Partij van de Arbeid


Den Haag, 23 januari 2007


Bijdrage van het lid Kuiken(PvdA) aan de plenaire behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties


(30 800 VII) 1e TK


(GESPROKEN WOORD GELDT)


Ik ben zelf opgegroeid in wat je kunt noemen een achterstandswijk. Verpauperde flats, hoge werkloosheid en armoede. In de flat werd gespoten, op straat werden pitbullgevechten gehouden en in de portiek vond een moord plaats. De flat waarin ik woonde is inmiddels gesloopt en met mij gaat het - zoals u ziet - heel goed. Ik heb persoonlijk ervaren hoe dun de scheidslijn is tussen kansarm en kansrijk. Veiligheid kan in mijn optiek dan ook niet alleen bereikt worden met streng optreden, maar vraagt ook met name een sociaal beleid. Nu de Kamer weet wat mijn politiek drijfveer is ben ik dan ook blij dat - hoewel de minister al demissionair- ik nu al een paar belangrijke onderwerpen bij hem aan kan snijden.


Het kabinet komt de laatste tijd met hoopgevende cijfers op het gebied van criminaliteit en veiligheid. De PvdA erkent dat er in de afgelopen periode wederom hard is gewerkt om de veiligheid in Nederland te verbeteren. Elk signaal dat het hiermee beter gaat is dan ook positief. Gisteren publiceerde het CBS cijfers daarover. Gelukkig is het aantal diefstallen verminderd en daalt de criminaliteit vooral in onze grote steden.


Tevredenheid vindt de PvdA echter ongepast. Veel mensen voelen zich nog steeds onveilig. Kleine winkeliers zijn vaker het slachtoffer van geweldige berovingen. En agressie tegen hulpverleningsdiensten zijn helaas geen incident meer. Bovendien zijn door bezuinigingen oude wijken verloederd. De uitval in het onderwijs is groot en de kloof tussen allochtonen en autochtonen is helaas alleen maar groter geworden


Hoewel we criminaliteit, geweld en vandalisme natuurlijk hard moeten blijven aanpakken, is streng optreden alleen niet genoeg. Een goede balans tussen repressief en preventief beleid was de laatste jaren zoek. Ik zei het al in mijn inleiding. Juist het voorkomen van uitwassen is nodig om te voorkomen dat veiligheid in het geding is. In dit licht wil ik mede gelet op de demissionaire status van het kabinet - een beperkt aantal thema s met u doornemen. Dit betreffen de achterstandswijken, de afspraken met lokale partijen, de invloed van de burger/buurtbudget, de politiesterkte en het thema radicalisering.


Aandacht voor achterstandswijken


De aanpak van de achterstandswijken en wijkveiligheid heeft voor de PvdA in de komende jaren de grootste prioriteit. Op dit moment heeft het kabinet in het kader van het project sociale herovering 25 miljoen uitgetrokken voor 12 achterstandswijken. De minister van VROM luidde onlangs de noodbel voor 140 achterstandwijken. Het lijkt in dit licht raadzaam om de aanpak sociale herovering te verbreden. Kan de minister vertellen hoe het gaat met de voortgang van het project sociale herovering. En hoe zit het met de samenwerking met bijvoorbeeld het ministerie van VROM, aangezien zij ook een eigen aanpak hebben namelijk nieuwe coalities voor de wijk. Is dit niet meer van hetzelfde?


Afspraken met lokale partijen


Het verbeteren van de onderlinge samenwerking is essentieel zo vindt de PvdA. Hiertoe is door de minister het project Veilige Gemeenten in het leven geroepen en wil de minister bindende afspraken maken met gemeenten. Kan de minister aangeven hoe het hier mee staat? Verder is niet alleen met gemeenten maar ook de samenwerking met bijvoorbeeld welzijnsorganisaties, woningbouwcorporaties nodig om de veiligheid lokaal te verbeteren. Hoe wil de minister dit realiseren?


Invloed van de burger/buurtbudget


De PvdA vind dat wijkgericht en buurtgericht werken weer in haar eer moet worden hersteld. Om de veiligheid op lokaal niveau te verbeteren is het belangrijk buurtbewoners meer invloed te geven in de eigen leefomgeving.


De PvdA zou graag zien dat buurtbewoners zelf meer invloed krijgen om problemen in de wijk aan te pakken. In bijvoorbeeld Deventer of Heemskerk hebben bewoners bijvoorbeeld directe inspraak op de het stellen van prioriteiten. Ook kan een deel van het politiebudget kan worden vrijgemaakt om door bewoners zelf te besteden in de strijd tegen onveiligheid. Het zogenoemde buurtbudget.


Dit past ook in het denken dat de overheid niet alles kan doen en dat burgers ook zelf verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen veiligheid. Graag een reactie van de minister op deze initiatieven.


Politiesterkte


De omvang van de politie blijft achter bij de verwachtingen. Zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de bijstellingen en natuurlijke ontwikkelingen is het aantal politieagenten de afgelopen jaren eerder gedaald dan gestegen. Mede gelet op de ambitie die het kabinet aan het begin had vind ik dit moeilijk te begrijpen. In 2014 wil de minister 1500 extra agenten aannemen. Hoe denkt de minister dat te realiseren aangezien hij hierin de afgelopen jaren niet is geslaagd. Bovendien is dit aantal bij lange na niet genoeg om het verloop door de vergrijzing van 25.000 agenten te compenseren. Graag van de minister hier een reactie op.


In de prestatieafspraken tussen de minister en de politie wordt gesproken over het versterken van de oog- en oorfunctie in de wijk. Hoe ziet de minister dit concreet voor zich? De PvdA wil graag dat elke buurt een eigen buurtagent heeft. De wijkagent weet precies wat er leeft in de wijk leeft en kan vroegtijdig ingrijpen. Dit tevens dé reden dat de PvdA tegen een volledig nationaal georganiseerde politie is. Vanuit Den Haag kan de minister immers niet bepalen wat er aan politie inzet in Rotterdam-Zuid of Breda-Noord nodig is.


Radicalisering


De PvdA moet helaas constateren dat radicalisering en extremisme in de afgelopen periode is toegenomen. Het kabinet heeft toegezegd de mogelijkheden te onderzoeken voor een breder spectrum aan preventieve bestuurlijke en bestuursrechtelijke maatregelen. Vraagpunt voor de PvdA is hoe het hiermee staat? De PvdA is in ieder geval van mening dat een brede integrale aanpak nodig is. De weerbaarheid van jongeren moet worden vergroot. Professionals zoals wijkagenten, jongerenwerkers of gevangenispersoneel moeten speciaal worden opgeleid om signalen van radicalisering te herkennen. Discriminatie moet veel actiever bestreden worden door ondermeer jongere undercover recherche teams .


Tot slot is mijn fractie van mening dat er meer aandacht moeten komen voor wat wel wordt genoemd institutionele discriminatie. In de laatste politiesterktebrief van 6-12 jl. schrijft de minister dat -en ik citeer-, van de agent op straat steeds meer deskundigheid wordt verwacht in zijn contacten met de diverse bevolkingsgroepen . Mijn vraag is vervolgens hoe komt dat binnen allerlei maatschappelijke instituties waaronder de politie (politie (6,2%), brandweer (1,1%), defensie (7,5%), maar ook in het onderwijs en overheidsdiensten nog zo weinig allochtonen werken? Het is de plicht van alle werkgevers de komende jaren dat scheve beeld weg te werken. Te beginnen bij de overheid! Volgens de wet Samen moet dit 10% zijn van het personeelsbestand. Hoe denkt de minister dit te gaan realiseren?


Ik sluit af. Ik had nog een waslijst aan wensen en ideeën naar voren kunnen brengen. Ik heb me beperkt tot een aantal thema s waarmee ik aangeef waar mijn focus in de komende jaren in ieder geval zal liggen.


Met vriendelijke groet,


Chantal Linnemann


Secretaresse Voorlichting


Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid


Plein 2


K 117


Postbus 20018


2500 EA Den Haag


Tel: 070 318 2694


Fax: 070 318 2800


c.linnemann@tweedekamer.nl