Veilig Amsterdam


Gemeente Amsterdam - Presentatie onnderzoekscommissie Bos en Lommerplein

16/01/2007 - Maandag 15 januari heeft de Onderzoekscommissie Bos en Lommerplein het in opdracht van burgemeester Cohen en stadsdeelvoorzitter Bos en Lommer Broeders gemaakte onderzoeksrapport uitgebracht. De opdracht luidde kort samengevat, een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de gang van zaken rond de voorbereiding en realisatie van het complex Bos en Lommerplein, met name gericht op de aspecten veiligheid en de verdeling van de verantwoordelijkheden van de centraalstedelijke diensten en de stadsdelen.

Het onderzoek richtte zich conform deze vraagstelling sterk op de gemeentelijke organisatie. De commissie kon haar werk echter alleen goed verrichten door ook de verantwoordelijkheden van de zogenaamde marktpartijen (ontwikkelaar, aannemer en architecten) onder de loep te nemen. Enkele van de belangrijkste bevindingen van de onderzoekscommissie zijn:


1. Het heeft bij de totstandkoming van het complex Bos en Lommerplein ontbroken aan voldoende toezicht door het bouw- en woningtoezicht van het stadsdeel. Door de aannemer was in het geheel geen toezichthouder aangesteld. Van het toezicht dat namens de projectontwikkelaar zou hebben plaatsgevonden heeft de onderzoekscommissie geen schriftelijke bewijzen, verslagen, dagrapporten of iets dergelijks gevonden.

De afdeling bouw en woningtoezicht van het stadsdeel had onvoldoende capaciteit om de toezichttaken uit te voeren. Zij hebben zich bij de uitoefening van hun taak bovendien teveel laten leiden door de goede naam en de ISO-certificering van de hoofdaannemer. Ook bij de vergunningverlening is er mede door een capaciteitsprobleem van deskundige ambtenaren slordig gewerkt.


2. Er zijn vele ernstige fouten gemaakt bij de wapening van de betonconstructie waardoor onder andere de kolommen onder het parkeerdek het marktplein onvoldoende konden schragen. Er was sprake van een discutabele constructieberekening van de vloer onder de woningen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de constructeur en de aannemer.


3. Het gebrek aan wapening had wellicht geconstateerd kunnen worden door een bouwtoezichthouder van de gemeente. Dat geldt in mindere mate voor de fouten in de constructieberekening bij de vloer. Tussen de deskundigen bestaan over de juiste berekening verschillen van mening.


4. Voor het totale project met een zodanige omvang en complexiteit zou een eindverantwoordelijke bouwcoördinator of hoofdconstructeur noodzakelijk zijn geweest. Er was sprake van vele versnipperde verantwoordelijkheden terwijl een scherpe aansturing ontbrak.


5. Toen de maatvoering van de winkels reeds vast lag werd het bouwkundig ontwerp van de daarboven liggende woningen nog gewijzigd. De constructieproblemen van de vloer in de woningen waren daarvan indirect het gevolg. De overige vele wijzigingen in het functioneel ontwerp na vaststelling van het plan van eisen, verhoogden het risico op fouten.


6. Het onderzoek van de commissie werd bemoeilijkt omdat veel schriftelijk materiaal, ook van de marktpartijen, onvindbaar was. Een belangrijke aanbeveling van de commissie is dan ook dat van elk bouwproject boven een bepaalde grens in een zogenaamde zwarte doos al het schriftelijk materiaal, vanaf de start tot de oplevering, bewaard wordt.


7. Het gebrekkig functioneren van de afdeling bouw- en woningtoezicht van stadsdeel Bos en Lommer is helaas een algemeen voorkomend verschijnsel bij de Nederlandse gemeenten, dat tot nu toe niet die aandacht heeft gekregen die het absoluut nodig heeft.

Het rapport wordt afgesloten met een groot aantal aanbevelingen aan onder andere de Rijksoverheid, de gemeente Amsterdam en het stadsdeel Bos en Lommer opdat de publieke verantwoordelijkheid voor een zo veilig mogelijk bouwproces kan worden waargemaakt. Daarbij wenst de onderzoekscommissie niet voorbij te gaan aan de primaire verantwoordelijkheid van de veroorzakers van de constructieproblemen, waarvan de hoofdaannemer de belangrijkste is. Ook voor hen heeft de commissie een aantal
aanbevelingen.

Het rapport bevat twee kernaanbevelingen:

* Leg als gemeente, met behoud van de eindverantwoordelijkheid voor toetsing en toezicht, minder de nadruk op het zelf inhoudelijk toetsen en het zelf uitvoeren van toezicht, maar controleer vooral (op een deskundige wijze én niet uitsluitend door middel van papieren controle) of de private partijen volgens de vastgestelde uitgangspunten werken. Schakel daartoe gecertificeerde experts in en vraag op vitale aspecten second opinions
* De commissie beveelt aan om bij complexe projecten een coördinerend hoofdconstructeur verplicht te stellen. Er is een aanzienlijke verbetering van de kwaliteitszorg bij ontwerpers, constructeurs, uitvoerende bouwbedrijven en ontwikkelaars noodzakelijk. Dit kan onder meer door het profileren van de interne toezichtfunctie en op kwaliteitszorg gerichte certificeringen.

De Onderzoekscommissie Bos en Lommerplein bestaat uit:
* Margreeth de Boer (voorzitter)

* Prof.mr.drs. Lex Michiels, hoogleraar handhavingsrecht Universiteit van Tilburg.

* Prof.dr.ir. Hugo Priemus, hoogleraar Systeeminnovatie ruimtelijke ontwikkeling, Technische Universiteit Delft.
* Drs. Simone Crok (secretaris)

Margreeth de Boer presenteert onderzoeksrapport Bos en Lommer