Voetbalwet - meldingsplicht voetbalvandalen
22 december 2006
Gezien de actuele aandacht voor een Voetbalwet, willen wij u gaarne
over het volgende informeren. In de Stuurgroep Voetbalvandalisme is
medio 2005 besloten tot het instellen van een interdisciplinaire
werkgroep onder leiding van het Ministerie van Justitie. Die werkgroep
heeft, naast een inventarisatie van de mogelijkheden voor een betere
afdwingbaarheid van stadionverboden, ook eventuele lacunes in het
huidige instrumentarium om voetbalvandalisme gericht aan te pakken en
de aanpak van zware geweldsdelicten bezien.
Met betrekking tot de inventarisatie van de mogelijkheden voor een
betere afdwingbaarheid van stadionverboden hebben de werkgroep en de
stuurgroep zich onder andere gebogen over de mogelijkheid voor
realisatie van zowel een civielrechtelijke meldingsplicht als een
bestuursrechtelijke meldingsplicht.
Op basis daarvan heb ik in overleg met de voormalige Minister van
Justitie, Minister Donner, uitgesproken dat de realisatie van zowel
een civielrechtelijke meldingsplicht als van een bestuursrechtelijke
meldingsplicht, wenselijk is.
Dit hebben wij uw Kamer ook bericht bij brief van 10 maart 2006
(Kamerstukken II, 2005-2006, 25 232, nr. 49).
Met betrekking tot de bestuursrechtelijke meldingsplicht berichten wij
u dat wij op 16 november jl. het concept-wetsvoorstel âaanwijzingen
ernstige overlastâ in consultatie hebben gebracht. Dit wetsvoorstel is
een uitwerking van de moties van de leden Van Schijndel c.s.
(Kamerstukken II 2005-2006, 28684, nr. 76, Herdruk) en Weekers c.s.
(Kamerstukken II 2005-2006, 30300 VI, nr. 57) op dit thema.
Op basis van dit concept-wetsvoorstel kan een meldingsplicht opgelegd
worden door de officier van justitie, indien betrokkene is gedagvaard,
of door de burgemeester ter handhaving van de openbare orde. Onder
deze meldingsplicht kunnen ook hooligans vallen.
Voor wat betreft een eventuele voetbalwet of evenementenwet hebben wij
uw Kamer bij de hiervoor genoemde brief van 10 maart 2006 bericht dat
er in Nederland reeds veel mogelijkheden bestaan om voetbalvandalisme
te bestrijden. Een zelfstandige voetbalwet- hoe ook ingericht- zou een
op zich onjuist precedent vormen. De vraag kan dan worden gesteld of
in het vervolg bij iedere maatschappelijke kwestie een afzonderlijk
stelsel van wettelijke regelingen in het leven geroepen zou moeten
worden. Op grond hiervan heeft de eerdergenoemde interdepartementale
werkgroep bezien of het huidige instrumentarium om voetbalvandalisme
gericht aan te pakken toereikend is en zo nee, waar de lacunes dan
zitten en aanbevelingen te doen hoe deze op te lossen.
Bij brief van 3 oktober 2006 (Kamerstukken II 2006-2007, 25 232, nr.
53) hebben wij aan uw Kamer bericht dat op basis van het advies van
deze werkgroep in de stuurgroep voetbalvandalisme op 15 juni 2006 is
geconcludeerd dat er thans geen lacunes zijn gevonden in het bestaande
instrumentarium om voetbalvandalisme aan te pakken, maar dat de
mogelijkheden die het bestaande instrumentarium biedt thans niet
volledig benut worden. Zoals hierboven reeds is aangegeven is het
concept-wetsvoorstel âaanwijzingen ernstige overlastâ, waarin een
bestuursrechtelijke meldingsplicht wordt geregeld, reeds in
consultatie gebracht. Â
Mede naar aanleiding van het voetbalgeweld van Feyenoordsupporters in
Nancy november jl. is de discussie over de wenselijkheid van een
voetbalwet weer opgekomen. Wij zijn bereid in gesprek te gaan met
partijen die een eventuele meerwaarde van een dergelijke wet kunnen
aantonen. Medio januari hebben onze departementen hierover op hoog
ambtelijk niveau een gesprek met de KNVB. Wij houden u op de hoogte
van de ontwikkelingen en van eventuele vervolgacties.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,Â
J.W.
Remkes Â
---
Â
DE MINISTER VAN JUSTITIE
E.M.H. Hirsch Ballin
Deze stuurgroep dient als platform voor afstemming en
beleidsinitiatief. In deze stuurgroep zijn alle ketenpartners
vertegenwoordigd.
Thans bestaat alleen nog in het strafrecht de mogelijkheid om
een meldplicht aan een strafrechtelijk stadionverbod te koppelen.
Verder kan de KNVB aan een civielrechtelijk stadionverbod een
meldingsovereenkomst verbinden. Tijdens wedstrijddagen meldt een
supporter die een dergelijke overeenkomst is aangegaan of op wie een
dergelijk plicht is opgelegd zich op een afgesproken locatie,
doorgaans een politiebureau. Hierdoor wordt voorkomen dat betreffende
supporter zich in de buurt van een voetbalstadion ophoudt en poogt
zich aldaar te misdragen.
Â
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties