Ministerie van Financiën

Loonheffingen. Eerstedagsmelding

Besluit | 22-12-2006 | nr CPP06-2363

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Besluit van 22 december 2006, nr. CPP2006/2363M, Stcrt. nr. 3

De minister van Financiën heeft het volgende besloten.

In de uitvoeringspraktijk is in een aantal gevallen onduidelijk of een werkgever een eerstedagsmelding moet doen. In dit besluit geef ik voor bepaalde situaties aan dat een eerstedagsmelding achterwege kan blijven.


1. Inleiding

Sinds 4 juli 2006 moeten werkgevers nieuw personeel uiterlijk de dag vóór het begin van de werkzaamheden bij de Belastingdienst aanmelden. Als de dienstbetrekking is overeengekomen op de datum waarop de werkzaamheden aanvangen, moet de werkgever de melding doen voor aanvang van de werkzaamheden. Dit is een zogenoemde eerstedagsmelding (EDM; zie artikel 28, onderdeel f, van de Wet LB en artikel 66a van de URLB). Met de EDM wil de overheid zwartwerken en illegale arbeid tegengaan. Daarnaast draagt de EDM eraan bij dat de overheid beschikt over actuele informatie die nodig is voor diverse andere wettelijke taken.

In de praktijk bestaat in enkele situaties onduidelijkheid of een EDM wel of niet nodig is. In de onderdelen 2 en 3 beschrijf ik in het kort wanneer een EDM in het algemeen wel of niet verplicht is. In onderdeel 4 ga ik in op een aantal bijzondere situaties.


1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

EDM

Eerstedagsmelding

Loonheffing

loonbelasting/premie volksverzekeringen

Loonheffingen

loonheffing, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet

Werkgever

inhoudingsplichtige voor de loonheffingen

Wet LB

Wet op de loonbelasting 1964

URLB

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001

Zvw

Zorgverzekeringswet


2. EDM verplicht

Een EDM is verplicht voor aanvang van de werkzaamheden van iedereen die in een echte of fictieve dienstbetrekking in de zin van de Wet LB komt werken (zie voor de fictieve dienstbetrekking de artikelen 3 en 4 van de Wet LB). Dit zijn bijvoorbeeld directeuren-grootaandeelhouders, pseudo-werknemers (opting-in), commissarissen en gelijkgestelden. Een EDM is ook verplicht als de betrokkene geen echte of fictieve dienstbetrekking heeft voor de loonbelasting, maar wel verzekerd is voor de volksverzekeringen, de werknemersverzekeringen of de Zvw. Dit is alleen in bijzondere gevallen anders.

Naar mijn oordeel is de EDM bijvoorbeeld niet verplicht voor een artiest die voor de loonheffing onder de artiesten- en beroepssportersregeling valt en alleen voor de werknemersverzekeringen een (fictieve) dienstbetrekking heeft. Voor deze bijzondere groep gelden namelijk specifieke administratieve verplichtingen (zie onder meer hoofdstuk 10 van URLB). Dit geldt ook bij toepassing van de bijzondere regeling voor meewerkende kinderen (zie artikel 3, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB en artikel 10g van het uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965). Voor die kinderen is een EDM dus niet nodig.


3. EDM niet verplicht

Een EDM is niet verplicht voor:

- uitzendkrachten die via een uitzendbureau komen werken (het uitzendbureau moet de melding doen);
- uitzendkrachten van wie de overeenkomst met de uitzendonderneming van rechtswege eindigt bij ziekmelding en voor wie een nieuwe uitzendovereenkomst start bij hersteldmelding (deze ziek- en hersteldmelding is immers bij UWV bekend);
- artiesten en beroepssporters die onder de artiesten- en beroepssportersregeling vallen (zie onderdeel 2 van dit besluit);
- meewerkende kinderen waarvoor de bijzondere regeling voor meewerkende kinderen van toepassing is (zie onderdeel 2 van dit besluit);
- degenen die alleen een pensioen of uitkering ontvangen (zij verrichten geen arbeid);
- werknemers die alleen onder een ander subnummer voor de loonheffingen gaan vallen (omdat zij in dienst van de werkgever zijn en blijven);
- werknemers die binnen een samenhangende groep inhoudingsplichtigen van werkgever wisselen (omdat zij in dienst van de groep zijn en blijven; zie artikel 66a, vierde lid, van de URLB 2001).


4. Bijzondere situaties: voortgezette dienstbetrekking bij fusie of overname en dergelijke

Bij een fusie, overname van een onderneming, een splitsing of een rechtsvormwijziging kan sprake zijn van een verplichte, voortgezette dienstbetrekking. In die gevallen is er louter in formele zin een nieuwe werkgever. De betrokken oude en nieuwe werkgever melden de wijziging aan de Belastingdienst via het formulier "Verklaring loonheffingen overdracht van activiteiten" (te downloaden van de internetsite van de Belastingdienst, www.belastingdienst.nl). Bovendien zijn de desbetreffende werknemers zonder onderbreking opgenomen in de loonaangifte van de oude en de nieuwe werkgever. Onder deze omstandigheden past het naar mijn oordeel binnen een redelijke wetstoepassing dat in die gevallen een EDM achterwege blijft.


5. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 4 juli 2006.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 december 2006,

de minister van Financiën,
namens deze
mr. J. Thunnissen,
directeur-generaal Belastingdienst

Meer informatie


* Besluit van 22 december 2006 nr. CPP06-2363
* Bijlage | 04-01-2007 | PDF bestand, 25.0 kb