Nieuws
Het weer tijdens de Elfstedentochten
03 januari 2007 - De laatste Elfstedentocht, op 4 januari 1997, was
een bijzonder zware. Wind met kracht 5 tot 6 en vorst, met
temperaturen van -6 graden in de ochtend tot maximaal -3 in de middag,
waren de grote boosdoeners.
Verwachting voor de Elfstedentocht 1997 gebaseerd op het Ensemble
Prediction System (EPS) van het ECWMF
Verwachting voor Elfstedentocht gebaseerd op het Ensemble Prediction
System van het ECMWF
In combinatie met de wind leverde dat windchill-temperaturen op tussen
-10 en -15°C en ongeveer -18°C tijdens windvlagen. De elfstedentocht
van 1997 was de zwaarste sinds die legendarische van 1963, toen maar
weinig deelnemers de finish bereikten. In onderstaande grafiek vindt u
de verwachting van het KNMI op grond waarvan het bestuur van de
Friesche Elf Steden de tocht van 4 januari uitriep.
De meeste winters met een Elfstedentocht waren koud of streng, maar
dat zegt nog weinig over het weer op de dag van het evenement en de
kwaliteit van het ijs. Vooral wind en sneeuw kunnen het heel
onaangenaam maken en ook na een winderige en wisselvallige
vorstperiode laat de kwaliteit van het ijs vaak te wensen over.
Van de vijftien officieel erkende Elfstedentochten in de vorige eeuw
zijn er drie met dooi gereden, vier bij lichte vorst, drie bij matige
vorst en vijf bij strenge vorst (onder -10°C). Het ergst was 18
januari 1963, toen het ijs veel scheuren vertoonde en het bij de start
18°C vroor. Ook 's middags vroor het matig maar door de stormachtige
oostenwind was het voor het gevoel extreem koud. Bovendien was er
stuifsneeuw: Friesland was twee dagen eerder onder een 20 cm dik
sneeuwtapijt bedolven. Slechts 1% van de deelnemers bereikte de
finish, het dieptepunt in de Elfstedenhistorie. De tocht had geen dag
later georganiseerd moeten worden, want toen woedde een zware
sneeuwstorm.
Ook tijdens de tocht op 12 februari 1929 varieerde de temperatuur
tussen -18°C 's ochtends en -8°C in de middag bij een harde
noordooster, maar toen was het ijs veel beter van kwaliteit. De tocht
op 30 januari 1940 door het besneeuwde landschap was zeer zwaar
vanwege de stormachtige oostenwind, de matige tot strenge vorst en
stuifsneeuw. Ook op 14 februari 1956 was de tocht moeilijk door het
hobbelige ijs met talrijke scheuren en zware sneeuwbuien, waardoor de
baan heel smal was.
Ideaal waren de omstandigheden op 27 januari 1917, 16 december 1933, 6
februari 1941 en 3 februari 1954. Die Elfstedentochten zijn gereden op
uitstekend ijs bij lichte of matige vorst, maar windstil en vaak ook
zonnig weer. Lichte dooi met zacht ijs was er tijdens de tochten op 2
januari 1909 en 7 februari 1912. Ook op 21 februari 1985 dooide het,
maar toen was het ijs goed. De Elfstedentocht op 26 februari 1986 was
moeilijker: het ijs was hard met veel scheuren en het vroor matig bij
een matige noordooster.
Eerste uitgave: 17-12-01
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut