Ministerie van Financiën

Antwoorden op kamervragen over afschaffing gratis betaalpas

Overig | 22-12-2006 | nr FM06-2950

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

22 december 2006

FM 2006-02950 U

Onderwerp

Kamervragen Crone en Irrgang over afschaffing gratis betaalpas

door de Postbank

Geachte voorzitter,

Hieronder treft u de antwoorden aan op de vragen van Kamerlid Crone (PvdA) die mij werden toegezonden bij brief van 8 december, onder nummer 2050609470. Daarnaast treft u de antwoorden aan op de aanvullende vragen van Kamerlid Irrgang (SP) die mij werden toegezonden bij brief van 15 december, onder nummer 2060704430.

Vragen van het Kamerlid Crone (PvdA)

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over het afschaffen door de Postbank van de gratis basisbetaalpas?1

Antwoord 1
Ja

Vraag 2
Is het waar dat de Postbank haar klanten hiermee als het ware dwingt om over te stappen op de standaard betaalpas die jaarlijks 10,95 euro kost?

Antwoord 2
Voor zover uit de pers kan worden opgemaakt, betekent dit inderdaad dat klanten moeten overstappen op de standaard Giropas. Ook kan men er voor kiezen om de betaalrekening bij een andere bank onder te brengen.

Vraag 3
Hoe is dit bij andere banken geregeld en gaan die banken ook verder met het verhogen van de kosten van het betalingsverkeer?

Antwoord 3
Verschillende banken bieden voor specifieke doelgroepen (zoals jongeren en studenten) gratis betaalpassen aan. Ik beschik echter niet over informatie over de toekomstige productvoorwaarden en commerciële proposities van individuele banken. Mij zijn dan ook geen voornemens van banken bekend om de tarieven van het betalingsverkeer te verhogen. Het is ook aan de individuele financiële instellingen zelf om de tarifering van producten vast te stellen.

Vraag 4
Deelt u de mening dat het schrappen van deze gratis basisbetaaldienst in strijd is met het initiatiefwetsvoorstel van het lid Crone2, dat beoogt gratis basisbetaaldiensten in stand te houden?

Antwoord 4
Artikel 2 van het initiatiefwetsvoorstel stelt dat kredietinstellingen die basisbetaaldiensten aanbieden er zorg voor dienen te dragen dat deze diensten voor iedere afnemer toegankelijk, veilig en tegen een redelijke prijs beschikbaar zijn. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen vervolgens regels worden gesteld voor de toegankelijkheid, veiligheid en prijs van betaaldiensten. Het artikel stelt dus niet dat basisbankdiensten per definitie gratis zouden moeten zijn, dit is slechts één de mogelijke invullingen die aan dit artikel kan worden gegeven. Gezien het feit dat met het opbouwen en onderhouden van de betaalinfrastructuur aanzienlijke kosten gepaard gaan, kan de vraag worden gesteld in hoeverre het gratis aanbieden van betaaldiensten als ' redelijk' kan worden bestempeld.

Vraag 5
Hoe verhoudt het schrappen van deze gratis basisbetaaldienst zich tot de motie-Van der Vlies/De Haan3, die volgens de indiener hetzelfde beoogt als het genoemde initiatiefwetsvoorstel4?

Antwoord 5
De motie-Van der Vlies/De Haan heeft in mijn optiek niet zozeer de betrekking op de prijsstelling van betaaldiensten, maar op de bereikbaarheid van bancaire diensten. Ik zie dan ook niet direct een relatie tussen het schrappen van deze gratis betaalpas en de voorgenoemde motie.

Vraag 6
Is het aangekondigde overleg in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer tussen regering, Nederlandse Vereniging van Banken, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Consumentenbond, ouderenbonden en andere betrokkenen reeds gevoerd? Zo ja, wat zijn daarvan de resultaten? Kan de Kamer vóór 1 januari 2007 het verslag van dit overleg tegemoet zien, zoals de eerder genoemde motie vraagt?

Antwoord 6
Er heeft - conform de motie - overleg plaatsgevonden tussen de verschillende partijen. Op dit moment wordt gewerkt aan een tussenrapportage, welke vòòr 1 januari 2007 aan de Kamer wordt gestuurd. Door middel van een oproep aan de achterban is getracht een zo goed mogelijk beeld van de aanwezige knelpunten te krijgen. Op basis van het nu beschikbare materiaal zijn er vooralsnog geen aanwijzingen dat de fysieke bereikbaarheid van bankdiensten als een generiek probleem wordt ervaren. Dat wil niet zeggen dat er geen problemen zijn op het gebied van bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten. Daarom is het volgens de betrokken partijen van belang om te komen tot een structurele werkafspraak waarbinnen specifieke knelpunten in gezamenlijkheid kunnen worden opgelost. Het is de komende maanden zaak om de resterende analyses af te ronden en specifieke knelpunten uit weg te ruimen.

Vraag 7
Waarom schrapt de Postbank deze basisbetaaldienst en wordt de keuzevrijheid beperkt? Waarom is dat nodig, gezien het feit dat de banken op het betalingsverkeer geen verlies lijden en jaarlijks enorme winst behalen op het totale bancaire bedrijf dat zonder betaaldiensten niet kan bestaan?

Antwoord 7
Ik ben niet op de hoogte van de specifieke overwegingen van de Postbank om op dit moment over te gaan tot het afschaffen van de gratis pinpas. Wel is duidelijk dat de Postbank refereert aan afspraken die de Europese banken in het kader van de totstandkoming van de zogenaamde Single Euro Payment Area (SEPA) hebben gemaakt, daartoe aangespoord door de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. Let wel, er bestaat geen Europese wet- en regelgeving die de Postbank verplicht tot het afschaffen van de gratis pas.

Vragen van het Kamerlid Irrgang (SP)

Vraag 1
Vindt u dat consumenten kosteloos over hun geld moeten kunnen beschikken? Zo ja, welke alternatieven hebben consumenten nu nog? Zo neen, waarom niet?5

Antwoord 1
Zonder bankrekening met betaalpas is het onmogelijk om aan het moderne betalingsverkeer deel te nemen. Het is dan ook van essentieel belang om de toegankelijkheid op dit punt te waarborgen. Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 4 van de eerdere vragen terzake van het Kamerlid Crone zijn er kosten verbonden aan het aanbieden van betaaldiensten. Met het doorberekenen van deze kosten is op zich niets mis. Het is echter van belang dat de tarieven die in rekening worden gebracht niet zo hoog zijn dat het voor sommige mensen onbetaalbaar wordt om voor een bankrekening met betaalpas in aanmerking te komen.

Vraag 2
Deelt u de mening dat de Europese richtlijn bedoeld was om de te hoge kosten voor pinnen in het buitenland aan banden te leggen en niet om de kosten voor geldopname in het binnenland te verhogen?

Vraag 3
Deelt u de mening van de Postbank dat Europese regelgeving de bank dwingt om minimaal een bedrag van 11 euro in rekening te brengen voor een pinpas? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

Vraag 6
Bent u bereid om de afschaffing van de gratis pinpas door de Postbank aan de orde te stellen in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer? Zo ja, wanneer? Zo neen, hoever moeten de kosten nog verder verhoogd worden voordat u wel bezwaren heeft?

Antwoord 2, 3 en 6
In vraag 2 wordt waarschijnlijk gedoeld op Verordening (EG) nr. 2560/2001. Deze Verordening bepaalt dat kosten voor grensoverschrijdende transacties in euro dezelfde moeten zijn als kosten voor overeenkomstige overdrachten binnen de lidstaat waarin de bank is gelegen. Het voornemen van de Postbank om de gratis pinpas af te schaffen staat echter los van deze Verordening. Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 7 van de eerdere vragen terzake van het Kamerlid Crone verwijst de Postbank in dit kader naar afspraken die de bancaire sector in Europees verband heeft gemaakt. Er bestaat geen Europese wet- en regelgeving, noch voorgenomen regelgeving, die de Postbank verplicht tot het afschaffen van de gratis pas.

De Postbank legt een relatie met de totstandkoming van de Single Euro Payments Area (SEPA). De veranderingen die deze totstandkoming inhoudt voor de Nederlandse gebruikers van betaalproducten worden besproken in de Afstemgroep SEPA Nederland (ASN). De ASN is enige tijd geleden in het leven geroepen door het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB). Binnen deze afstemgroep werken banken, retailers, bedrijven, consumenten, kwetsbare groepen en financië le autoriteiten samen om ervoor te zorgen dat de totstandkoming van SEPA in Nederland zo soepel mogelijk verloopt. Het MOB is er echter niet om het commerci ële beleid van individuele banken te bespreken. Dat ligt anders wanneer er sectorbreed sprake is van problemen met betrekking tot betaalbaarheid en/of bereikbaarheid. Overigens verwacht ik dat het MOB in de rapportage die zij jaarlijks aan mij uitbrengt aandacht zal besteden aan de gevolgen van SEPA, ook voor de gebruikers van betaalpassen. Deze rapportage zal naar verwachting in maart 2007 uitkomen; mijn ambtsopvolger of desnoods ikzelf zal deze terstond naar u doorsturen.

Vraag 4
Kunt u zich voorstellen dat voor mensen die iedere euro moeten omdraaien en niet of nauwelijks in het buitenland komen het buitengewoon zuur is als zij nu 11 euro moeten betalen voor precies dezelfde pas?

Antwoord 4
Voor mensen met een klein budget kunnen prijsstijgingen, van welke goederen of diensten dan ook, soms tot moeizame situaties leiden. Het is daarom van belang om er voor te zorgen dat de tarieven niet zo hoog zijn dat het voor sommige mensen onbetaalbaar wordt om voor een bankrekening met betaalpas in aanmerking te komen. Overigens bestaat er wel degelijk een verschil tussen het dienstenniveau van de Giropasbasis en de standaard Giropas.

De Giropasbasis kan alleen worden gebruikt bij betaalautomaten met het PIN-logo en geldautomaten van de Postbank/ING Bank. Met de standaard Giropas kan ook geld worden opgenomen bij automaten van andere banken. Dit komt de bereikbaarheid van het betalingsverkeer ten goede.

Vraag 5
Herinnert u zich dat banken de introductie van de pinpas in combinatie met het sluiten van duizenden bankkantoren presenteerden als voordelig voor de consument? Zo ja, deelt u de mening dat dit niet het geval is doordat consumenten straks niet meer kosteloos over hun geld kunnen beschikken?

Antwoord 5
Ik kan me niet herinneren dat de banken de introductie van de pinpas in combinatie met het sluiten van bankkantoren per se als voordelig voor de consument hebben gepresenteerd.

Vraag 7
Is hier mogelijke sprake van misbruik van een economische machtspositie, gezien de hoge concentratiegraad in de bancaire sector en de hoge overstapkosten? Zo ja, wordt dit onderzocht door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 7
Volgens de NMa is het onwaarschijnlijk dat de Postbank een economische machtspositie heeft conform de mededingingswet. Daarvoor is het noodzakelijk dat de Postbank een zeer groot marktaandeel heeft en zich onafhankelijk kan gedragen van afnemers en concurrenten. De Postbank is echter niet de enige bank die in Nederland bankpassen aanbiedt. Naast de Postbank zijn op deze markt nog zeker 7 andere banken actief, waarvan er drie gelijkwaardige marktaandelen hebben.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,
G. Zalm


1: de Volkskrant, "Gratis giropas van de Postbank is verleden tijd", 7 december 2006
2: Kamerstukkendossier 29 688

3: Kamerstuk 29 688, nr. 12, vergaderjaar 2005-2006
4: http://www.sgpjongeren.nl/Page/sp3/ml1/from_sp_id=11/nctrue/system_id=1626/so_id=13/Index.ml
5: Trouw en de Volkskrant, 7 december 2006

Meer informatie


* FM06-2950
* Bijlage | PDF bestand , 36.0 kb