European Union



---

De EU is bijna op schema voor de verwezenlijking van haar 2010-doelstellingen voor duurzame elektriciteit
---

Reference: MEMO/07/12 Date: 10/01/2007

HTML: EN FR DE DA ES NL IT SW PT FI EL CS ET HU LT LV MT PL SK SL BG

RO
PDF: EN FR DE DA ES NL IT SW PT FI EL CS ET HU LT LV MT PL SK SL BG

RO
DOC: EN FR DE DA ES NL IT SW PT FI EL CS ET HU LT LV MT PL SK SL BG

RO

MEMO/07/12

Brussel, 10 januari 2007

De EU is bijna op schema voor de verwezenlijking van haar 2010-doelstellingen voor duurzame elektriciteit

In 2001 heeft de EU zich als doelstelling gesteld om in 2010 21% van de elektriciteit in de EU op te wekken met behulp van hernieuwbare energiebronnen. Als onderdeel van haar energiebeleid voor Europa heeft de Commissie vandaag een verslag gepubliceerd over de vooruitgang die op dat gebied is geboekt. Hoewel sinds het laatste voortgangsverslag van twee jaar geleden 50% meer hernieuwbare energie is geproduceerd, tonen de cijfers aan dat het totale aandeel van hernieuwbare elektriciteit een beetje te klein blijft en in 2010 zal zijn opgelopen tot 19%.

Van alle bronnen van hernieuwbare energie is windenergie het duidelijkste succes geworden. Met een toename van het windenergievermogen met 150% sinds 2001 is de EU de marktleider op dit gebied, met een aandeel van 60% van de wereldmarkt. Het totale verbruik van windenergie in de EU is het equivalent van het elektriciteitsverbruik van Denemarken en Portugal samen. In de helft van de EU wordt echter nog steeds te weinig windenergie geoogst ten gevolge van vertragingen bij de vergunningverlening, onbillijke netwerkvoorwaarden en een te trage versterking en uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk.

De ontwikkeling van vaste biomassa is in 2004 en 2005 aanzienlijk versneld. Elektriciteit van vaste biomassa wordt opgewekt door de verbranding van producten uit de bos- en landbouw en van afval in thermische elektriciteitscentrales. De grootste bijdrage tot de totale opwekking met behulp van biomassa komt van Finland en Zweden, gevolgd door Duitsland, Spanje, het VK, Denemarken, Oostenrijk en Nederland. De Commissie heeft onlangs een actieplan voor de bosbouw goedgekeurd, dat onder andere het gebruik van boshulpbronnen als basismateriaal voor de elektriciteitsproductie omvat.

Biogas is een andere belangrijke bron voor de productie van elektriciteit, in die zin dat bij het gebruik van biogas niet alleen het aspect energieproductie van belang is, maar ook de aspecten afvalbeheer en milieubescherming. Ongeveer twee derde van het biogas wordt gebruikt voor de opwekking van elektriciteit, één derde voor de productie van warmte. Biogas kan ook worden gebruikt als transportbrandstof. Momenteel zijn het VK en Duitsland de leidinggevende landen bij de benutting van biogas voor de energieproductie.

Zonne-energie blijft beloftevol - het is een ontluikende technologie met een belangrijk langetermijnpotentieel. De totale geïnstalleerde fotovoltaïsche capaciteit is de afgelopen vijf jaar tegen ongekend tempo aangegroeid met alles samen 70%, waarbij Duitsland zich opnieuw in een vooraanstaande positie bevindt.

Kleinschalige waterkrachtenergie (met een capaciteit tot 10 MW) heeft zich slechts langzaam ontwikkeld ten gevolge van administratieve belemmeringen en maatregelen ter bescherming van het milieu (i.e. milieuvergunningen). De nieuwe lidstaten hebben op dit gebied echter een grotere dynamiek getoond, met name Slovenië en Polen.

In de EU wordt momenteel vooral in Italië, Portugal en Frankrijk elektriciteit opgewekt uit geothermische bronnen. De onbetwiste leider in Europa is Italië, met een geïnstalleerde capaciteit van meer dan 95% van de totale geïnstalleerde capaciteit in de EU.

In zijn conclusies wordt in het verslag het belang onderstreept van een volledige en correcte tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende hernieuwbare elektriciteit en van een snelle opheffing van de administratieve belemmeringen, oneerlijke voorwaarden voor toegang tot de markt en ingewikkelde procedures. In 2007 zal de Commissie de situatie met betrekking tot de steunregelingen voor hernieuwbare energiebronnen opnieuw tegen het licht houden en een nieuw wettelijk kader voor de bevordering van hernieuwbare energiebronnen voorstellen.

BIJLAGE

Beoordeling van de door de lidstaten geboekte vooruitgang bij het verwezenlijken van de doelstelling voor 2010 (in procenten)

Referentiejaar (1997 of 2000)

Bereikte marktpenetratie 2004/2005

Genormaliseerde marktpenetratie 2004/2005

Doelstelling voor 2010

Denemarken

8,7

23,1 (2005)

27,3 (2005)

29,0

Duitsland

4,5

10,4 (2005)

10,8 (2005)

12,5

Hongarije

0,7

4,4 (2005)

4,0(2005)

3,6

Finland

24,7

25,0 (2005)

25,4(2005)

31,5

Ierland

3,6

6,1(2005)

8,0 (2005)

13,2

Luxemburg

2,1

3,6 (2005)

4,0 (2005)

5,7

Spanje

19,9

17,2 (2005)

21,6 (2005)

29,4

Zweden

49,1

53,2 (2005)

52,0 (2005)

60,0

Nederland

3,5

6,9 (2005)

6,5 (2005)

9,0

Tsjechië

3,8

4,8 (2005)

4,0 (2005)


---

Litouwen

3,3

3,7 (2004)

3,3 (2004)


---

Polen


1,6


2,8 (2005)


3,2 (2005)

7,5

Slovenië

29,9

29,1 (2004)

29,4 (2004)

33,6

Verenigd Koninkrijk


1,7


4,1 (2005)

4,2 (2005)

10,0

België


1,1


1,8 (2005)


1,9 (2005)


6,0

Griekenland


8,6


9,1 (2005)


7,7 (2005)


20,1

Portugal


38,5


14,8 (2005)


28,8 (2005)


39,0

Oostenrijk


70,0


54,9 (2005)


57,5 (2005)


78,1

Cyprus

0,0

0,0 (2004)

0,0 (2004)


---

Estland

0,2

0,7 (2004)

0,7 (2004)


5,1

Frankrijk


15,0


11,0 (2005)


14,2 (2005)


21,0

Italië


16,0


15,3 (2005)


16,0 (2005)


25,0

Letland


42,4


47,1 (2004)


43,9 (2004)


49,3

Malta

0,0

0,0 (2004)

0,0 (2004)


---

Slowakije


17,9


15,4 (2005)


14,9 (2005)


31

EU-25


12,9


13,7 (2004)


14,5 (2004)


21,0