Gemeente Utrecht


beantwoording schriftelijke vragen 2006, nr. 151 inzake verkeersdrukte Jaarbeursplein
2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
151 Vragen van de heer J.A. Kleuver
(ingekomen op 4 december 2006
en antwoorden door het college verzonden op 19 januari 2007)


In het weekend van 25 en 26 november 2006 waren er veel evenementen tegelijkertijd in de Jaarbeurs. Daardoor liep het verkeer in Utrecht op een vreselijke manier vast en waren parkeerplekken overvol. Omdat D66 en het College, dunkt ons, het eens zijn over het feit dat zo veel verkeer naar en rond de omgeving van de binnenstad onwenselijk is, ziet D66 graag dat er voortvarend en creatief naar oplossingen wordt gezocht die enerzijds de Jaarbeurs en de omgeving toegankelijk houden en anderzijds zorgen voor minder verkeer. In dier voege vraagt D66:

1. Het klopt toch dat D66 en het College samen van mening zijn dat zo veel verkeers- en parkeerproblemen op piekdagen in de Jaarbeurs als onwenselijk kunnen worden bestempeld?

Ja, hoewel wij ook constateren dat tijdens het weekend van 25 en 26 november 2006 sprake was van een uitzonderlijke situatie. Uit overleg met de Jaarbeurs en Bureau Bereikbaarheid Utrecht is gebleken dat de drukte tijdens dit weekend groter was dan tijdens de andere drukke beursweekenddagen uit het verleden. Dit werd veroorzaakt door een combinatie van grote beurzen, werkzaamheden van Rijkswaterstaat op de A12 op en rond verkeersplein Oudenrijn en het uitvallen van de treinverbinding Utrecht - Den Bosch vanwege werkzaamheden. De reizigers op dit traject werden daarom met bussen vervoerd.

2. Klopt het dan ook dat D66 en het College samen van mening zijn dat het beter zou zijn als de bezoekers van de Jaarbeurs meer gebruik zouden maken van het OV, al dan niet in combinatie met een transferium en dat het gebruik daarvan aangemoedigd moet worden?

Ja, hoewel het gebruik van het openbaar vervoer bij Jaarbeursbezoekers al beduidend veel hoger ligt dan bij het reguliere bezoek aan bijvoorbeeld de binnenstad.
Ook het gebruik van transferia behoort zeker tot de mogelijkheden om het aantal autobezoekers dat bij de Jaarbeurs wil parkeren te verminderen. Uit overleg met de Jaarbeurs is wel vast komen te staan dat de capaciteit van het huidige transferium Westraven te beperkt is om op piekdagen een substantieel deel van de Jaarbeursbezoekers op te vangen. Dit is ook een van de redenen om in deze collegeperiode in te zetten op de realisatie van (tijdelijke) transferia aan de rand van de stad. Deze kunnen dan ook nadrukkelijk een rol vervullen voor het Jaarbeursbezoek.

3. Heeft het College wel eens overwogen om met de betrokken partijen (Jaarbeurs en OV) te bezien of je op de transferia bijvoorbeeld kassa's kunt plaatsen, waar een gecombineerde parkeerkaart/OV-kaart/toegangskaart naar en voor de Jaarbeurs gekocht kan worden, zodat bereikbaarheid, gemak en een snelle doorgang bij de toegang van de Jaarbeurs gecombineerd worden? Zo nee, wil het College dat nu wel doen?

Wij onderschrijven de voorstellen en ook de Jaarbeurs kan zich hierin vinden. Wij zijn momenteel in overleg met de Jaarbeurs om samen met de exposanten van beurzen, zoveel mogelijk alternatieve vervoerswijzen te stimuleren, teneinde de Jaarbeurs ook op piekdagen bereikbaar te houden.

4. Zou zo'n "package deal" voor consumenten voordeel op moeten leveren naar het oordeel van het College (een korting)? En zou zo'n "package deal" ook gemaakt kunnen worden voor bezoekers van bijvoorbeeld musea, voetbalwedstrijden, of andere evenementen?

Een package deal kan zeker ook tot de mogelijkheden behoren. Zoals bij het antwoord op vraag 3 is aangegeven ligt de verantwoordelijkheid voor dergelijke deals bij de exposanten zelf. Daarbij is uitbreiding naar anderssoortige evenementen goed denkbaar.


5. Is de capaciteit van het OV voldoende om dit soort maatregelen te treffen?

Het tot nu toe beschikbare transferium Westraven ligt aan de sneltramlijn. De capaciteit van het openbaar vervoer vanaf Westraven is zeker een punt van aandacht. Eens per 8 minuten passeert hier een tram. Momenteel wordt uitbreiding van de capaciteit in samenwerking met het BRU onderzocht. De (tijdelijke) transferia worden zoveel als mogelijk langs HOV-banen gepland, waardoor het natransport op een natuurlijke wijze geregeld is.


---- --