Ernst and young
Haga Ziekenhuis heeft beste verantwoording
Ernst & Young: toenemende concurrentie in de zorg
AMSTERDAM, 21 DECEMBER 2006 - Het Haga Ziekenhuis Den Haag scoort het beste in het
Corporate Governance onderzoek onder zorginstellingen dat Ernst & Young vandaag
publiceert. Op de tweede plaats in de rangschikking staat het Catharina Ziekenhuis
Eindhoven. Beide instellingen scoorden in eerdere edities ook al goed.
Ernst & Young Accountants verricht sinds 2002 onderzoek naar de kwaliteit van de
jaarverslagen van zorginstellingen. In de afgelopen periode zijn ruim 130 jaarverslagen
van de grootste zorginstellingen over 2005 beoordeeld. Het onderzoek geeft daarmee een
actueel beeld van de belangrijkste governance ontwikkelingen in 2005 van universitair
medische centra, de topklinische/algemene ziekenhuizen, de thuiszorg, de geestelijke
gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg en de verzorgings- en verpleeginstellingen.
TOP 5
Ranking 2005 Plaats
Naam Plaats 2005
1 Haga Ziekenhuis Den Haag 9,34
2 Catharina-Ziekenhuis Eindhoven 9,25
3 Reinier de Graaf Groep Delft 9,04
4 Zorggroep Noorderbreedte Leeuwarden 8,89
5 Jeroen Bosch Ziekenhuis Den Bosch 8,78
Meer transparantie
Uit het onderzoek blijkt dat de aandacht voor governance bij zorginstellingen in 2005
verder is toegenomen en dat de transparantie van de verslaggeving steeds beter wordt.
Nederland loopt hierin voorop ten opzichte van Europa en Amerika. Toch ziet Jules
Verhagen, partner bij Ernst & Young nog de nodige verbeterpunten: 'Er zijn nog weinig
instellingen die zich in het jaarverslag verantwoorden over de realisatie van de door hun
gestelde doelen. De AWBZ-instellingen scoren gemiddeld nog een onvoldoende ten opzichte
van de ziekenhuizen met betrekking tot de corporate governance verantwoording in de
jaarverslagen. Beiden hebben nog een lange weg te gaan als het gaat om het inzichtelijk
maken van de vergelijkbaarheid van de prestaties.'
Toename concurrentie
Ernst & Young brengt deze week ook een financieel benchmarkonderzoek uit onder ruim
300 instellingen in de gezondheidszorg. Het onderzoek geeft een helder beeld van de
financiële ontwikkelingen bij zowel ziekenhuizen als AWBZ gefinancierde
instellingen. Uit dit onderzoek blijkt een duidelijke toename van de concurrentie in de
gezondheidszorg. Ongeveer de helft van de instellingen besteedt in het financiële
verslag aandacht aan commerciële activiteiten. Vooral de invoering van de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) heeft geleid tot een forse prijzenslag voor
ondermeer thuiszorginstellingen. De vermogenspositie van instellingen is in 2005 wel
verbeterd, maar is nog niet toereikend om de risico's van onder andere de toenemende
marktwerking op te kunnen vangen. Het gemiddelde eigen vermogen in procenten van de
opbrengsten bedraagt circa 10% voor ziekenhuizen en circa 12% voor AWBZ instellingen.
Binnen deze categorieën blijven de vermogensniveaus van de topklinische ziekenhuizen
en geestelijke gezondheidszorginstellingen iets achter.
Verbetering efficiency
De opbrengsten van de instellingen stijgen slechts beperkt. Hiermee blijven de
instellingen achter ten opzichte van de ontwikkeling van de verzekeringspremies voor de
ziektekosten. Afgemeten aan de hand van de gemiddelde omzet per FTE verbetert de
efficiency van de instellingen - en vooral van de ziekenhuizen - duidelijk. De toegenomen
productie wordt dus relatief met minder mensen gerealiseerd. Er is duidelijk sprake van
een verbeterde beheersing van de personeelskosten. Doordat de patiëntgebonden kosten
sterk stijgen, is dit, vooral bij de ziekenhuizen, beperkt terug te zien in de
ontwikkeling van de resultaten. 'Een belangrijk risico voor de branche is de toekomstige
ontwikkeling van de personeelskosten door de krapte op de arbeidsmarkt zoals we dat ook
hebben gezien in de periode 2000/2001.' aldus Jules Verhagen van Ernst & Young
Accountants.
Noot voor redactie,