Spreektekst tijdens de opening van het Inspectieloket Land- en Tuinbouw
Spreektekst van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman, tijdens de opening van het Inspectieloket Land- en
Tuinbouw op 16 januari 2007 op het departement
Minder regels, meer kwaliteit. Dat is een duidelijk doel van de
rijksoverheid. Daarbij zijn we er niet met vermindering of
vereenvoudiging van regelgeving, maar we moeten ook het contact tussen
burger - of in dit geval: ondernemer - en overheid verbeteren.
Daarbij moeten we wel reëel blijven. Inspecties blijven nodig en ze
kosten tijd. Zelfs de meest gezagsgetrouwe agrarisch ondernemer ziet
de aardigste inspecteur dan ook liever gaan dan komen. Voor een
ondernemer betekent een inspectie immers per definitie tijdverlies.
Dat betekent dat de overheid de plicht heeft om de inspecties zo
efficiënt mogelijk te organiseren.
Maar dat alleen is niet voldoende. Want je kunt nog zo vaak de uurtjes
tellen die een ondernemer kwijt is aan het toezicht; hoe hij
inspecties ervaart, heeft veel te maken met de menselijkheid van de
contacten.
Zoals u weet was ik vroeger zelf boer. Men wist toen nog niet dat ik
ooit minister zou worden, dus ook ik kreeg met enige regelmaat een
inspecteur over de vloer. Met wisselend genoegen, kan ik u zeggen. Een
aardige inspecteur, die zich opstelt als een raadgever, krijgt betere
koffie dan zijn collega die er in de ogen van de ondernemer vooral op
uit is om boetes te schrijven, zullen we maar zeggen.
Dat blijkt ook uit een onderzoek dat we pas nog hebben laten
uitvoeren. Ondernemers vinden vooral de manier waarop wordt
geïnspecteerd belangrijk. Zij willen het liefst een deskundige
inspecteur, die de nadruk legt op preventie. Ook willen zij weten waar
ze aan toe zijn, wat er precies geïnspecteerd wordt en - achteraf -
wat de bevindingen waren van de inspectie. En als ze op zoek zijn naar
dit soort informatie, dan willen ze graag één loket als kennisbron.
Alle moderne communicatiemiddelen ten spijt; ondernemers willen 't
liefst gewoon de telefoon pakken en iemand aan de lijn die van de hoed
en de rand weet.
Het inspectieloket is ontstaan om dat allemaal mogelijk te maken. We
zetten vandaag een belangrijke stap op weg naar minder toezichtlasten
voor de ondernemers in deze sectoren én een beter contact tussen
ondernemer en inspectie. Ondernemers kunnen in het vervolg terecht bij
één loket met hun vragen over inspecties van vijf diensten: de AID, de
VWA, de Arbeidsinspectie, de Plantenziektekundige Dienst en de Dienst
Landelijk Gebied.
Bovendien gaan deze diensten hun controles zo veel mogelijk bundelen,
waardoor ondernemers minder vaak een inspecteur zullen zien. Doordat
de inspectiediensten ook nog informatie gaan delen, krijgen
ondernemers minder vaak dezelfde vraag voorgelegd. Een laatste
voordeel is dat ondernemers meer zicht krijgen op wat de inspecties
precies doen. Al met al acht ik de kans groot dat de verse koffie met
koek klaar staat, de volgende keer dat de inspecteur een ondernemer
bezoekt.
Maar we zijn er nog niet. Voorlopig geldt het inspectieloket alleen
voor de inspecties gericht op regels op het gebied van bijvoorbeeld
dierenwelzijn, diergeneesmiddelen, arbeidsomstandigheden, hygiënecodes
en het hebben van de juiste vergunningen. Het is de bedoeling dat
later ook gemeenten, waterschappen en provincies zich aansluiten bij
de éénloketgedachte.
Daarnaast willen we de bevindingen van onze bezoeken beter terug gaan
koppelen naar ondernemers. En we gaan informatie over risico's
onderling beter delen, zodat we de inspecties kunnen inzetten waar dat
het meest nodig is.
Dit inspectieloket is het broertje van het LNV-Loket, waar ondernemers
nog steeds terechtkunnen met vragen over de uitvoering van wetten en
regels. Voorlopig blijven beide loketten naast elkaar bestaan. Maar we
kijken nog of we ook deze twee loketten in de toekomst kunnen
samenvoegen. Zo kunnen we ondernemers nog beter bedienen.
Het inspectieloket is dus niet de laatste stap op weg naar minder
regels en meer kwaliteit vanuit de overheid voor ondernemers in de
land- en tuinbouw. De rijksoverheid blijft er - ook in de komende
jaren - aan werken om de ondernemer meer ruimte te geven om te doen
waar hij goed in is, en dat is: ondernemen.
Misschien dat ook ik zelf daar nog van zal profiteren. Zoals u weet
raak ik op zeer korte termijn mijn baan kwijt. De kans bestaat dat ik
mijn oude stiel weer oppak. Ik weet dan ook geen betere manier om het
inspectieloket te openen dan om maar eens te bellen om te vragen wat
zij voor mij als herstartende ondernemer im petto hebben.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit