoonwet levert beperkt aantal bedrijven beter perspectief

20 dec 2006
Onderdeel: LEI

Door een verruiming van de criteria in de Natuurschoonwet (NSW) zouden meer grondgebonden landbouwbedrijven in de Ecologische Hoofdstructuur en Nationale Landschappen van de NSW kunnen profiteren. Maar dit zal in doorsnee geen groot effect hebben op het toekomstperspectief van deze bedrijven. Het financiële voordeel van rangschikking onder de NSW zal voor veel van deze bedrijven beperkt zijn, ook gezien de jaarlijkse en éénmalige kosten die zij daarvoor moeten maken. Voor een klein deel van de bedrijven kan het perspectief echter duurzaam verbeteren.
Dit is de belangrijkste uitkomst van onderzoek verricht door LEI en Ernst&Young in opdracht van het ministerie van LNV (zoals beloofd in het LNV-Beleidsprogramma 2004-2007 'Vitaal en Samen'). Het desbetreffende rapport is op 14 december door minister Veerman aangeboden aan de Tweede Kamer, tegelijk met een vorig jaar verschenen rapport over Fiscale faciliteiten bij natuurontwikkeling. Â
Gezien de mogelijkheden die er nu al zijn om grondgebonden landbouwbedrijven onder de NSW te rangschikken, zal een verruiming van de criteria maar een beperkt (negatief) effect op de belastinginkomsten voor de overheid hebben. Dit kan variëren van â¬4 miljoen in geval er zo'n 2.500 grondgebonden bedrijven extra onder de NSW worden gerangschikt, tot â¬18 miljoen euro bij het minst beperkende scenario. Dat laatste houdt in dat alle grondgebonden bedrijven binnen de EHS en Nationale Landschappen onder de criteria vallen, zonder dat landschappelijke aanpassingen nodig zijn. De onderzoekers concluderen dat het niet erg zinvol is om voor de grondgebonden bedrijven specifieke criteria te ontwikkelen. Ze komen wel met een aantal alternatieven die het economisch perspectief voor de grondgebonden bedrijven binnen EHS en Nationale Landschappen zouden kunnen verbeteren.

Rapport 4.06.02: De Natuurschoonwet voor landbouwbedrijven in EHS en Nationale Landschappen
Eerder verscheen rapport 5.05.06: Fiscale faciliteiten en knelpunten natuurontwikkeling door particulieren