Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Koenders, Timmermans en Peters over de doodstraf voor een Palestijnse arts met een UNHCR-status voor Nederland (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2006/12/Beantwoording-vragen-van-de-leden-Koenders--Timmer.html)

28-12-2006 | 10:29

Samenvatting:

Inhoud:

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders, Timmermans en Peters over de doodstraf voor een Palestijnse arts met een UNHCR-status voor Nederland. Deze vragen werden ingezonden op 15 december 2006 met kenmerk 2060704410.De Minister van Buitenlandse Zaken,Dr. B.R. BotAntwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie, op vragen van de leden Koenders, Timmermans (beiden PvdA) en Peters (GroenLinks) over de doodstraf voor een Palestijnse arts met een UNHCR-status voor Nederland. Vraag 1Wat is de conditie van de heer Ashraf Jumaa op dit moment?AntwoordDe situatie van de heer Ashraf Jumaa blijft zorgwekkend en zal onverminderd nauwlettend gevolgd worden door de Nederlandse ambassade te Tripoli.Vraag 2Bent u ervan op de hoogte dat een Libische rechtbank op 19 december aanstaande uitspraak doet in deze zaak en dat gevreesd wordt dat daarbij de doodstraf wordt uitgesproken?AntwoordDe Libische rechtbank heeft inmiddels de doodstraf uitgesproken voor alle beklaagden in deze zaak.Vraag 3Welke diplomatieke actie onderneemt u ten aanzien van de Libische autoriteiten, al dan niet in samenwerking met andere EU-lidstaten die mogelijk beschikken over nauwere banden met Libië, om te voorkomen dat de heer Ashraf Jumaa de doodstraf zal krijgen?AntwoordNamens mij zijn op hoog ambtelijk niveau aan de Libische ambassadeur de zorgen van de Nederlandse regering en samenleving over het vonnis en de toekomst van de veroordeelden nadrukkelijk overgebracht. De Libische ambassadeur zegde overeenkomstig het verzoek toe deze zorgen terstond over te brengen aan de Libische autoriteiten. Nederland heeft tijdens het voorzitterschap van de EU in oktober 2004 in een brief aan de Libische leider kolonel Khadaffi opgeroepen tot vrijlating van de Bulgaarse en Palestijnse medische staf. In EU verband hebben sedert de uitspraak in oktober 2004, verscheidene demarches plaatsgevonden bij de Libische autoriteiten, altijd in nauwe samenspraak met of op verzoek van de Bulgaarse autoriteiten. Meest recentelijk heeft het EU-voorzitterschap in nauwe afstemming met de lidstaten en Bulgarije een verklaring uitgebracht waarin het op 19 december jl. uitgesproken doodsvonnis van de Libische rechtbank sterk wordt veroordeeld. Nederland steunt deze verklaring. Het voorzitterschap onderstreept namens de EU-lidstaten de door de EU geuite zorgen inzake de rechtsgang. In EU verband wordt druk uitgeoefend op de Libische autoriteiten om in hoger beroep tot een rechtvaardige en humanitaire oplossing te komen.Vraag 4Op welke wijze zet u zich daarbij in om ervoor te zorgen dat, zodra dat mogelijk is, de heer Ashraf Jumaa zich bij zijn familie in Nederland kan voegen? AntwoordDe heer Jumaa heeft recht op een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De ambassade in Tripoli is reeds gemachtigd tot afgifte van een laissez-passer en een Machtiging tot Voorlopig Verblijf. De heer Jumaa zal in Nederland hetzelfde begeleidingstraject kunnen volgen, als alle vluchtelingen die onder het hervestigingsprogramma naar Nederland komen, inclusief hereniging met zijn familie.Vraag 5Bent u bereid, gezien de urgentie van de zaak, deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?AntwoordJa.


---