IP/07/66
Brussel, 22 januari 2007
Directe belastingen: Commissie besluit België, Spanje, Italië, Nederland en
Portugal wegens discriminerende belasting van uitgaande dividenden voor het
Hof van Justitie te dagen en vraagt Letland om een eind te maken aan
dergelijke discriminerende belasting
De Europese Commissie heeft besloten om België, Spanje, Italië, Nederland en
Portugal voor het Europese Hof van Justitie te dagen, omdat zij regels
toepassen op grond waarvan bepaalde dividendbetalingen aan buitenlandse
vennootschappen (uitgaande dividenden) zwaarder worden belast dan
dividendbetalingen aan binnenlandse vennootschappen (binnenlandse
dividenden). De Commissie is van mening dat dergelijke regels in strijd zijn
met het EG-Verdrag en de EER-Overeenkomst, omdat zij zowel het vrije verkeer
van kapitaal als de vrijheid van vestiging beperken. Tezelfdertijd heeft de
Commissie Letland formeel verzocht om zijn belastingwetgeving betreffende
dividendbetalingen aan vennootschappen in het buitenland te wijzigen. Dit
verzoek had de vorm van een "met redenen omkleed advies" overeenkomstig
artikel 226 van het EG-Verdrag. Als Letland de Commissie binnen twee maanden
geen bevredigend antwoord geeft, kan deze de zaak voor het Europese Hof van
Justitie brengen.
"De lidstaten mogen dividenden die worden uitgekeerd aan
vennootschappen in andere lidstaten, niet zwaarder belasten dan
dividenden die in het binnenland worden uitgekeerd", aldus László
Kovács, EU-Commissaris voor belastingen en douane. "Het verheugt mij
dat het Hof van Justitie dit standpunt op 14 december 2006 heeft
bevestigd in zijn arrest in de zaak-Denkavit (C-170/05)".
De belastingregels in België, Spanje, Italië, Letland, Nederland en
Portugal kunnen in sommige gevallen leiden tot een hogere belasting
van uitgaande dividenden dan van binnenlandse dividenden. Deze regels
voorzien immers in geen of slechts een zeer lage belasting van
binnenlandse dividenden, terwijl uitgaande dividenden aan een
bronheffing van 5 tot 25 % worden onderworpen.
In het geval van België, Spanje, Italië, Letland en Portugal heeft de
discriminatie betrekking op dividenden die worden uitgekeerd naar
andere lidstaten en naar de EER-/EVA-landen die passende bijstand
verlenen (bv. uitwisseling van informatie). In het geval van Nederland
betreft de discriminatie alleen de laatstgenoemde landen.
De Commissie had België, Spanje, Italië, Nederland en Portugal
voordien op 25 juli 2006 een met redenen omkleed advies gezonden
(IP/06/1060) met het verzoek hun wetgeving te wijzigen. In antwoord
hierop heeft Nederland zijn wetgeving aangepast, maar alleen wat de
dividendbetalingen aan andere lidstaten betreft. Het besluit om
Nederland voor het Hof van Justitie te brengen, betreft daarom
uitsluitend dividendbetalingen aan de EER-/EVA-landen die passende
bijstand verlenen (bv. uitwisseling van informatie). België, Italië en
Portugal hebben het met redenen omkleed advies niet beantwoord. Het
antwoord van Spanje was negatief.
De Commissie had op 25 juli 2006 ook aan Luxemburg een met redenen
omkleed advies gezonden. Zij verheugt zich erover dat Luxemburg heeft
besloten een eind te maken aan deze discriminatie (die uitsluitend
betrekking had op de EVA-landen die passende bijstand verlenen (bv.
uitwisseling van informatie)). De procedure tegen Luxemburg zal worden
beëindigd zodra het land de nodige wijzigingen in zijn
belastingvoorschriften heeft doorgevoerd.
In het arrest-Denkavit van 14 december 2006 (zaak C-170/05) bevestigde
het Hof het principe dat uitgaande dividenden in het bronland (het
land waar de dochtermaatschappij is gevestigd) niet zwaarder mogen
worden belast dan binnenlandse dividenden.
Volgens dit arrest kan het echter relevant zijn dat daarbij rekening
wordt gehouden met het feit of het land van vestiging van de
moedermaatschappij toestaat of de bronbelasting die in het bronland is
geheven, wordt verrekend. De Commissie zal met dit recente arrest
rekening houden bij de opstelling van haar verzoekschriften aan het
Hof. Tot dusver had de Commissie zich op hetzelfde standpunt geplaatst
als het EVA-Hof in de zaak-Fokus Bank (zaak E-1/04), waarin dit
uitdrukkelijk oordeelde dat het niet van belang was of het land van
vestiging verrekening van belasting toestond.
De referentienummers van de procedures die de Commissie heeft
ingeleid, zijn 2004/4347 voor België, 2004/4354 voor Spanje, 2004/4350
voor Italië, 2005/4753 voor Letland, 2004/4352 voor Nederland en
2004/4353 voor Portugal.
Voor de persmededelingen over inbreukprocedures op het gebied van
belastingen en douane:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/infringements/infringement
_cases/index_en.htm
Voor de laatste algemene informatie over inbreukmaatregelen tegen
lidstaten:
http://ec.europa.eu/community_law/eulaw/index_en.htm
European Union