Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Jaarrapportage van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code

Monitoring Commissie houdt consultatie over aandeelhouders en toepassingsbereik

De corporate governance code werkt!

Den Haag, 20 december 2006 - Beursgenoteerde vennootschaappen leven de Corporate Governance Code steeds beter na. Dit constateert de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (Commissie) in haar tweede rapportage, die vandaag officieel wordt overhandigd aan de minister van Financiën en de minister en staatssecretaris van Economische Zaken. Tegelijkertijd met het rapport heeft de Commissie een consultatiedocument opgesteld over de communicatie tussen aandeelhouders en vennootschap en over het toepassingsbereik van de Code. Naar aanleiding van discussie rond private equity en hedge funds zijn vragen gesteld door de ministers van Financiën, Economische Zaken en Justitie. De commissie acht haar visie voldoende vervat in het consultatiedocument. Voor een definitief antwoord, wil de Commissie de marktreacties afwachten.
* De Code blijkt in de praktijk goed bruikbaar: het nalevingspercentage door vennootschappen is gemiddeld 96%; het toepassingspercentage komt op 92%.
* Op het gebied van het beloningsbeleid is de transparantie gering. Het beloningsbeleid en de uitkomsten ervan dienen in inzichtelijke en begrijpelijke termen aan de aandeelhoudersvergadering te worden voorgelegd. Het is de taak van de raad van commissarissen daarvoor te zorgen.
* De nalevingcijfers van de Code door institutionele beleggers zijn gemiddeld slechts 30%. De Commissie betreurt dit, zeker gezien het feit dat de effectiviteit van de Code steunt op een actieve houding van aandeelhouders.
* De Code biedt ruimte aan ondernemingen om zich weerbaar op te stellen tegen activistische aandeelhouders. De Commissie benadrukt de integrale verantwoordelijkheid van bestuur en raad van commissarissen voor de onderneming. De Commissie staat positief tegenover een verlaging van de meldingsplichtdrempel van 5% naar 3% in combinatie met het invoeren van de verplichting voor 5%-aandeelhouders om hun intentie bekend te maken. Een verbetering van de communicatie tussen aandeelhouders en onderneming ook buiten de AVA acht de Commissie zinvol.

Voorzitter Jean Frijns van de Commissie noemt het nalevingspercentage van 96% behoorlijk: 'De score hoort 100% te zijn. Er is geen reden te bedenken waarom ondernemingen niet de moeite kunnen doen om uitleg te geven indien zij onderdelen van de Code niet toepassen. Nu we twee jaar bezig zijn de naleving van de Code te monitoren, is de tijd rijp om de Code in breder perspectief te bezien. De Code heeft de betrokkenheid van de aandeelhouders bevorderd; nu is het goed om stil te staan bij de vraag hoe vennootschappen en aandeelhouders met elkaar moeten omgaan in de zich nieuw vormende praktijk. Ook over het toepassingsbereik zijn sinds het totstandkomen van de Code discussies geweest. Het lijkt een goed moment om de gezichtspunten van de Commissie hierover aan de markt voor te leggen en de discussie hierover aan te gaan.'

Naleving van de Code
Ten opzichte van vorig jaar is de naleving van de Code toegenomen. Gemiddeld 96% (2005: 88%) van de codebepalingen wordt door de vennootschappen nageleefd. Ondanks de hoge naleving van de Code wijst de Commissie erop dat de naleving van de Code 100% hoort te zijn. Afwijking van de Code is mogelijk mits die wordt uitgelegd.

Ten opzichte van AEX-, AMX- en AMS-fondsen blijven lokale fondsen achter voor wat betreft de naleving van de Code. De Commissie meent dat de omvang van deze ondernemingen geen excuus mag zijn voor een minder goede naleving van de Code. Bedrijven leven de Code na wanneer zij codebepalingen onvoorwaardelijk toepassen of uitleg geven waarom en hoe zij van de Code afwijken. Het gemiddelde toepassingspercentage ligt op 92%. Dit toont volgens de Commissie aan dat de Code werkt. Onderzocht is hoe de gegeven uitleg kan worden gekwalificeerd. Hieruit blijkt dat 85% van de gegeven uitleg als begrijpelijk kan worden omschreven. De controleerbaarheid van de gegeven uitleg (met behulp van publiek toegankelijke informatie) wordt in 47% van de gevallen als positief of neutraal bestempeld en in 12% van de gevallen als negatief.

Beloningsbeleid
De Commissie is bezorgd over de geringe transparantie van de beloning van bestuurders en (de gegeven uitvoering aan) het beloningsbeleid. Het beloningsbeleid en de uitkomsten ervan dienen in inzichtelijke en begrijpelijke termen aan de aandeelhoudersvergadering te worden voorgelegd. Het is de taak van de raad van commissarissen daarvoor te zorgen; dit houdt in dat de raad van commissarissen moet toezien op de eenvoud van de beloningscontracten. De Commissie bepleit een leesbare integrale en uniforme behandeling van het beloningsbeleid en de uitkomsten daarvan voor in een separaat onderdeel van het jaarverslag.

Het thema beloningen en beloningenbeleid zal in 2007 nader in kaart worden gebracht. Naast reguliere monitoring van de hierop betrekking hebbende onderdelen van de Code, zal in 2007 gerapporteerd worden over de resultaten van nader onderzoek naar de relatie tussen de prestaties van bestuurders en hun (variabele) beloning. Dit empirisch onderzoek onder Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen is inmiddels door de Commissie in gang gezet.

Interne risicobeheersing
Ten opzichte van vorig jaar is de toepassing van de Code inzake de bestuursverklaring over het functioneren van het interne risicobeheersings- en controlesysteem, aanzienlijk verbeterd. Niettemin blijft bij veel ondernemingen de afstand tot de in de Code en de nadere guidance verwoorde 'best practice' groot. De Commissie neemt daarbij in aanmerking dat nog niet alle vennootschappen het afgelopen jaar in staat zijn geweest hun systemen in te richten op basis van de good practice aanbevelingen uit haar eerste rapport van december 2005. Eerst in de rapportage over het boekjaar 2007 zal ten volle blijken in hoeverre vennootschappen de aanbevelingen van de Commissie uit 2005 hebben geïncorporeerd. Tegen deze achtergrond wordt het niet gewenst geacht om reeds dit jaar met nadere richtlijnen te komen. Ten overvloede geeft de Commissie aan dat zij van vennootschappen verwacht dat zij de in 2005 gedane aanbevelingen opvolgen in hun verslaglegging over 2006.

Aandeelhouders
Het gemiddelde opkomstpercentage van de aandeelhoudersvergadering is 56% (44% indien gecertificeerde vennootschappen buiten beschouwing worden gelaten). Dit is (net als vorig jaar) aan de lage kant. Hierdoor kunnen de aandeelhouders die wel komen een onevenredig zware stempel drukken op het verloop van de aandeelhoudersvergadering. De nalevingcijfers van de Code door institutionele beleggers zijn gemiddeld bijna 30 %. Dit is (net als vorig jaar) laag. De Commissie betreurt dit, zeker gezien het feit dat de Code steunt op een actieve houding van aandeelhouders.

Naleving wettelijk verplicht voor ondernemingen
Het is de taak van de Commissie een algemeen beeld te geven van de naleving van de Code door beursgenoteerde ondernemingen. De achterliggende cijfers zijn generiek. De Commissie doet geen uitspraken over de wijze waarop individuele ondernemingen de Code naleven. Per 1 januari 2007 zal de AFM toezicht uitoefenen op de jaarverslaggeving van ondernemingen. De acceptatie van de uitleg van de afwijkingen blijft onverkort aan de aandeelhouders.

Consultatie van de markt
In het consultatiedocument legt de Commissie haar gezichtspunten neer over de communicatie tussen aandeelhouders en vennootschap en over het toepassingsbereik van de Code. Doel van de consultatie is een reactie van markpartijen te krijgen over beide thema's. In het voorjaar van 2007 zal de Commissie over haar bevindingen een rapport uitbrengen aan het kabinet.

Communicatie tussen aandeelhouders en vennootschap De Commissie onderschrijft de huidige rolverdeling tussen bestuur, raad van commissarissen en aandeelhouders. Het bestuur en de raad van commissarissen hebben de integrale verantwoordelijkheid voor het realiseren van de ondernemingsdoelstelling, dat is het creëren van aandeelhouderswaarde op lange termijn, en voor een zorgvuldige afweging van de belangen van de diverse bij de vennootschap betrokken partijen. De Code biedt voldoende openingen aan vennootschappen om met "activistische" aandeelhouders om te gaan. Het kan nuttig zijn de drempel in het kader van de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen te verlagen naar 3% plus melding van iedere procentpunt wijziging. Ook acht de Commissie het wenselijk dat aandeelhouders boven 5% hun intenties melden. De Commissie erkent dat de algemene vergadering van aandeelhouders in veel gevallen niet het forum is waarin besluitvorming tot stand komt als 'vrucht van onderling overleg'. Dit is inherent aan de verdergaande internationalisering, institutionalisering en nog grotere spreiding van aandelenkapitaal. De communicatie tussen vennootschap en aandeelhouders door het jaar heen kan voor deze partijen zinvol zijn.

Toepassingsbereik
Op het gebied van het toepassingsbereik legt de Commissie een drietal vragen ter consultatie voor. In de eerste plaats wordt gevraagd of terughoudendheid geboden is bij een eenzijdige introductie van expliciete keuzevrijheid voor Nederlandse fondsen met uitsluitend een buitenlandse notering over welke corporate governance code zij wensen na te leven. In de tweede plaats worden marktpartijen gevraagd naar hun mening of lokale fondsen voldoende uit de voeten kunnen met de Code Tabaksblat of dat er voor lokale fondsen een specifieke corporate governance code moet worden opgesteld. Tot slot wordt stilgestaan bij de verhandeling van aandelen op niet-gereglementeerde markten (zoals Alternext). Zijn marktpartijen van mening dat er regelgeving moet komen die het naleven van bepaalde corporate governance normen verplicht stelt voor dit soort ondernemingen?

Procedure consultatie
De Commissie nodigt alle belangstellenden uit de vragen in het consultatiedocument gemotiveerd te beantwoorden vóór 15 maart 2007. Het consultatiedocument en de antwoorden zullen worden gepubliceerd op de website van de Commissie (www.commissiecorporategovernance.nl), tenzij hiertegen bezwaar wordt gemaakt. De Commissie zal de reacties op de consultatie meenemen in een rapport met aanbevelingen dat in het voorjaar van 2007 aan het nieuwe kabinet zal worden aangeboden.

Antwoorden aan de Ministers
De strekking van een deel van de antwoorden die de Commissie vandaag aan de ministers van Financiën, Economische Zaken en Justitie geeft komt terug in het consultatiedocument over de communicatie tussen aandeelhouders en de vennootschap.

Taak en rol Monitoring Commissie
De Commissie is in december 2004 ingesteld door de Minister van Financiën, de staatsssecretaris van Economische Zaken en de minister van Justitie ter bevordering van het gebruik van de Code en ter controle van de naleving en toepassing ervan. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit van haar bevindingen op het terrein van de naleving, actualiteit en bruikbaarheid van de Code.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de secretaris van de Monitoring Commissie, W. Poesiat, telefoon: (070) 342 82 28

Van de overhandiging van het rapport aan de minister van Financiën en de minister en staatssecretaris van Economische Zaken is een foto gemaakt. Deze is digitaal bijgesloten bij deze e-mail.