Gemeente Rotterdam

Nr.
20 december 2006

Tijdelijke gebouwen en gevangenissen gecontroleerd

Intensievere controles brandveiligheid

De brandveiligheid van tijdelijke gebouwen en gevangenissen in Rotterdam is op de meeste punten in orde. De gebreken die zijn geconstateerd zijn inmiddels verholpen. Dat blijkt uit onderzoek van de brandweer en Bouw- en woningtoezicht. In hun Rapportage brandveiligheid in gebouwen met tijdelijke vergunning en in penitentiaire inrichtingen 2006 staan ook aanbevelingen voor een andere manier van controleren. Aanleiding voor het onderzoek is het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de brand in het cellencomplex op Schiphol-Oost.

Een aanbeveling is om nadrukkelijker vast te stellen dat de vergunninghouder ook zijn eigen verantwoordelijkheid heeft voor brandveiligheid. Voor de gemeente is het onmogelijk om voor alle bouwwerken 100% zekerheid te geven over de brandveiligheid. Een nieuwe werkwijze moet duidelijker maken wat men van de overheid bij controle kan verwachten. Ook in de bouwfase en bij nacontroles moet meer aandacht komen voor de brandveiligheid van het gebouw en de installaties. Tot slot is soms 'destructief' onderzoek noodzakelijk. Daarbij worden delen van de constructie verwijderd.

Archivering
De dossiervorming en archivering van de bouw en de oplevering moeten worden verbeterd. Op die manier is vastgelegd dat een (tijdelijk)bouwwerk is gebouwd volgens de bouwvergunning en algemeen geldende regelgeving. Bij een nacontrole van het gebouw is daardoor gemakkelijker vast te stellen welke wijzigingen zonder bouwvergunning zijn aangebracht.

Bij de controle van zestien tijdelijke gebouwen zijn diverse gebreken geconstateerd. In sommige gevallen was sprake van onjuist uitgevoerde brandscheidingen, ventilatiekanalen die brandscheidingen kruisten en onvoldoende brandwerende deuren en glaslatten. Verder ontbraken gegevens waardoor onduidelijk was of aan de gestelde veiligheidseisen werd voldaan. Ook waren zonder vergunning of overleg achteraf wijzigingen in een gebouw aangebracht .

Bij de zes gecontroleerde gevangenissen zijn er bij vijf gebreken geconstateerd. De aard van de gebreken is vergelijkbaar met die van de zestien tijdelijke gebouwen. Daarnaast konden in twee gevallen cellen niet snel genoeg ontgrendeld worden. Daarom zijn die delen van de gevangenis tijdelijk buiten gebruik gesteld. De veiligheid is met deze maatregelen gewaarborgd. In overleg met de gebruiker en eigenaar (Directie Justitiële Inrichtingen en Rijksgebouwendienst) zijn direct (tijdelijke) maatregelen getroffen.

noot voor de redactie/