Meer toezicht op collectieve beheersorganisaties
Persbericht | 22-12-2006
Minister Hirsch Ballin van Justitie wil het toezicht versterken en
verbreden op de zogeheten collectieve beheersorganisaties die zich
bezig houden met de incasso, het beheer en de verdeling van
vergoedingen voor auteurs- en naburige rechten. Dit blijkt uit een
wetsvoorstel dat de bewindsman vandaag voor consultatie naar
verschillende instanties heeft gestuurd.
Directe aanleiding voor het wetsvoorstel zijn de aanbevelingen van het
College van Toezicht Auteursrechten voor verbetering van het toezicht.
Nu strekt dit zich uit tot de vijf collectieve beheersorganisaties met
een wettelijke taak. Dat zijn de vereniging Buma, de Stichting
Exploitatie Naburige Rechten (Sena) alsmede de stichtingen De
Thuiskopie, Leenrecht en Reprorecht. Straks zal het College ook
toezicht houden op de belangrijkste andere organisaties die zich bezig
houden met de inning of verdeling van auteursrechtvergoedingen.
De nieuwe wettelijke regeling moet meer inzicht verschaffen in de
activiteiten van de auteursrechtorganisaties zodat hun functioneren
beter kan worden gecontroleerd. Het groeiende economische belang van
auteurs- en naburige rechten rechtvaardigt een sterk onafhankelijk
toezicht op de activiteiten van deze instanties. Het wetsvoorstel
sluit aan bij de wens van de Tweede Kamer om het toezicht aan te
scherpen en transparantie bij het collectieve beheer te vergroten.
Om dit te bereiken stelt de minister voor de vereniging Buma ook onder
het preventief toezicht van het College van Toezicht Auteursrechten te
laten vallen. Dit houdt in dat de organisatie pas bepaalde besluiten
mag nemen na voorafgaande schriftelijke toestemming van het College;
een verplichting die Buma tot op heden -als enige- niet had.
Ook wordt de informatieplicht aangescherpt zodat het College tijdig
over alle benodigde gegevens kan beschikken. Er komt een zelfstandige
informatieverplichting voor die instanties, waarmee een collectieve
beheersorganisatie samenwerkt om de vergoedingen te innen en te
verdelen.
Verder mag het College bestuurlijke boetes opleggen als een
collectieve beheersorganisatie een bindende aanwijzing niet opvolgt.
Organisaties van vrijwillig collectief beheer worden eveneens onder
toezicht van het College geplaatst. Op dit moment vallen zij daar niet
onder vanwege hun vrijwillige karakter. Omdat hun optreden niet
wezenlijk verschilt van dat van de vijf organisaties van verplicht
collectief beheer, is besloten het toezicht ook tot deze andere
organisaties uit te breiden. Het betreft instellingen als de Stichting
Videma, die opkomt voor rechthebbenden op televisie- en filmbeelden,
de Stichting Naburige Rechtenorganisatie voor Musici en Acteurs
(Norma), en de Stichting Beeldrecht.
Met de versterking van het instrumentarium van en de verbreding van
het toezicht door het College van Toezicht Auteursrechten kent straks
ook de auteursrechtsector een sectorbreed en onafhankelijk
kwaliteitstoezicht.
Ministerie van Justitie