Unicef



Uganda: na twee jaar gevangenschap gaat Prossy weer naar school 03 januari 2007, Gulu, Uganda - De regering van Uganda en de Lord's Resistance Army (LRA) hebben in Juba (Zuid-Sudan) de gesprekken hervat. Doel is een einde te maken aan het 20-jarige conflict, dat ruim een miljoen mensen dakloos heeft gemaakt. De langdurige strijd heeft ook veel impact heeft gehad op het recht van Ugandese meisjes op onderwijs.

Prossy Anena (15) leest een boek op een bankje bij haar woning in de buitenwijk van Gulu, Noord-Uganda. Foto: Unicef/2006/Sekandi Prossy Anena (15) leest een boek op een bankje bij haar woning in de buitenwijk van Gulu, Noord-Uganda. Foto: Unicef/2006/Sekandi

De 15-jarige Prossy Anena is een doorsnee Ugandees meisje. Ze heeft de lagere school net afgerond, ze helpt haar moeder op het land en ze kookt voor haar zes broertjes en zusjes.

Maar net als veel andere Noord-Ugandese meisjes is Prossy ontvoerd geweest door de LRA. Ze heeft twee jaar in gevangenschap geleefd, nadat ze uit haar dorp was meegenomen door het rebellenleger.

Lord's Resistance Army
In de 20 jaar durende oorlog in Noord-Uganda heeft de LRA burgers geterroriseerd, dorpen platgebrand en geplunderd en de ontwikkeling tot stilstand gebracht. Gezinnen zijn totaal verwoest doordat meer dan 20.000 kinderen zijn ontvoerd. Veel van deze ontvoerde kinderen zijn meisjes.

"Ik ben in mijn dorp Unyama ontvoerd", vertelt Prossy. "Ze hebben ongeveer 11 kinderen meegenomen, en de rebellen besloten er een aantal vrij te laten. Maar daar hoorde ik niet bij."

Vreselijk bang
Prossy heeft twee jaar lang haar familie niet gezien. Bij de LRA was ze oppas voor de kinderen van de opperbevelhebber, kruier tijdens de lange tochten en plunderaar als het voedsel op was. "Ik was de hele tijd zo vreselijk bang."

In de bossen bij de LRA hield de normale ontwikkeling van Prossy op. "Wat ik vooral miste was onderwijs".

Verloren generatie
De ontvoerde kinderen in Uganda zijn een verloren generatie. De LRA neemt hen vaak mee voordat ze de schoolgaande leeftijd hebben bereikt en houden hen dan jarenlang vast. Meisjes worden gedwongen met rebellen te trouwen. Als ze kans zien om te vluchten, gaan ze niet naar school omdat ze kinderen hebben.

GUSCO
"Als ze terugkeren, hebben ze het gevoel dat ze het niveau op school niet aankunnen", zegt Lydia Anne, een sociaal werker van GUSCO, een partnerorganisatie van Unicef die ontvoerde kinderen rehabiliteert en reïntegreert. De centra van GUSCO helpen meisjes weer naar school. Sociaal werkers zorgen voor psychische hulp en onderwijs en zoeken naar levende familieleden van de kinderen.

Een jong meisje draagt een baby op haar rug in het opvangkamp Pabbo in het Gulu-district in Noord-Uganda. Foto: Unicef/2006/Sekandi Een jong meisje draagt een baby op haar rug in het opvangkamp Pabbo in het Gulu-district in Noord-Uganda. Foto: Unicef/2006/Sekandi

Maar de ellende voor de meisjes is nog niet over als hun familieleden gevonden zijn. Vaak hebben ze met discriminatie te maken, omdat ze bij de LRA hebben gezeten. Dit probleem wordt nog erger als ze kinderen van de rebellen hebben.

Ontkomen
Het leek erop dat Prossy gedoemd was bij de LRA te blijven, maar het geluk was aan haar kant. De strijdkrachten van de LRA die haar vasthielden, werden aangevallen door het Ugandese leger. In de daaropvolgende chaos werd Prossy in haar voet geschoten. De rebellen dachten dat ze dood was, en vluchtten zonder haar. De Ugandese soldaten hielpen Prossy uit het conflictgebied en brachten haar naar het GUSCO-centrum in Gulu.

Verpleegster
Prossy werd herenigd met haar familieleden, die momenteel in Gulu wonen in een tijdelijk onderkomen. Na twee jaar onderwijs te hebben gemist, maakte ze de basisschool af. Nu wil ze naar de middelbare school om uiteindelijk verpleegster te worden. Dat betaalt beter dan een baan als lerares.

"Onderwijs is rijkdom", zegt Prossy. "Het betekent dat ik mijn ouders kan steunen."