Wangedrag van invloed op voorwaardelijke vrijlating
Persbericht | 16-01-2007
Minister Hirsch Ballin van Justitie wil meer rekening houden met het
gedrag van gedetineerden voordat zij voorwaardelijk vrijkomen. Als een
veroordeelde zich in detentie (herhaaldelijk) ernstig misdraagt, kan
zijn voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) worden uitgesteld of
zelfs worden ingetrokken.
Dit blijkt uit een brief en een nota van wijziging die de bewindsman
vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd in antwoord op
schriftelijke vragen over het wetsvoorstel dat de vervroegde
invrijheidstelling voorwaardelijk maakt.
Volgens dit wetsvoorstel is uitstel of afstel van voorwaardelijke
invrijheidstelling mogelijk als daar specifieke redenen voor zijn.
Bijvoorbeeld in het geval van een gedetineerde die een misdrijf
begaat, waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is. Het wetsvoorstel is
nu zo gewijzigd dat het gedrag van gedetineerden een grotere rol zal
spelen. Om veroordeelden meer op hun gedrag in detentie te kunnen
aanspreken, breidt de minister de gronden voor weigering van de
voorwaardelijke invrijheidstelling uit.
Zo kunnen voortaan ernstige misdragingen reden zijn om een
gedetineerde later of niet meer voorwaardelijk vrij te laten. Ook is
besloten meer aandacht te schenken aan de hoogte van het risico op
recidive. Kan dat risico niet voldoende worden beperkt door bijzondere
voorwaarden te stellen bij de vrijlating van een gevangene, dan is
uitstel of afstel gerechtvaardigd. Zeker als bij een veroordeelde de
kans op recidive hoog wordt ingeschat en hij tijdens detentie in het
geheel niet meewerkt aan programma's om het risico te verminderen. Dan
moet het mogelijk zijn om daar gevolgen aan te verbinden.
Ministerie van Justitie